-33- schrijving verkocht wordt en dan de hoogste prijs zou moeten gelden. Naar zijn overtuiging kan men niet stellen dat het ene of het andere de prioriteit zou moeten hebben. Hij kan zich voorstellen dat bij een lagere inschrijving - niet de allerlaagste - een beduidend hoger puntentotaal gehaald zou zijn. Derhalve zouden die mensen eerder in aanmerking komen om die woning te kopen. Dit is niet gebleken uit de ter inzage liggende stukken. Hij is van mening dat wanneer bijvoorbeeld een bieder van 150.000,over een puntentotaal van 7 beschikt, de verkoop aan die bieder dan, volgens hem, zou moeten geschieden. Dit blijft arbitrair. Wij als gemeentebestuur kunnen ons moeilijk geloofwaardig maken wanneer wij zelf te gemakkelijk omspringen met dat puntensysteem. De VOORZITTER zegt dat de systematiek van de verkoop van dit pand aan de orde is geweest in de commissie voor Algemene en Bestuurlijke Zaken. Bij de aankoop was door de heer Van Hoof gepleit voor een openbare verkoop. Het prijsdruk- kende effect van openbare verkoop is uitvoerig besproken. In de commissie werd toen gezegd laten we niet de openbare verkoop hanteren maar openbare inschrij ving. Bij die openbare inschrijving zou het puntensysteem als een onderdeel gehanteerd worden. Als het puntensysteem de prioriteit heeft dan zou men eigen lijk geen recht doen aan de waarde van het huis. Men zou wel de eis stellen dat men het vijf jaar moet bewonen zonder bij verkoop boete te moeten betalen. Bij het opstellen van de advertentie heeft men het advies verwoord, zoals de commissie voor Algemene en Bestuurlijke Zaken dit had gegeven. Om te voorkomen dat men in de speculatieve sfeer terecht kwam of dat er zich zaken zouden voor doen waarvan men achteraf spijt zou hebben, heeft men gesteld, teneinde nog een stuk vrijheid van handelen te hebben, dat de woning niet aan de hoogste in schrijver verkocht behoefde te worden. Bij de inschrijving bleek dat twee men sen op precies exact hetzelfde bedrag zaten. Toen moest een vorm van objecti vering plaatsvinden voor de toewijzing. Men kan de mensen niet de gelegenheid geven bij te bieden. Burgemeester en wethouders hebben gezegd in het licht van de discussies, die over deze zaak gevoerd zijn, aan te bevelen om hij de keuze van toewijzing dat puntensysteem te hanteren. De een kwam wel aan een aantal punten en de ander niet. Bij de toewijzing is nadrukkelijk uitgesproken dat dat gebeurt onder de voorwaarde dat de gemeenteraad en het college van gede puteerde staten dit goed zouden keuren. Het lid VAN HOOF zegt dat het in het vervolg juister is om bepaalde criteria aan te geven wanneer men gebruik gaat maken van de bevoegdheid om de toewijzing anders te stellen. Dit ter voorkoming van enige vorm van willekeur. De VOORZITTER zegt dat als dergelijke zaken zich weer voordoen men dit punt bij de voorbereiding in de commissie voor Algemene en Bestuurlijke Zaken aan de f orde zal stellen. Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen. De VOORZITTER zegt dat men zojuist post 237 van de begroting met 97-000, verlaagd heeft. Naast deze verlaging dient men de verordening op de onroerend i goed-belasting te wijzigen. Hij stelt aan de orde de stemming over het voorste tot verlaging van het tarief voor de gebruikers van de onroerend goed-belastin met 1, De uitslag is als volgt Voor het voorstel stemmen de leden: Du Pont, Mol, Rennings, Kop Jansen, PI' De Haas, Kok, Van der Graaf, Den Braber, Van Hoof, Van Elzakker, Wijnen en Br Genoemd voorstel is derhalve met 13 stemmen voor en 0 stemmen tegen aangenomen 22. Sluiting. De VOORZITTER-sluit de vergadering met gebed. Vastgesteld teh opepbare vergadering van 13 februari 1979i de secretaris-,/ de voorzitter,

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1978 | | pagina 210