-22-
Wijnen stelt zoals in eerste instantie een aantal verkeersproblemen aan de orde.
Hij dacht dat het niet zinvol was om op deze zaken nu uitvoerig in te gaan
omdat de hele materie ten aanzien van de verkeersproblematiek uitvoerig aan de
orde zal komen bij het verkeerscirculatieplan. Het is niet verstandig nu reeds
uitspraken te doen ten aanzien van bepaalde verkeerssituaties.
Het lid BROUWERS zegt de heer Rennlrigs, met betrekking tot de opmerkingen, aan
gaande het inhoudelijke van het welzijnswerk, te willen verwijzen naar de pro
cedure gegeven in zijn antwoord in eerste instantie. Daaruit blijkt dat op
grond van de rijksbijdrageregeling de raad eerst een uitspraak moet doen over
de procedure na inspraak van de burgers, alvorens men aan inhoudelijke zaken
toe kan komen. Met betrekking tot de suggestie voor het aantrekken van een
jeugdconsulent moet hij zeggen dat de organisatie niet ingesteld is op deze
functie. Dit is geen tekort maar het is iets wat er bij komt. Als er een
jeugdconsulent komt moet deze een kader/opdracht hebben.Wat gaat die man doen?
Hoe wordt hij begeleid? Spreker heeft onvoldoende inzicht in al deze facetten.
Althans niet zoveel om tot een verantwoord handelen te komen. Het college is
wel bereid in de vergadering van de commissie voor Algemene en Bestuurlijke
Zaken van januari hierover te discuteren. De heer Van der Graaf stelt een
aantal vragen over het welzijnsplan. De werkgroep ad hoe, ingesteld door
wethouder Meijers ter advisering aan burgemeester en wethouders, heeft op 11
december kennis genomen van de voorlopige opzet, welke door het provinciaal
opbouworgaan gemaakt is. Deze werkgroep komt in januari weer bijeen om de
eventuele wijzigingen en toevoegingen te bespreken en de voorlopige opzet af te
maken. Dit is dan tevens het antwoord op de verschuiving van de informatie
aan de raad van januari naar februari. Aanvankelijk kon hij er van uitgaan dat
dat al eerder afgerond was. Het welzijnsplan is een modern item aan het worden.
Het is ook een zo ingrijpende zaak in het functioneren van de gemeenteraad
dat ambtelijke ondersteuning zonder meer een voorwaarde is. Er is overigens
geen gemeente, waar tot op heden een wethouder c.q. de raad zonder ambtelijke
ondersteuning voor de totstandkoming van zo'n plan heeft kunnen zorgen. Nog
meer geldt dit voor continue voortgang van de ontwikkeling van een dergelijk
plan. De wethouder functioneert daarnaast in een aantel andere commissies hier
en in de diverse gemeenschappelijke verbanden. Het college is ervan over
tuigd dat er zeer actief gewerkt moet worden aan de welzijnsplanning. Daarbij
doet de heer Rennings een voorstel voor een consulent, waarover men in januari
gaat praten. Dit wordt medebeslissend voor de te volgen weg met betrekking tot
de functionaris voor het welzijnsplan. In de werkgroep heerste een onduidelijk
heid over onder andere de opdracht. In de laatste bijeenkomst is dit uitgepraat.
Als de raad nu tot besluitvorming komt is de taak van de werkgroep ten einde en
komt er definitief een commissie welzijnsplan. Dus een formele commissie. De
kwestie van het adviserend lid van de bijstandscommissie heeft het college
voorgelegd aan de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Als het advies nega
tief is en als de raad dat opvolgt wordt een uitgave voor presentiegeld niet
gedaan. Is het positief dan kan de raad daarover een voorstel verwachten.
Ten aanzien van de vragen van de heer Van Hoof over de onderzoekambtenaar moet
hij zeggen dat een controle door het ambtelijk apparaat, in casu de afdeling
Sociale Zaken, geen haalbare kaart is. De taak van de afdeling Sociale Zaken
verstaat zich niet met de taak van een bijzonder onderzoekambtenaar. Juist
daarom maakt men gebruik van een met meerdere gemeenten gevormde dienstverle
ning in deze. Men wil duidelijk geen heksenjacht maken. Alleen als het moet
wordt er een beroep gedaan op deze dienst. Dat geen informatie gegeven is over
het sociaal cultureel werk voor werklozen ligt aan een te geringe professionele
ondersteuning. Als men verwacht had dat hij sinds oktober verslag had kunnen
doen dan moet hij hierbij stellen dat het vele andere werk en het ontbreken van
andere concrete gegevens de oorzaak zijn van deze omissie. De heer Wijnen wil
komen tot een meningspeiling van de gehele bevolking naar de vrijetijdsbeste
ding. Het college wil hieraan tegemoetkomen middels het welzijnsplan. Een derge
lijke inventarisatie maakt een wezenlijk onderdeel uit van het welzijnsplan.
Het lid RENNINGS zegt bijzonder erkentelijk te zijn voor de concrete wijze waar
op het college een aantal vragen van de raad behandeld heeft. Het heeft overigens