-21- overleg structureert. Er zijn informatie-avonden gegeven over de inspraak door burgers en organisaties. Met betrekking tot het inwinnen van de meningen van de bestuursorganen vindt bestuurlijk overleg, los van elkaar, plaats. Ten aanzien van het aanzien van de straten in het Komplan zullen wij als gemeentebestuur moeten wachten tot het Komplan goedgekeurd is. Men kan hierop moeilijk voortuitlopen door onder andere wegprofielen aan te passen. Daar waar het gaat om het aan zicht van individuele winkelpanden sluit hij de mogelijkheid niet uit dat de individuele ondernemers er nu al iets aan doen. Met betrekking tot de groen stroken in het buitengebied wil hij er toch op wijzen dat deze er vrijwillig komen. Als deze reeds bestaan dan betekent het dat deze niet meer afgebroken kunnen worden. Ten aanzien van de gebouwen met cultuur-historische waarde gelooft hij dat men pas tot een zinvol gesprek kan komen als men voor de vast stelling van het bestemmingsplan staat. Mocht het feit dat daartegenover geen vergoeding staat leiden tot een gerechtvaardigde vrees dat dan de panden zou den vervallen dan is dat wellicht aanleiding voor uw raad om in afwijking van het ter visie gelegde bestemmingsplan die bestemmingen te wijzigen. Met betrek king tot de opstelling van de Provinciale Planologische Dienst moet hij praten vanuit het verleden. In het verleden is er naar aanleiding van een zeer sterke groei gevraagd of er geen knelpunten zouden 'ontstaan. Die vraag, die binnen het gemeentebestuur leefde, is ook besproken met de Provinciale Planologische Dienst .Wellicht, mede naar aanleiding daarvan, is het zo dat de Provinciale Planologische Dienst vooruit is gaan lopen op het streekplan en het landelijke verstedelijkingsbeleid en in een vroeger stadium is gaan toepassen dan dat het zijn beslag had gekregen in een gewijzigd streekplan. Of dit in andere gemeenten ook zo is, weet hij niet. Het lid DU PONT zegt dat de heer Plevier gesteld heeft dat de enquête over het herbeplanten van de Bosschendijk eerder gehouden zou worden dan dat in het antwoord was gesteld. De procedure, zoals hij die aangegeven had, was af gesproken in de commissie voor openbare werken. Hij zegt graag toe deze zaak opnieuw in de commissie aan de orde te stellen om te bezien of het juist is deze enquête nu uit te gaan voeren. Ten aanzien van het ophalen van huisvuil heeft de heer Plevier gesteld dat het illegaal storten veel meer kost dan voorgaande jaren en dat dit feit de discussie hierover zou kunnen heropenén. Er zit inderdaad een stijging in. Hij gelooft dat dit ook te maken heeft met het feit dat in nieuwbouwwijken nogal eens een keer wat vuil moet worden opgeruimd. Het college blijft bij haar eerste mening namelijk dat men op dit moment hierop niet meer terug behoeft te komen. Ten aanzien van de tunnels heeft het college in het eerste antwoord niet anders willen doen dan aan te geven dat er tussen de bereikbaarheid van beide tunnels een duidelijk verschil is. Men heeft niet willen aangeven dat de tunnel, die de heer Plevier bedoeld, niet door fietsers bereikbaar zou zijn. De discussie daarover is nog open. Hij dacht dat dit bij het verkeerscirculatieplan ter sprake zou komen, omdat dan over de juiste plaatsbepaling van die tunnels gesproken kan worden. Aangaande de rondweg heeft de heer Plevier gesteld dat hij niet ziet dat de zuidelijke rondweg noodzake lijker is dan de oosttangent. Hij dacht dat in eerste instantie aangegeven v/as dat naar aanleiding van het kenteken-onderzoek bekeken moest worden welke rondweg het meest noodzakelijk zal zijn. Uit dat onderzoek en uit het overleg met de-provinciale waterstaat zal duidelijk moeten blijken of de zuidelijke rondweg of de oosttangent het meeste soulaas zal bieden. De heer Van der Graaf komt terug op de autovergoeding aan ambtenaren van de dienst gemeentewerken. Er zijn verschillende disciplines binnen gemeentewerken werkzaam die hun eigen verant woordelijkheid hebben. Bovendien is de vergoeding, zoals deze reeds een aantal jaren gegeven wordt, totstandgekomen in het georganiseerd overleg. Gezien het bereikte resultaat binnen dit overleg vindt hij het moeilijk om op deze zaak terug te komen. De heer Van Hoof heeft de kwestie van de haven ter sprake ge bracht. Hij kan wel zeggen dat begin januari een rapport van de Heidemij, wat in overleg met het waterschap tot stand zal komen, verwacht wordt waarin een kosten raming opgenomen is. Zodra dit rapport binnen is zal het in de commissie voor openbare werken behandeld worden. De heer Van Hoof reageert positief ten aanzien van het antwoord op de vragen inzake de Centrale Antenne-Inrichting. De heer

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1978 | | pagina 198