-18- lijk als je nu de chaos bij de kruising op de Markt ziet. Ook dan zullen er sluipwegen worden benut om richting Hoeven te rijden. We vinden het onjuist om te zeggen dat de Bornhemweg een ander karakter heeft gekregen. Het is beter om vast te stellen dat deze weg gelijk is gebleven maar dat de beleidsmaatregelen om de verkeerssituatie na de opening van de nieuwe brug over de Mark aan te pakken zijn uitgebleven. Bij deze maatregelen dient naar onze mening het gebruik van de Standdaarbuitensedijk en West-Vaardeke voorop te staan. De in voering van eenrichtingverkeer in een deel van het traject Beatrixlaan - Pastoor Hellemonsstraat dient om het gebruik van deze straten te verminderen en om daardoor de leefbaarheid in de Kom Noord te verbeteren. De Bornhemweg dient zijn oorspronkelijke functie voor het locale verkeer terug te krijgen waarbij ook aan de fietsers en omwonenden de benodigde veiligheid kan worden geboden. Over de contacten met de provincie vragen wij ons af hoe hard er is aangedrongen op de voorzieningen in de Bornhemweg en bij de afslag bij Kuivezand, zoals het instellen van een maximum snelheid en het plaatsen van verkeerslichten. Bij het betrekken van de bevolking bij het invoeren van het verkeerscirculatie plan lijkt het ons gewenst vanaf het begin het gehele plan aan de orde te stellen. Bij de uitvoering kan men dan later de bewoners bepaalde onderdelen mee laten helpen invullen. Tenslotte missen wij bij uw antwoorden een standpunt over het instellen van eenneningspeiling naar de vrijetijdsbesteding van de Oudenbossche bevolking. Ik heb wel gemerkt dat de heer Rennings hiervoor niet zoveel voelde. Ik dacht dat het niet alleen beperkt hoefde te blijven tot de jeugd". De VOORZITTER zegt dat men er wel begrip voor zal hebben dat burgemeester en wet houders om de vragen te kunnen beantwoorden er de voorkeur aan geven om met al kaar enige tijd overleg te plegen over de antwoorden zoals het college meent deze te moeten geven. Hij stelt voor de vergadering voor een half uur te schorsen of voor zoveel minder of meer als nodig blijkt te zijn. Het lid VAN HOOF zegt een voorstel van orde te willen doen. Het is gebruikelijk dat de raad in tv/ee termijnen over de begroting spreekt. Dit zal nu waarschijn lijk weer het geval zijn. Hij zou voor willen stellen een derde termijn in te stellen teneinde gelegenheid te hebben op voorstellen, die door andere fracties zijn gedaan ir te haken. De VOORZITTER zegt dat hij het reglement van orde moet hanteren. Daarin staat dat de raad zichzelf een derde instantie kan geven. Hij stelt voor om wat dat betreft te wachten tot de beantwoording van het college. Het lid VAN DER GRAAF zegt zich te herinneren dat de derde instantie eigenlijk ingebouwd is, zelfs een vierde instantie. Begrotingen worden als volgt behandeld: de algemene beschouwingen in twee instanties en daarna de begroting in onderdelen eveneens in twee instanties. Dit betekent dat nu nog in twee instanties over de begroting gediscuteerd kan worden. De VOORZITTER zegt voor te stellen het voorstel om in een derde instantie over de begroting te discuteren te behandelen nadat uw raad het antwoord van het college op de tweede instantie ontvangen heeft. Hij schorst de vergadering voor nader be raad. Na opheffing van de schorsing zegt de VOORZITTER dat hij bij het geven van de antwoorden dezelfde volgorde wil aanhouden als die van de sprekers. De heer Rennings vraagt of daar waar gesproken wordt over voorlichting, voorlich tingsbeleid bedoeld wordt. Hij kan hierop ja zeggen. Met betrekking tot de be lastingverlaging begrijpt het college dat de heer Rennings een concreet voor stel doet te v/eten 1,verlaging voor de gebruikers dat wil zeggen een cor rectie van de begrotingspost onvoorzien met 97-000,Ten aanzien van de meerjarenbegroting vindt het college het riskant om nu een concrete toezegging te doen. In de commissie voor Algemene en Bestuurlijke Zaken wordt hierop terug gekomen. Dit zal geschieden in de loop van het tweede kwartaal. De heer Rennings vraagt of in de commissie voor Algemene en Bestuurlijke Zaken aan de orde gesteld kan worden het instellen van een commissie beheer gemeente-gebouwen. Het college hoopt hiermede in de maand april in de raad te komen. Dat betekent dat het in maart in de commissie voor Algemene en Bestuurlijke Zaken aan de orde moet komen. Met betrekking tot de woningzoekenden begrijpt hij uit het verhaal van de heer

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1978 | | pagina 195