-16-
uw college namens de commissie gedaan, dat de commissie de ontwikkelingen zal
blijven volgen en daar waar nodig en mogelijk verbeteringen aan te brengen.
De al of niet juiste taxatie in verband met het toetreden tot de regeling
Sociale rechercheur vindt ik wat de argumenten van het college betreft, zwak.
Het argument dat in de regio 57 gevallen leidden tot een terug te vorderen be
drag van 52.000,lijkt heel wat. Toepassing van deze getallen op Oudenbosch
met z'n 5 gevallen in 1 jaar, steken toch schril af bij de genoemde argumenten
die zouden dienen ter bescherming van de mensen die op de sociale voorzieningen
zijn aangewezen. Ik mag uw college er op wijzen dat er toch ook voldoende
andere kontrolemogelijkheden zijn om een en ander op een juiste wijze te laten
verlopen. Ik blijf het een trieste zaak vinden dat alleen gemeenten zich moeten
laten bijstaan door sociale rechercheurs, bij de toepassing van de aan hen toe
vertrouwde uitvoering der sociale wetten.
Als argument voor het niet slagen van het sociaal cultureel werk wordt genoemd
dat het te wijten is aan onvoldoende uitgerust zijn van het administratief
apparaat. Dit argument vindt ik niet acceptabel. Steeds is vanuit de raad de be
reidheid te kennen gegeven om financiële middelen beschikbaar te stellen. Dus
ook voor uitbreiding van het administratief apparaat. Overigens was dit niet
het punt wat ter discussie was. Het ging om het niet tijdig verstrekken van de
nodige informatie aan de raad. De reden daarvoor is tot op heden nog niet ge
geven. Wat dat betreft zie ik uw antwoord alsnog met belangstelling tegemoet.
Mijnheer de voorzitter het verheugt mij dat u in uw antwoord met betrekking tot
een eventuele belastingverlaging zo uitdrukkelijk vaststelt dat reeds een aantal
jaren van mijn kant suggesties zijn gedaan om te komen, zoals u het noemt,
tot matiging van de belastingheffing. De "goaltjesdief" is echter deze keer de
heer Rennings. Ik had een suggestie met betrekking tot belastingverlaging van
ieder ander in deze raad kunnen verwachten mijnheer de voorzitter, behalve van
de heer Rennings van O.N.S. Ik had dit niet verwacht vanwege een aantal feiten.
O.N.S., dus ook Rennings, waren tegen het voorstel tot verlaging van riool
retributie (voorstel gedaan in april van dit jaar). In het verkiezingsprogramma
van O.N.S. wordt duidelijk gesteld, ik citeer: "Dat zij vooralsnog het handhaven
van de huidige belastingtarieven bepleiten." Mijnheer de voorzitter, wellicht
is O.N.S. dan toch aangesproken door een bepaalde passage uit een verkiezings
pamflet waar onder meer O.N.S. met name verantwoordelijk werd gesteld voor
een te hoge belastingheffing in onze gemeente. Van de andere kant mijnheer de
voorzitter, het doet er feitelijk niet toe wie de "goal scoort". Wel frappeerde
het mij dat iemand, die feitelijk wat belastingverlaging betreft steeds de andere
kant uit voetbalde, nu plotsklaps meent een goal te moeten scoren. Overigens zal
ik een concreet voorstel hetwelk zal leiden tot belastingverlaging, van harte
steunen. Eerlijkheidshalve moet ik wel stellen dat de begroting op zich, veel
minder, dan dat bij de begrotingen van voorgaande jaren het geval was, aan
leiding geeft tot belastingverlaging. Bij mij geeft het argument van de bij
zonder hoge reserves, de doorslag. Teruggeven van teveel geheven belasting van
voorgaande jaren vindt ik een eerlijke zaak.
De heer Van der Graaf heeft in herinnering gebracht dat u in uw antwoord mijn
zinssnede heeft aangehaald, namelijk: "De bereidheid van elk raadslid als
individu en als groep verantwoordelijk te zijn om samen verder te werken in het
belang van de Oudenbossche gemeenschap". Deze zin is inderdaad niet los te maken
van de rest van wat ik gezegd heb. Het lijkt mij dat daden gestalte moeten geven
aan deze woorden. Als ik stel dat het huidige college van burgemeester en wethou
ders is ontstaan vanwege een persoonlijke afkeer, of haat of wrok of hoe u het
ook maar noemen wilt, ten opzichte van een bepaalde persoon of groepering, dan
zal het noodzakelijk zijn, wil men mijn woorden inhoud geven, zodanige daden te
stellen dat bepaalde feiten worden teruggedraaid. Juist van mensen die vanuit een
bepaalde geloofsovertuiging willen handelen, mogen wat dat betreft daden verwacht
worden.
Een suggestie mijnerzijds, die de vertroebelde sfeer wellicht zou kunnen ver
beteren,is deze, mijnheer de voorzitter. College van burgemeester en wethouders:
stel uw zetels beschikbaar en laat de raad een nieuw college vormen wat volle
dig recht doet aan de uitslag van de verkiezingen en aan de gewijzigde situaties
in deze raad. Dit is een serieuze suggestie, mijnheer de voorzitter, en heeft