-Si
de Lollestraat alleen maar door voetgangers gebruikt kan worden. Wanneer wij
de situatie ter plaatse bekijken - hij gelooft graag dat deskundigen op dit
terrein dit antwoord aan wethouder Du Pont hebben gegeven - dan gelooft hij
dat het mogelijk moet zijn dat deze tunnel ook voor fietsers bruikbaar is.
De keuze van de rondweg wordt weliswaar nog steeds als zogenaamd open gehouden,
terwijl uitdrukkelijk ook aan de nieuwe ter inzage gelegde stukken te zien is dat
deze keuze helemaal geen open keuze is. Er wordt heel duidelijk alleen maar
gezocht naar een oplossing door middel van de zuidelijke rondweg. Hij wil hier
bij nogmaals zijn bezorgdheid uitspreken dat het misschien - het is niet zeker;
hij is daar te weinig deskundige voor en hij heeft onvoldoende cijfers ter
beschikking - niet de beste oplossing is en dat wanneer men de exacte cijfers
bekijkt en dat relateert niet zozeer aan precies de toegangswegen naar
Oudenbosch maar ook het verdere wegenpatroon in de regio dan mogelijkerwijze niet
de zuidelijke rondweg maar de oosttangent de juiste oplossing zou zijn.
Hij laat zich graag overtuigen dat de zuidelijke rondweg de beste oplossing is
maar deze overtuiging heeft hij vooralsnog niet. De argumentatie om toch een
overkapping van de wielerbaan op het investeringsprogramma te laten staan vindt
hij niet sterk. Daar de kwestie rondom de wielerbaar binnenkort aan de orde komt
neemt hij vooralsnog genoegen hiermede.
Het lid DE HAAS zegt het volgende:
"Mijnheer de voorzitter. Met beantwoording tot de opmerkingen welke wij gemaakt
hebben bij de beschouwingen zijn wij over het algemeen tevreden.
De beantwoording welke u geeft aangaande de huisvestingsnood buitenlandse gast
arbeiders, en de relatie welke wij leggen met de in te stellen commissie doet
u vrezen, dat de bedoeling van de betreffende commissie gevaar loopt te eng te
worden geïnterpreteerd. Mijnheer de voorzitter. Ons betoog was te veel gericht
op de huisvesting, maar wij halen wel aan, dat wij ons niet willen onttrekken
aan de verantwoordelijkheid onze medemens in onze samenleving in alles bij te
staan. Wij stellen het daarom ook zeer op prijs dat het college naar de op
lossing zoekt in de totale welzijnsproblematiek, zoals die specifiek geldt
voor culturele minderheden.
Aangaande de grondspeculanten mijnheer de voorzitter hebben wij alle vertrouwen
in het college, dit hebben wij echter niet in de speculanten zelf die alleen
maar op winst uit zijn, welke dikwijls hoog oploopt. Mijnheer de voorzitter
aan winststreven worden alleen betaalbare woningen opgeofferd en wij hebben dan
ook het vertrouwen dat het college alles in het werk zal stellen dat wij be
taalbare woningen kunnen blijven bouwen. Mijnheer de voorzitter, u schrijft
verder dat onze fractie nog wat te makkelijk opmerkt de toename van agressie.
Mijnheer de voorzitter, wij kunnen niets anders dan constateren, ook al beweert
u het tegendeel. Het afreageren van agressie brengt vernielingen mee, wij zien
dat in dit verband. Openbare straatverlichting, speelwerktuigen, plantsoenen
glasschade dikwijls het doelwit zijn. Wij hopen dat u gelijk heeft, al blijven
wij onze twijfels houden.
Uw antwoord betreffende de brandweer, daar hebben wij alle begrip voor en
kunnen er volledig achter staan. Wij zouden echter van u graag vernemen of alle
gevaarlijke chemische stoffen gemeld worden, zowel over de weg als met de trein.
Betreffende de leerling-bouwplaatsen, zouden wij willen weten of de mogelijkheid
aanwezig is dat men een bepaalde verplichting aan ondernemers welke hier gaan
bouwen kan opleggen.
Aangaande de inspraak verkeerscirculatieplan, hopen wij dat de mogelijkheid
open blijft voor inspraak. Wethouder Du Pont heeft bij de beantwoording de mede
deling gedaan dat inspraak mogelijk is bij de inrichting van een bepaald gebied
of vein bepaalde straten. Wij hopen dat dit gestalte kan krijgen."
Het lid VAN DER GRAAF zegt het volgende:
"Mijnheer de voorzitter. De gebleken ontstemming, en bepaald niet alleen van de
zijde van O.N.S. over het uitblijven van een voorlichtingsbeleid komt niet uit
de lucht vallen. Hoewel door de P.v.d.A. reeds een aantal jaren op tekorten hierin
wordt gewezen heeft het college nog nimmer een poging gedaan om nu eens tot een
gedachtenwisseling te komen met de raad over een dergelijk beleid.
Nu blijkt dan dat het college bezig is een, naar onze mening, verkeerde weg in
