-2- Het lid WIJNEN zegt dat op pagina 8 enkele stukken zijn weggevallen. Hij heeft dit geconstateerd aan de hand van het naluisteren van de geluidsband. Hij zegt dat men de tekst heeft ingekort. Wat houdt het weergeven nu nog in? Het gaat erom dat het verband volgbaar is. De VOORZITTER zegt dat men moet proberen een zo goed mogelijk verslag te maken. Hij neemt aan dat de heer Wijnen bepaalde bezwaren heeft tegen een zin of zinnen en dat hij nu een voorstel heeft hoe de tekst dan wel zou moeten zijn. Het lid WIJNEN zegt dat hij vanaf deze plaats wil zeggen dat de vorm, waarin het verslag nu wordt gemaakt, niet functioneert. Dit kan men beter ter harte nemen dan de. toevoegingen, die men er eigenlijk bij zou moeten plaatsen. De VOORZITTER zegt dat juist is vastgesteld dat het op deze manier zo gebrekkig is om het zo te doen.Daarom heeft men ook een besluit genomen m.b.t. de notulering. Het lid WIJNEN zegt te vragen of dat besluit al van kracht is voor de volgende raadsvergadering. De VOORZITTER zegt dat dat besluit van kracht is wanneer dit uitvoerbaar is. Het lid DEN BRABER zegt dat op pagina 16 en 17 het resumé van de voorzitter over agendapunt 18 staat vermeld. Hij mist hierin eigenlijk de toezegging dat ook meegenomen zou worden het feit dat de spelregels, op voorstel van de heer Rennings ingebouwd worden en dat het mogelijk is dat er ook huurwoningen ge bouwd kunnen worden; dit op voorstel van de heer Van Eijkeren. Beide voorstel len zou men meenemen. Hij vindt het dienstbaar als dit duidelijk in het resumé opgenomen wordt. De VOORZITTER zegt dat zijn geheugen hem wat dat betreft in de steek laat.» Het lid RENNINGS zegt dat hij, alvorens men het besluit nam, gevraagd heeft wat men nu eigenlijk ging besluiten. Er waren toen vier of vijf punten, waaronder de punten, die de heer Den Braber zojuist noemde, aan de orde. De VOORZITTER zegt dat men deze punten zal toevoegen aan de conclusies van agendapunt 18. b. 7 december 1978. De VOORZITTER zegt dat men de informatie over wat de heer Den Braber noemt de kwestie van Sojo geagendeerd heeft voor de vergadering van de commissie voor Algemene en Bestuurlijke Zaken van volgende week. Van de toezegging, die hij aan de raad deed, vond het college dat het verstandiger was daarop terug te komen, en wel in die zin dat burgemeester en wethouders de stukken, zoals die er nu zijn, liever aan de commissie voor Algemene en Bestuurlijke Zaken wilden geven dan de stukken onvoorbereid ter inzage te leggen voor de raad. Het lid VAN DER GRAAF zegt hiermede toch wel moeite te hebben. Wanneer die stukken nu ter inzage hadden gelegen - men kan dit nog goed maken want ze kunnen nu nog ter inzage worden gelegd - dan hadden de fracties de mogelijkheid gehad om met elkaar over deze kwestie te overleggen, voorzover zij daarvoor belangstelling hebben, alvorens de fractievoorzitters hun hoofd daarover zouden buigen in de commissie voor Algemene en Bestuurlijke Zaken.Dit had hij juister gevonden, vooral omdat men met taakverdelingen zit. Zijn collega Den Braber doet in zijn fractie deze zaken. Spreker zelf zit in de commissie voor Algemene en Bestuurlijke Zaken. Overleg met elkaar is alleszins noodzakelijk, wil hij in de commissie voor Algemene en Bestuurlijke Zaken niet in conflict komen met zijn fractiegenoot. Dit laatste wenst hij voor geen goud. De VOORZITTER zegt dat niets zich er tegen verzet om alsnog onderling overleg te plegen. De stukken worden morgen ter inzage gelegd. Het lid VAN DER GRAAF zegt dat de stukken nu ter inzage hadden kunnen liggen. Dit bespaart een extra gang naar het gemeentehuis. De VOORZITTER zegt dat men nu wel twee dingen door elkaar haalt. Als men zaken conform zijn toezegging, ter inzage legt voor de vergadering van vandaag dan is het niet de bedoeling hierover pas over een week te praten, maar dan is dit om er nu over te praten. Burgemeester en wethouders hebben gezegd: Voorzitter, die toezegging kunt u wel doen, maar wij vinden het verstandiger deze zaak in de commissie voor Algemene en Bestuurlijke Zaken aan de orde te stellen Deze stukken worden nu morgen ter inzage gelegd. Daardoor ontbreekt de mogelijkheid niet om met een fractiegenoot hierover te overleggen.

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1978 | | pagina 179