-> t -2 7- 8= Voorstel tot beschikbaarstelling van een krediet voor de aanschaf van persluchtapparatuur ten behoeve van de brandweer/152e wijziging gemeentebe groting 1978° Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen. 9° Voorstel tot onbewoonbaarverklaring van de woning Kaaistraat ^0. Het lid VAN HOOF zegt te xvillen vragen of afv/ijking van de termijn, gesteld door de inspectie van de volkshuisvesting in de provincie Noord-Brabant, soms nog problemen kan opleveren. Het lid VAN DER GRAAF zegt dat in artikel 33 lid 3) een termijn staat van ten hoogste zes maanden. Dit in antwoord op de vraag van de heer Van Hoof. Voor hem geeft dit voorstel enkele bezwaren te zien. Van de woning in kwestie wordt door de ambtenaar van bouw- en woningtoezicht in eerste instantie gezegd dat deze woning redelijk is op te knappen, hetgeen ongeveer 75-000,zal gaan kosten. De woning is eigendom van de gemeente. Vanwege het recht van erfpacht durft hij niet zover te gaan dat de opknapbeurt door de gemeente, tegen de wil van de erfpachthouder gedaan had moeten worden. Hij wil van het college wel de toezegging hebben dat de bewoners van dit pand voor 1 februari 1979 elders gehuisvest zijn. Hij denkt dat het anders een soort oneigenlijke manier zou zijn om een logiesruimte te ontruimen. Voorts staat in de ter inzage liggende stukken dat er in de betreffende woning 7 buitenlandse werknemers wonen. De gevraagde toezegging moet dus gelden voor die 7 mensen. Er moeten ook niet meer mensen wonen. Verder wil hij dan graag vernemen wat er gaat gebeuren als de woning onbewoonbaar verklaard is. Gezien de ruimte is het afbreken van deze woning en het bouwen van een nieuwe woning ter plaatse bijna onmogelijk. Verder vormt deze woning eigenlijk een eenheid met de woning, die er naast staat. Helaas is voor deze karakteristieke geveltjes die eenheid verloren gegaan. De VOORZITTER zegt dat de termijn inderdaad ten hoogste zes maanden is. Het kan evenwel een kortere termijn zijn. Het zou overigens zo kunnen zijn dat, als de bewoners zich tot gedeputeerde staten zouden wenden om met betrekking tot deze termijn voorziening te vragen, zij die op basis van het advies van de H.I.D., zouden krijgen. De meest directe aanleiding voor het college om het pand onbewoonbaar te verklaren is dat men naar aanleiding van vragen met betrekking tot voorziening in de huisvesting van degenen, die in de pro blemen zaten, van de woningstichting toezeggingen kreeg. Men heeft toen gezegd hoe moet men nu voorkomen dat dergelijke problemen zich opnieuw zullen gaan voordoen. Helaas is het zo dat buitenlanders wellicht bij gebrek aan andere mogelijkheden of omdat er geen hoge kosten mee gemoeid zijn de neiging hebben woonruimte te zoeken in panden waar wij bij voorkeur niet in wonen. Als er nu zekerheid is met betrekking tot die toewijzing - deze kan hij geven - dan moet men zorgen dat zich geen herhaling in deze voordoet. Dit is alleen mogelijk door de woning aan de bestemming te onttrekken. De procedure daarvoor in onbewoonbaarverklaring. De juridische eigendom van de woning ligt niet bij de gemeente, maar bij hem, die het recht van opstal heeft. Het recht van op stal verbreekt de vanzelfsprekendheid dat wat op de grond staat ook eigendom is van degene, die eigenaar is van de ondergrond. Dat eigendomsrecht kan aflopen, als het erfpachtsrecht afloopt, maar dan is er nog wel een vergoe dingsregeling. De opmerking van bouw- en woningtoezicht heeft het college ook betrokken bij zijn overwegingen met betrekking tot het voorstel de woning onbewoonbaar te verklaren. Met ieder bedrag is het zo dat de vraag of het nu nog een redelijk bedrag is dat aan een woning vertimmerd moet worden van ge val tot geval beoordeeld moet worden. In het licht van de woning, die daar nu staat, hebben burgemeester en wethouders gedacht dat het niet waarschijnlijk

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1978 | | pagina 175