-25-
Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen.
5. Voorstel tot het opnemen van een post "Eenmalige middelen" in de begroting
1979 in verband met raming van rentelasten.
Het lid RENNINGS zegt structureel dit voorstel te waarderen. Men verkrijgt
hierdoor de mogelijkheid de financiële positie van de gemeente beter te
kunnen beoordelen. Dat men jaarlijks grote bedragen overhoudt, zoals hij
reeds eerder in deze vergadering naar voren heeft gebracht, is voor hem
onaanvaardbaar. Dit heeft niet alleen te maken met het later besteden van
investeringsgelden, maar ook met het niet invullen van het wensenlijstje,
zoals dat deze raad vorig jaar is voorgelegd.
Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen.
6. Voorstel tot beschikbaarstelling van een krediet voor het treffen van
voorzieningen in de stembureaus ten behoeve van gehandicapten/l50e wijziging
gemeentebegroting 1978.
Het lid VAN DER GRAAF zegt niet tegen het treffen van deze voorziening te
zijn. V/ie zou er op tegen zijn om voor gehandicapten voorzieningen te treffen,
waardoor deze aan hun nationale plicht kunnen voldoen. Heeft het college
enig inzicht in de behoefte hieraan, zo vraagt spreker. Hij is nieuwsgierig
te v/eten of er in deze gemeente veel of weinig mensen zijn, die aan deze
voorzieningen behoefte hebben.
De VOORZITTER zegt dat het college deze zaak heeft benaderd, zoals bij de
behandeling van de laatste v/ijziging van de model-bouwverordening ook de pro
blematiek van de bereikbaarheid en toegankelijkheid van gebouwen door gehandi
capten is benaderd. Er mogen namelijk geen drempels zijn. In dat licht is
het college met dit voorstel gekomen. Hij denkt dat het toch moeilijk is dit
te relateren aan ervaringen, die er met name van de diverse stembureaus zijn,
omdat de populatie, behorende tot een bepaald stembureau, natuurlijk kan
wisselen. De doelstelling, zoals deze is verwoord in de uitgangspunten van
de kamervragen en ook in onze benadering van openbare gebouwen, is dat waar
het probleem zich aandient, er eigenlijk al een oplossing moet zijn. Dat
is de reden dat men heeft gezegd te moeten zorgen dat dergelijke problemen
zich nergens kunnen aandienen.
Het lid VAN DER GRAAF zegt dat zijn vraag eigenlijk algemener is bedoeld.
Zijn vraag was duidelijk gericht op het feit om er achter te komen in welke
mate er behoefte is om in het algemeen voorzieningen te treffen. Hij kan
zich voorstellen dat men op een bepaald moment een keuze moet gaan maken
tussen een besteding, zoals in dit geval van enkele duizenden guldens of een
besteding van enkele dienduizenden guldens.Dan moet men toch v/eten of er
überhaupt een nuttig effect zal ontstaan.
De VOORZITTER zegt dat hij best wil trachten de soorten van handicaps te
achterhalen. Het gaat hier om zowel visueel als in .mobiliteit gehandicapte
personen. Hij weet niet of men hier überhaupt over kan beschikken.
Het lid VAN HOOF zegt dat hij dit een dergelijk principieel geval vindt dat,
al zou het slechts om één persoon gaan, die door deze voorziening zijn stem
kan uitbrengen, een dergelijke uitgave reeds gerechtvaardigd is. Volgens
hem is dit moeilijk te peilen en zullen er waarschijnlijk niet veel
cijfers over deze materie bestaan of komen.
De VOORZITTER zegt dat niemand ook de heer Van der Graaf niet, deze zaak aan
vecht. Men zou op een zeker moment, met name voor andere handicaps, v/eleens
kunnen kiezen uit alternatieven Men zou eventueel moeten kunnen zorgen voor
een tekst in braille-schriftvoor een leesloep of voor andere hulpmiddelen.