-20- wil ik de speciale aandacht vragen van uw college en de raad» Ongewild zijn de reserves van onze gemeente de laatste jaren de pan uitgerezen. Als ik deze reserves voor dit moment taxeer op 6 a 7 miljoen, zit ik waarschijnlijk nog aan de lage kant. Mijnheer de voorzitter, heren collega's deze gelden komen hetzij direct hetzij indirect van onze belastingbetalers. Wij hebben ze niet gekregen om op te potten maar om er iets nuttigs mee te doen zodat het rende ment ten gunste komt aan onze burgers. Ik zou uw college en de raad in over weging willen geven om in 1979 te zoeken naar een passende en zinvolle be steding van in ieder geval een gedeelte van deze reserves. Over de begroting van de centrale antenne-inrichting kan ik kort zijn. Als het resultaat v/at we thans bereikt hebben het eindresultaat zou zijn dan zeg ik, samen met velen in onze gemeente, dat het geen succes is geworden. Al het mogelijke zal gedaan moeten worden om het resultaat te verbeteren. Dit als tegenprestatie voor het te heffen abonnementstarief. Mijnheer de voorzitter we staan aan de drempel van een nieuw jaar. Wellicht is het zinvol ook het voorbije jaar aan een korte beschouwing te onderwerpen. Op het stuk van de gemeente-financiën wordt 1978 zoals het zich thans laat aanzien weer een jaar met een aanzienlijk overschot op de rekening. Politiek is er ook het een en ander gebeurd. Er hebben verkiezingen plaatsgevonden voor de gemeenteraad waarbij en waarna opmerkelijke zaken hebben plaatsgevonden. Mijn verkiezing in de nieuwe gemeenteraad is voor opponenten aanleiding ge weest om via intimidatie en verdachtmaking te pogen mij uit deze raad te weren. Een ander opmerkelijk feit is geweest het buiten het college houden van de Partij van de Arbeid nadat deze partij bij de verkiezingen van 1 naar 3 zetels was opgeklommen en daarmede de tweede grote partij was geworden. Om die reden, en om vele anderen waarop ik op dit moment niet zal ingaan, was een wethouderszetel voor de Partij van de Arbeid een eerlijke zaak geweest. De twijfelachtige houding van de fractie van O.N.S. moet echter als een van de belangrijkste oorzaken gezien worden als de niet verkiezing van een PvdA-wethouder Jammer, volgende keer beter is wellicht hun antwoord. Bovengenoemde feiten zijn er naar mijn mening mede debet aan dat de sfeer in deze raad zichtbaar veranderd is. Een verharding van standpunten en een minder aanwezige goede wil om elkaar te willen begrijpen is duidelijk waar te nemen. De zaken die gespeeld hebben, hebben een aanzienlijke kloof gesla gen in het zo noodzakelijke wederzijdse vertrouwen. De bereidheid van elk raadslid als individu en als groep zal onontbeerlijk zijn om in goede harmo nie samen verder te werken in het belang van onze Oudenbossche gemeenschap. De mate van bereidheid om daaraan mee te kunnen werken zal voor ieder ver schillend zijn en zal in grote mate afhangen van de mate waarin men zich als persoon of als groep geraakt voelt. Ik wil deze algemene beschouwing beëindigen met de hoop uit te spreken dat 1979 in alle opzichten een goed jaar mag worden." Het lid WIJNEN stelt het volgende: "Mijnheer de voorzitter. De behandeling van de begroting 1979 biedt ons de mogelijkheid om ons af te vragen tegen welke achtergrond van ruimtelijke ont wikkelingen wij de aangeboden plannen dienen te bekijken. Hoe passen de plan nen in onze gemeente bij de plaats die Oudenbosch in dient te gaan nemen in het westelijk deel van Noord-Brabant. Een belangrijk instrument zal daarvoor straks gaan vormen het nieuw op te stellen Streekplan West-Brabant. Het lijkt ons gewenst dat ten dienste van de voorbereiding van dit Streekplan zo spoedig mogelijk inzicht komt in de doelstellingen van de gemeente Oudenbosch. Van gemeentewege zou daartoe een ontwerp gemaakt kunnen worden waarin doel stellingen en middelen ter verwezenlijking hiervan worden aangegeven. In onderlinge samenhang en in relatie met de omgeving dienen daarbij te worden

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1978 | | pagina 168