-18- een D.A.C.W.-subsidie niet afgewezen zou moeten worden. Mijnheer de voorzitter vindt uw college niet dat dit soort subsidies ook gemeenschapsgelden zijn? Uw college en de raad heeft er over te waken dat ook deze gelden zoveel mo gelijk tot algemeen nut worden aangewend. Om misvattingen te voorkomen. Als het beheer en de financiering van de wielerbaan zodanig gestructureerd is dat controle op de besteding van aangewende gemeenschapsgelden voldoende gewaar borgd is, dan mijnheer de voorzitter zijn er voor mij geen problemen. Sterker nog. Dan zou ik het zelfs toejuichen dat er van gemeentewege, op dezelfde wijze als dat geschiedt voor de andere sportakkommodaties, gelden beschikbaar kwamen voor deze voorziening. Tot op het moment dat deze controle niet mogelijk is, is subsidiëring of financiering in welke vorm dan ook met gemeenschaps gelden, voor mij volstrekt onaanvaardbaar. De plaatsing van de overkapping wielerbaan op het investeringsprogramma, zeker bezien in het licht van uw nadere argumentatie, lijkt mij tot op dit moment niet gewenst. In onze com missie is aan uw college de vraag gesteld om in het vervolg posten, waar van bekend is dat de bedragen aanzienlijk hoger zullen zijn dan in het voor gaande jaar, voor hogere bedragen in de begroting op te nemen. zegt ons toe in het vervolg daar zoveel mogelijk rekening mee te zullen houden. Een vraag daaraan gekoppeld. Hoe komt het dat ons nog geen voorstellen bereikt hebben tot vaststelling van de vergoeding per leerling? Uw college is het met onze commissie eens dat de nota van aanbieding geen klare weergave geeft van het beleid van uw college voor het komende jaar. Uw toezegging dat u in het vervolg daaraan aandacht zult besteden verheugt mij. Uw college is het niet eens met de stellingen welke in onze commissie geponeerd zijn met be trekking tot gelanceerde ideeën vanuit de raad en de verstrekking van in formatie door uw college aan de raad. Ik ben het op mijn beurt weer oneens met u. Ter staving enkele voorbeelden. Informatie over bouwplan Van Agtmaal, informatie over sociaal cultureel werk, informatie over welzijnsplan, in formatie over aanstelling voorlichtingsambtenaar, informatie over haven enz. enz. Allemaal zaken waar we bij toeval of als er vragen over gesteld worden informatie over ontvangen, terwijl in de meeste gevallen uitdrukkelijk ge vraagd is om bij eventuele vorderingen of nieuwe ontwikkelingen op de hoogte gesteld te worden. Mijnheer de voorzitter het betreurt mij dat, ondanks het feit dat er voldoende middelen aanwezig zijn om de begroting voor het komende jaar sluitend te maken, een aantal burgers toch geconfronteerd zullen worden met belastingverhoging en wel vanwege een hogere rioolretributie die een groot aantal personen zal moeten gaan betalen. Ik maak van deze gelegenheid nogmaals gebruik om mijn afkeuring uit te spreken over het indertijd door deze raad gekozen systeem van rioolbijdrageheffing. Het feit dat waterver bruik alleen maatstaf is voor een te heffen belasting lijkt mij uit oogpunt van milieu en volksgezondheid onaanvaardbaar. Voor wat betreft uw antwoord met betrekking tot de post gratificaties bevreemdt het mij waarom voor 1979 niet de oude regeling wordt toegepast in afwachting van een nieuwe regeling die dan voor 1980 zou moeten gelden. Er mag naar mijn mening geen enkele mogelijkheid van willekeur of bevoordeling ontstaan door te handelen zoals u voor 1979 denkt te moeten doen. Ook al betreft het dan een bevoegdheid van uw college. Met belangstelling heb ik uw antwoord gelezen met betrekking tot de uitkering aan gewezen wethouders. Het bepaalde in artikel k, eerste lid, wat er op neer komt dat inkomsten van gewezen wethouders in mindering komen op pensioenaanspraken, spreekt duidelijke taal. Het lijkt mij dat uw college de nodige controlemiddelen heeft om een en ander vast te stellen. Uw stelling dat deze bepaling voor Oudenbosch geen toepassing kan vinden begrijp ik niet helemaal. Waarom niet is mijn wedervraag? Waarom komt het dan regelmatig voor dat gewezen wethouders en anderen, waarvoor gelijksoortige regelingen be staan, uit eigener beweging afzien van bepaalde aanspraken omdat zij hun voor malige functie weer hebben opgenomen. Er kunnen zich inderdaad gevallen voor-

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1978 | | pagina 166