-1*t-
moesten. Onbekend bleef zelfs of dit adviserend lid nu al of niet in het
college bleef functioneren. Ten aanzien van het welzijnsplan bleven we in
het ongewisse. De havenstank werd reeds eerder ten tonele gevoerd.
Plotseling blijkt nu uit de beantwoording door burgemeester en wethouders dat
er recent besprekingen over zijn gevoerd. Komt dat nu echt mijnheer de voor
zitter omdat we nu een echte ingenieur in ons midden hebben Hij heeft anders
niets anders ingebracht dan dat ik al jaren doe. Afgezien van de fontijnen
dan. En juist zo'n ludiek idee had eerder in onze lijn gelegen. Met de SOJO
werd een zeer onheus spel gespeeld dat veel te lang heeft geduurd. Maar de
raad wist weer van niets. Ook hun eigen schuld, hadden ze maar naar de raad
moeten schrijven. Over Van Agtmaal zal ik maar niets meer zeggen. Alleen de
naam noemen is voldoende. Een waslijst van zaken mijnheer de voorzitter die
heel gemakkelijk kan worden aangevuld. Maar eigenlijk was dat de bedoeling
niet. De bedoeling van de vragen in de afdeling was globaler. Bedoeld werd
veel eerder laten we eens proberen te komen tot afspraken die dit soort on
aangenaamheden voorkomen. Bijvoorbeeld door wat meer openheid te gaan betrachten
vanuit het college. Een beetje afstappen van dat vreemde idee alsof u
alleen maar zou moeten opdraven met door u uitgedachte panklare oplossingen en
voorstellen. Het lijkt mij een goede zaak wanneer het college eens zou gaan
werken met een aan de raad bekende agendering voor de collegevergaderingen
en met besluitenlijsten die ter kennis van de raad worden gebracht. Wellicht
zouden ook de collegevergaderingen opengesteld kunnen worden voor belangstel
lende raadsleden, V/aarbij ik mij niet voorstel dat vanaf zo'n moment 13
stoelen moeten worden aangeschoven. Mijnheer de voorzitter. Wanneer ik een
aantal zaken waarover ik in het voorgaande heb gesproken bij elkaar voeg dan
kom ik tot de conclusie dat ze allemaal het bestuurlijk handelen, het bestuur
lijk met elkaar omgaan, raken. Ik laat even buiten beschouwing dat gebruike
lijk is dat,v/aar binnenskamers een vrij grote overeenstemming blijkt te be
staan, dat nog niet wil zeggen dat wij ook in de openbare vergadering steun
krijgen voor onze gedachten. Wij blijven hopen. Eh vanuit die hoop én re
fererend aan eerdere uitlatingen van de fractievoorzitter van O.N.S.
(ik herinnerde u er al eerder aan) voorts refererend aan de overeenstemming
in de afdeling waarvan ik de eer had rapporteur te zijn, wil ik het volgende
voorstel aan u voorleggen.
a. De raad besluit dat in de loop van 1979i een regeling of een verordening
zal worden opgesteld, waarin voorzover nodig zal blijken, de organisatie
structuur van het gemeentebestuur zal worden vastgelegd.
b. De raad nodigt de bestuursorganen college van burgemeester en wethouders
en de burgemeester uit om hun medewerking daaraan te verlenen.
Een nadere uitleg mijnheer de voorzitter is wellicht nog nodig, hoewel"ik
er vanuit ga dat omtrent de invulling van een dergelijke 'structuurverordening"
nu niet van gedachten gewisseld zou moeten worden. Ik wil slechts aangeven
waarom naar onze mening iets dergelijks het functioneren zou kunnen vergemak
kelijken en waarom het noodzakelijk is dat er een regëtLng komt. En daarbij
zal ik niet uitputtend zijn.Op de meningsverschillen over informatiever
strekking en afhandelen van uit de raad naar voren gekomen suggesties en voor
stellen hoef ik niet meer in te gaan. Ik wil u er slechts op wijzen dat een
welles - nietes spelletje niet alleen geen oplossing biedt maar ook uitermate
frustrerend werkt. Vastgelegd zou kunnen worden een regeling omtrent het voor
overleg en spelregels inzake collegevorming en verdeling commissiezetels.
Vastgelegd zou kunnen worden de spelregels inzake de openbaarheid van commissie
vergaderingen, van al of niet ambtelijke nota's en adviezen enz. enz. Vastge
legd zou ook kunnen worden wanneer de burgemeester, die vrijwel altijd als
zodanig wordt gevraagd en optreed, dat kan en mag doen namens het gemeentebe
stuur. En, bepaald niet het onbelangrijkste, er zouden regelingen kunnen komen