-13- behoefde, zijn grote waarde heeft bewezen. In de afdelingsvergadering waarvan ik deel uitmaakte is een pittige discussie gevoerd over drie nogal principiële zaken. a. de nota van aanbieding is op geen enkele manier een stuk waarin een "beleid" wordt uitgestippeld, (iets wat een belangrijk onderdeel uitmaakte van mijn algemene beschouwing voor de begroting van 1975)° b. Suggesties en voorstellen door de raad gedaan, verdwijnen in het niets, Het college doet er niets mee. c. De raad blijft verstoken van "tijdige" informa tie. Over het gestelde onder a. kunnen we kort zijn. Het college erkent het tekort. En gaat onmiddellijk in de fout in het antwoord door te zeggen: het-»1' geen ons college als beleid voor ogen staat. Het college heeft geen beleid voor ogen te staan. Het college heeft te zorgen dat, in een goed overleg met de raad, voorstellen gedaan worden inzake het beleid. Op de vraag om een beleidsnota nog voor het komende jaar, wordt doodleuk in het geheel niet ingegaan. Zelfs geen motivering waarom u niet aan de wens van de raad voldoet. De verleiding is groot om een lijst aan u voor te leggen van alle gevallen in de voorgaande en in deze raadsperiode \tfaarin ofwel sprake was van het voor bijgaan aan suggesties en voorstellen uit de raad ofwel waarin sprake was van een tekort aan tijdige informatie. Maar de recente gebeurtenissen en het antwoord van burgemeester en wethouders dat hier voor ons ligt bieden genoeg aanknopingspunten. Zoals eerder gezegd is de stelling dat de nota van aanbie ding geen beleidstoelichting geeft vijf jaar geleden aan u voorgelegd. Er is nooit meer iets mee gedaan. Over het tot stand te brengen welzijnsplan werden eerder suggesties gedaan ten aanzien van de inbreng van de raad: er is nooit meer iets mee gedaan. De vraag om een opgave van woningzoekenden in onze gemeente en een specifikatie daarvan dateert van vorig jaar. Zonder een vraag nu, zou er niets op tafel zijn gekomen. Bij een aantal gelegenheden is een snelle bestudering gevraagd van het vraagstuk "stank-vrij maken van de haven". Bij meerdere gelegenheden werd de remedie en de oorzaak globaal reeds aangegeven. De oorzaak: de gebrekkig werkende rioolwaterzuiverings installatie, de remedie: zuurstof-toevoer en/of doorstroming. Er is nooit meer iets mee gedaan. Jarenlang wordt er geopponeerd tegen het steeds weer terug kerende probleem wielerbaan. Dwars tegen de meningen van de raad in blijft u doen alsof u dat niets aangaat en blijft die wielerbaan "geen vlees en geen vis". En figureert op het investeringsplan. In mijn algemene beschouwing vorig jaar mijnheer de voorzitter zei ik onder meer: "Bij de algemene beschouwing van vorig jaar (het zal u duidelijk zijn dat daarmede 1976 werd bedoeld) is er met name door de heer Rennings en door mij een poging ge daan om te komen tot een herbezinning over de organisatie en de taakuitvoering van de raad einde citaat. V/at er van terecht kwam zeg ik dan reeds in de volgende regel: "Een wat mager resultaat als we bekijken wat er aan ideeën op tafel werd gelegd' einde citaat. Niets nieuws dus onder de zon mijnheer de voorzitter. Met de informatieverstrekking is het al niet anders. Ik behoef maar te noemen de voorlichtingsambtenaar, die zonder dat daar enige verdere informatie over is gegeven, alleen maar voor de goede zoekers terug was te vinden in de cijfers. Overigens omvatte mijn suggestie destijds meer en ook dat verdween in het niets. In wenste een voorlichtingsplan" en dat is iets wat veel méér omvat. Dat er plannen zijn om de stencil-en drukwerk voorziening wat te moderniseren, moesten we vernemen omdat wij zelve een plan in die richting bekend maakten. Van de gang van zaken bij het sociaal-cultureel werk voor werklozen zijn wij nimmer op de hoogte gesteld. Het functioneren van het instituut bijzon dere onderzoeksambtenaar is zorgvuldig voor de raad verborgen gehouden. Zelfs uit de cijfers vielen geen gevolgtrekkingen te maken, hoogstens verkeerde. Aangezwengeld in de raad werd het fenomeen "adviserend lid" van het bijstands college. Nimmer meer liet het college weten wat wij daar nu verder mee aan-

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1978 | | pagina 161