-k- Het lid VAN DER GRAAF zegt naar aanleiding van het stuk vermeld onder punt 9, dat dit zogenaamde Seppe Zwartboek indrukwekkende informatie geeft, waaraan niet zomaar voorbij gegaan mag worden. Hij stelt voor dit punt, na de begrotingsbehandeling, aan de orde te stellen. Als voor bereiding hiervoor zou hij graag willen zien dat de raadsleden een exemplaar van dit zwartboek krijgen. De VOORZITTER zegt dat er niets op tegen is dit punt aan de orde te stellen. De benodigde exemplaren van het Seppe Zwartboek zullen worden besteld. Het lid KOP JANSEN zegt niet gelukkig te zijn met het voorstel om het schrijven, genoemd onder punt 1^, voor kennisgeving aan te nemen. Zijns inziens zal ongetwijfeld de indruk ontstaan dat de raad onverschillig staat tegenover dit verzoek. Men moet ervoor waken dat de besluiten ver keerd worden begrepen. Hij vraagt zich af of een discussie mogelijk en gewenst is, teneinde vast te stellen op welke gronden de raad zou beslui ten dit schrijven voor kennisgeving aan te nemen. Als men al dan niet adhesie betuigt zal de situatie hierdoor weinig veranderen. Zij, die hier om vragen, zullen een duidelijker inzicht in de werkelijke mening van de raad krijgen. Hier heeft men recht op, ongeacht hoe de mening ook zal zijn. Hij zegt uitdrukkelijk te willen verklaren dat deze reactie van zuiver persoonlijke aard is. De VOORZITTER zegt zich af te vragen of dit schrijven wel bij de inge komen stukken vermeld had moeten worden. Het schrijven is gericht aan de leden van de raad en niet aan de gemeenteraad. Als iemand persoonlijk wil reageren dan moet hij dat doen, maar laat de raad dit schrijven voor kennisgeving aannemen. Het lid RENNINGS zegt dat de raad ook adhesie heeft betuigd aan zaken als de neutronenbom en de kalkarheffing. Over deze zaken hoeft de gemeente raad als forum ook niet te beslissen. Hij ziet het verschil niet. Het lid VAN DER GRAAF zegt dat hij geen enkele moeite heeft met het be spreken van deze zaak in de raad. Dit dient dan wel te gebeuren op grond van het feit dat een van de leden een interpellatie vraagt. Het feit dat er staat aan de leden van de gemeenteraad in plaats van aan de gemeente raad kan heel goed te wijten zijn aan een toch wat grote onbekendheid met de wijze waarop iets geadresseerd zou moeten worden. Uit de brief begrijpt hij dat men wel het standpunt van de individuele leden vraagt. In deze brief staat ook nog een subsidie-verzoek. Op grond van de ge meentewet dient dit verzoek te zijn gericht aan de gemeenteraad, Dit verzoek dient minstens op gelijke wijze als de andere verzoeken, welke op deze lijst voorkomen, behandeld te worden. Het lid VAN HOOF zegt wat de adressering betreft het eens te zijn met de heer Van der Graaf. Hij vindt deze aangelegenheid echter anders dan bij voorbeeld de kwestie van de kalkarheffing. Hierover was een duidelijk standpunt geformuleerd. Over de abortuswetgeving nog niet. Men kan ook niet praten over een afgerond geheel. De VOORZITTER zegt dat dit schrijven, voor wat betreft de financiële bijdra ge, een volgende vergadering opnieuw aan de orde behoort te komen. In het concept zal men verwerken van mening te zijn dat deze kwestie hier niet aan de orde behoort te komen en dat dit schrijven voor kennis geving is aangenomen. Het lid RENNINGS zegt naar aanleiding van het schrijven, genoemd onder nummer 18, behoefte te hebben mede te delen dat de afvaardigingen van Oudenbosch, Hoeven en Oud en Nieuw Gastel tot een gestructureerd over leg zijn gekomen. In deze eerste vergadering beriepen de afgevaardigden van Hoeven en Oud Gastel zich op eerder gemaakte afspraken met betrekking tot de vertegenwoordiging in het dagelijks bestuur. Vandaar dat men una-

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1978 | | pagina 133