-37- een voorstander is van kleinschalige ziekenhuizen» De commissie Festen heeft niet voor het eerst een rapport uitgebracht» Een ander rapport han delt over Oost-Brabant» Hierin werd ook geadviseerd over te gaan tot sluiting van een ziekenhuis in Deurne» Aanvankelijk werd verkleining voor gesteld, maar het werd groter» Dat was de opvatting van gedeputeerde sta ten, dus tegen het rapport van de commissie Festen in. Met andere woorden wij praten allebei over hetzelfde. Wij hebben allebei moeite met groot schaligheid van ziekenhuizen. Nu is er weieens een norm genoemd van 325 patiënten. Dat zou dan de meest ideale omvang van een ziekenhuis zijn. Wellicht is dat zo. Hij heeft er geen moeite mee volmondig ja te zeggen tegen een Oudenbosch ziekenhuis met 150 bedden. Een ziekenhuisbed kost ongeveer 800 maal zoveel als een bed wat men zo bij de firma Konings kan halen. Daar zal men rekening mee moeten houden. In dit gezelschap wordt gepraat alsof geld geen punt is waarbij men stil zou moeten staan. Men is landelijk bezig - dat zal men in de gemeente ook proeven, als de uitkeringen lager zullen worden - met een inkrimping op allerlei soorten terreinen. Voordat hier sprake van was werd er al vanwege de rijksover heid gezegd dat de kosten van de gezondheidszorg op dit terrein uit de hand liepen en dat die tweede-lijnsgezondheidszorg voor een belangrijk gedeelte moet worden omgebogen in de richting van de eerste lijnsgezond- heidszorg. Welnu daarvan is in feite het advies van de commissie Festen het gevolg. Dan speelt inderdaad mee dat het ziekenhuis jaren heeft geleefd met de zorg van blijven we bestaan of blijven we niet bestaan. Dit geeft zijn terugslag. Dat is allemaal begrijpelijk. Alleen kan hij niet tot een andere gedachte komen als: het is niet anders en het zal niet anders wor den. De heer Rennings zegt vervolgens nog dat de vraag, welke volgens zijn motie gericht zou moeten worden aan gedeputeerde staten steunt op arbi traire verwachtingen. Uit de hoorzitting is duidelijk geworden dat gede puteerde Einmahl zich in elk geval sterk wenst te maken voor de vestiging van een diagnostisch centrum en een buitenpolikliniek. Dat heeft hij on omwonden toegezegd. Dan spreekt hij zichzelf enigszins tegen als hij zegt en kleine ondernemers dan die specialisten..Men zegt de overheid moet zelf een kader scheppen voor bepaalde zaken. Welnu in dit geval verwacht hij ook dat de provinciale overheid zal proberen een zodanig kader te scheppen dat dit toch mogelijk gaat worden. De heer Van Hoof zit min of meer op dezelfde lijn als hij, merkt hij. Hij heeft alleen moeite - de heer Rennings heeft dat eigenlijk ook al verwoord - met de koppeling van de bekendheid van het rapport van de commissie Festen en de motie van de heer Brouwers. Hij moet zeggen dat hij bij de motie Brouwers opmerkingen heeft gemaakt, met name over de beleidstendentiesdie toendertijd door staats secretaris Hendriks waren ontworpen. Dat was voor hem de reden om een kant lijn te maken. Hij kon toen niet volmondig voor zijn. Toen het concept rapport van de commissie Festen uitkwam heeft hij dit ook gekregen. Hij heeft hiermede nooit iets kunnen doen, daar dit hem vertrouwelijk ter hand was gesteld. Het was in ieder geval na de motie Brouwers. De heer Wijnen zegt dat bij de cijfers geen rekening is gehouden met de bevolkingsgroei. Dan zegt hij dat deze niet goed heeft gelezen» Er is wel degelijk rekening gehouden met de bevolkingsgroei» De adherente bevolking wordt berekend uit een becijfering, die is samengesteld uit de orienteringsgraad van de bevolking maal de bevolkingsprognose in 1985- De bevolkingsprognose in 1985 zijn cijfers die genomen zijn uit de derde oriënteringsnota op de ruim telijke ordening. Dat staat weliswaar hier niet in, behalve dan de bevol kingsprognose in 1985» Wel degelijk is die groei hierin meegenomen. Dat men ongeveer tot hetzelfde aantal ziekenhuisbedden komt als er tot nu toe waren, komt omdat er naar die k o/oo-norm wordt gewerkt. Vervolgens zegt

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1978 | | pagina 125