-33- rapport Festen. De beddencapaciteit van de ziekenhuizen in het gebied rondom Oudenbosch is nu reeds 100 bedden lager dan volgens de landelijke normen is toegestaan» De capaciteit van de aanwezige verpleegtehuizen is zelfs 160 bedden lager dan de toegestane norm» Deze situatie wordt ge schetst zonder dat rekening wordt gehouden met bevolkingsgroei; en deze is toch wel te verwachten gezien de aanwijziging van een tweetal groei steden in V/est-Brabant. De lage opnamecoëfficiënt zou in het gebied Oudenbosch - Roosendaal - Bergen op Zoom de oorzaak zijn van het feit dat er nu nog geen schreeuwend tekort aan ziekenhuisbedden is. De com missie weet weliswaar niet waarom er 10$ minder opnamen in ziekenhuizen plaats vindt - men wil dit toch laten uitzoeken - maar veronderstelt dat de lage opname-coëfficiënt een blijvend karakter zal houden! Dit is toch wel een zeer wankele basis voor een vooruitberekening. De dooreen genomen lage verpleegduur in het St. Elisabethziekenhuis te Oudenbosch wordt niet belangrijk gevonden om langer bij stil te staan» Waarom is de commissie niet uitgegaan van de spreiding van de individuele verpleegduur waarbij zo mogelijk rekening kan worden gehouden met de aard van de opname. Het opgevoerde gemiddelde kan heel wat oorzaken verduisteren. Het is bij voorbeeld mogelijk dat een groot aantal opnamen voor zeer korte duur, zoals observatie, in grote ziekenhuizen de gemiddelde verpleegduur sterk kan drukken. Het voorzieningenpakket van het ziekenhuis te Oudenbosch kan daarbij een belangrijke rol spelen; in Oudenbosch zijn slechts wei nig specialisten werkzaam en is voor ambulance-diensten aangev/ezen op Roosendaal. Andere oorzaken van de gemiddeld langere verpleegduur in het ziekenhuis te Oudenbosch kunnen zijn: - de eerder genoemde lage opnamecoëfficiënt» De meest urgente gevallen worden opgenomen in het ziekenhuis, terwijl de andere thuis verpleegd worden. Ook dit kan tot een langere verpleegduur leiden» - het ontbreken van de benodigde verpleegcapaciteit voor langdurig zie ken; er is toch in dit gebied een aanzienlijk tekort aan verpleegruimte. Bij de beoordeling van de ontwikkelingsmogelijkheden van het ziekenhuis te Oudenbosch worden een selectief gebruik gemaakt van cijfers uit voorgaande jaren. Daarbij wordt voor het Oudenbossche ziekenhuis een dalende tendens gesuggereerd, terwijl andere ziekenhuizen een voortgaande toeneming van het aantal opnamen wordt vermeld» De cijfers wijzen evenwel uit dat het aantal opnamen in Oudenbosch in periode 1973-1975 een zelfde ontwikkelings richting had dan de omliggende ziekenhuizen» De vermelde stijging van het aantal opnamen vond alleen van 1975-1976 plaats, in dezelfde periode kende het St. Elisabethziekenhuis eveneens een opleving in het aantal op namen. De verklaring hiervan(betere bezetting van de staf) wordt in het rapport achterwege gelaten. Wel wordt gebruik gemaakt van de oriënterings graden uit het meest ongunstige jaar om een verminderde betekenis voor de regio te illustreren. De verklaring voor de verandering in de oriënte ringsgraden laat men achterwege in het rapport. Dit verschijnsel kan onder meer verband houden met de vestiging van personen uit de Randstad in^West-BrabantDeze kunnen bijvoorbeeld meer op hun oorspronkelijk gebied georiënteerd blijven. Overigens blijkt uit de toegenomen opnamen in 1976 dat Zevenbergen en Etten-Leur een groter aandeel in het totaal leverden dan in voorgaande jaren. Maar dit wordt niet in de tekst vermeld, maar blijkt wel uit de opgevoerde cijfers en de bijlagen. Kortom tot een af nemende betekenis van het Streekziekenhuis te Oudenbosch kan dus niet worden geconcludeerd terwijl die zeker niet te verwachten is gezien de achterstand die de medische voorzieningen nu reeds vertonen ten opzichte van de landelijke normen. Een toenemende betekenis van het ziekenhuis is eerder te verwachten als het aantal specialisten wordt uitgebreid, hetgeen ook door de commissie zelf wordt gezegd als zijnde een van de mogelijke

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1978 | | pagina 121