-31- Een commissie onder voorzitterschap van prof. dr. Hattinga Verschure heeft deze stellingname onderzocht en concludeerde dat liquidatie slechts te voorkomen zou zijn indien voldaan zou worden aan een aantal genoemde maatregelen. Deze maatregelen zouden binnen een jaar na het uitbrengen van dit advies (in augustus 197^ dus) gerealiseerd moeten zijn. Jammer is dat het bestuur, zelfs tot op dit moment, hierin niet is ge slaagd. In verband hiermede doen zich, naar aanleiding van een en ander, bepaalde problemen voor in het Oudenbossche ziekenhuisgebeuren. Niet alleen problemen van financiële aard maar ook van organisatorisch - medische aard. Ik noem hier in dit verband de problemen rondom het verkrijgen van voldoende goede specialisten die in Oudenbosch willen werken. Er van uit gaande dat het bestuur van het ziekenhuis had kunnen voldoen aan hetgeen de minister in 1972 gesteld had _of dat het advies van de commissie Hattinga Verschure had kunnen worden opgevolgd. Wat had in dat licht bezien het lot van ons ziekenhuis geweest kunnen zijn? Naar mijn mening bijna geen ander lot dan wat nu dreigt te gebeuren. Ik kan me voorstellen, voor v/at dat betreft spreken de cijfers uit het rapport Festen overduide lijke taal, dat uitgaande van het bestaan van de ziekenhuizen in Roosen daal en Bergen op Zoom met hun bekende capaciteiten aan bedden en spe cialismen met aan de andere kant de ziekenhuizen in Breda en omgeving, de conclusie van de commissie Festen bijna niet anders kon luiden dan zoals thans bekend is, een conclusie die door vele gezien wordt als fataal voor het Oudenbossche ziekenhuis. Tot de fatalisten wens ik niet te be horen mijnheer de voorzitter.In de aangedragen alternatieven zoals de polikliniek met diagnostisch centrum en mogelijk verpleegtehuis voor somatisch zieken zie ik duidelijke perspectieven voor de toekomst, voor wat betreft de zekerstelling van de belangen van onze burgers met betrek king tot het aspect van de volksgezondheid en wellicht ook in voldoende mate voor wat betreft de werkgelegenheid. Wat dat betreft mijnheer de voorzitter kan ik mij goed voorstellen dat het bestuur van het ziekenhuis al reeds in een veel eerder stadium dan ons overigens bekend was, accoord is gegaan met de eventuele sluiting van ons ziekenhuis. Er van uit gaande dat het advies van de commissie Festen zal leiden tot sluiting van het ziekenhuis in zijn huidige vorm zal het zaak zijn van het bestuur van het ziekenhuis, daarbij gesteund door alle daarbij betrokkenen, in te spelen op de dan te ohtstane situatie. Op dat moment zal prestige en chauvinis me het onderspit moeten delven voor het belang van de volksgezondheid a priori. Van het bestuur van het ziekenhuis zal moed en durf gevraagd worden om vanuit de tot op heden vrije situatie te geraken in een situatie van gedeelde macht. Het delen van macht met anderen, zeker als dit gebeurd in het belang van het doel wat men zich gesteld heeft, kan een heel goede zaak zijn. Mijnheer de voorzitter over het rapport Festen nog het volgende. Dit rapport heeft mij een duidelijk inzicht gegeven in de problematiek die aan de orde is. Ik stel voor dat dit rapport in zo groot mogelijke oplage be schikbaar wordt gesteld voor degenen die hierin belang stellen.Met be trekking tot enkele aktiviteiten rondom het ziekenhuis nog enkele opmer kingen. Op het moment dat er in deze raad een voorstel werd gedaan om ondersteuning te vragen aan de omliggende gemeenten voor het behoud van ons ziekenhuis was aan insiders wellicht het advies bekend van de com missie Festen. Samenspraak tussen de voormalige werknemerspartij en de heer Rennings van O.N.S. (welke partij wellicht kennis droeg van het advies Festen) heeft ertoe geleid dat de werknemerspartij met het eerder genoemde voorstel is gekomen. Achteraf bezien ware het beter geweest dat op dat moment de discussie, die thans gevoerd wordt, toen had plaatsge vonden. Mijnheer de voorzitter, naar mijn mening is de werknemerspartij en de gemeenteraad op dat moment voor een karretje gespannen waaraan de

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1978 | | pagina 119