-29-
Bekijken vrij de cijfers over het jaar 1975, intussen is het er voor'het
ziekenhuis bepaald niet beter op geworden, dan richten zich voornamelijk
op het ziekenhuis de bevolkingen van Oudenbosch, Hoeven en Standdaarbuiten,
samen circa 20.000 inwoners. Gezien de adherentieprognose in het rapport
Festen zal vanuit die bevolking, evenmin als wanneer we daarbij nog op
tellen een deel van de andere omringende plaatsen, een bezetting van meer
dan 50$ van de ziekenhuisbedden te realiseren zijn. In omgekeerde richting
is het ook mogelijk om te komen tot conclusies in de richting van de on
houdbaarheid van stellingen als zou het ziekenhuis in termen van volks
gezondheidszorg en beleidsintenties van zowel de vorige als deze regering
te redden zijn. Uitgaande van de k o/oo norm kun je je afvragen hoe
groot het toeleveringsgebied voor het ziekenhuis zou moeten zijn. Bij een
constante bezetting van een ziekenhuis met 150 bedden met 90$, zijn er
135 bedden te bezetten. Daarvoor is nodig een adherente bevolking van
33750 personen. Niet alle gevallen kunnen in een klein algemeen ziekenhuis
worden opgenomen. Een ervaringscijfer is dat 75$ van de gevallen in
een dergelijk ziekenhuis kunnen worden behandeld. Dat wil zeggen dat wij
daarvoor een bevolking nodig hebben van niet minder dan ^5000 personen.
Mijnheer de voorzitter het zal duidelijk zijn dat een zodanig grote be
volking georiënteerd, op het Oudenbossche ziekenhuis er gewoon niet is.
Het is een realiteit waaromheen wij niet kunnen. Ik denk derhalve dat
sluiting van het ziekenhuis onontkoombaar zal zijn en dat wij dat onder
ogen moeten zien. Het lijkt mij getuigen van realiteitszins indien wij ons
buigen over de vraag "wat dan"? en ons vervolgens sterk moeten maken
om gezamenlijk en met kracht van argumenten, en gewapend met een histo
risch gegroeid recht, verwezenlijkt te krijgen, wat wij zien als een
redelijk alternatief voor het ziekenhuis.
Wanneer op dit moment voldaan zou worden aan alle aanvragen om uitbreiding
en vestiging van verpleeghuizen in West-Brabant dan is er, Oudenbosch niet
meegerekend, al sprake van een ruime overbebedding. Het is daarom nood
zakelijk om ons eensgezind en goed van argumenten voorzien te richten tot
het college van gedeputeerde staten met onze claim. Het standpunt van
gedeputeerde staten is bekend, men acht de verpleeghuisvoorzieningen
behorend tot een andere categorie als de ziekenhuizen. Terecht, denk ik.
Toch zullen we hard moeten maken, met het oog op de werkgelegenheid ter
plaatse en het kapitaal dat is opgehoopt in de gebouwen enz. dat voor ons
die zaken niet los van elkaar gezien kunnen worden. Gedeputeerde staten
hebben uit een meerjarenplanning enkele zaken gelicht als geen uitstel
gedogend, welnu ook de alternatieven voor ons ziekenhuis gedogen geen uit
stel. De vestiging van een buitenpolykliniek lijkt zonder meer haalbaar
te zijn. Met de vestiging van een diagnostisch centrum ligt het moeilijker.
Van de kanten van gedeputeerde staten en van het ministerie mag mede
werking v/orden verwacht. Logisch, het past in de doelstellingen. In het
rapport van Kooy wordt uitgegaan van een verzorgingsgebied van 100000
inwoners. Mij dunkt, dat evenals gesteld mag worden dat de norm van 325
bedden voor een algemeen ziekenhuis niet onomstreden is, er voors en tegens
zijn om tot dergelijke grootschalige "patiintenfabrieken" over te gaan.
Het tegen is hoe dan ook dat het welzijnsbevinden van de patiënten meer
gevonden wordt in kleinschalige instellingen dan in superinstellingen
waarin de mens verloren gaat. Het grootste probleem zal wellicht zijn de
medewerking die verkregen zal moeten worden van de artsen, huisartsen
maar meer nog van de specialisten die een dergelijk centrum zullen moeten
bemannen. Specialisten zijn doorgaans geen mensen die uit roeping handelen.
Het zijn ondernemers, mensen die een winkeltje drijven zoals de loodgieter
en de notaris. Medewerking geven aan een diagnostisch centrum zal derhalve