-28-
Tenslotte gaat dan de burgemeester de handtekeningen aan gedeputeerde sta
ten aanbieden» Namens wie? In welke kwaliteit? Zowel fisiologisch als
emancipatorisch lijkt mij het aanbieden namens de vrouwenraad een mis
kleun van de eerste orde» Als burgemeester dan? Ik ga er toch wel wat
moeite mee hebben dat de burgemeester en de voorzitster van de vrouwen
raad zulke nauwe betrekkingen met elkaar onderhouden» Bevreemdend is ook
het gebrek aan informatie dat wordt gegeven door het bestuur van het zie
kenhuis» Het bestuur beschouwt, gelezen de krantenberichten hierover, een
poging om de bevolking te betrekken in de probleemstelling als "Spielerei",,
Waarvan akte» De argumenten om niet mee te willen doen aan een forumavond
mochten niet openbaar worden gemaakt» Ook tussen bestuur en staf en onder
nemingsraad bleken heel wat meningsverschillen te bestaan, gezien de vele
publicaties in die richting. In een commentaar laat het Brabants Nieuws
blad weten: Als wij het goed hebben begrepen laat de verhouding tussen
besturen en/of directies van de ziekenhuizen in Oudenbosch en Roosendaal
deelname aan een openbare discussie niet toe." Mijnheer de voorzitter.
Met het Brabants Nieuwsblad vraag ik mij dan af: "of er soms iets te
verbergen is". In ieder geval acht ik het onjuist dat men weigert om
publiekelijk verantwoording af te leggen. Wij zijn de tijd van het regen-
tenbestuur voorbij»
Het college van burgemeester en wethouders stuurt een brief met daarin
vervat het oordeel van het college over het rapport Festen. In die brief aan
gedeputeerde staten en aan het dagelijks bestuur van het streekgewest
mis ik de opmerking dat de raad van Oudenbosch, zich over het rapport
Festen niet heeft uitgesproken. Integendeel door te verwijzen naar de uit
spraak van de raad over het behoud van het ziekenhuis zonder datering
daarvan suggereert u dat dat wel het geval is. Ik vind dat u zich daarmede
heeft begeven op een pad dat u niet had mogen betreden.
Mijnheer de voorzitter, bezien wij nu de situatie, los van bestuurlijke
perikelen. Niet voor niets begon ik mijn betoog met te reveleren dat het
ziekenhuis ruim honderd jaar bestaat. Wij mogen degenen die de feitelijke
beslissing gaan nemen, dit voorhouden. Oudenbosch claimt historisch ge
groeide rechten. Oudenbosch mag eisen dat alles in het werk wordt gesteld
om, indien de beslissing om het ziekenhuis te sluiten zal vallen
te zorgen dat het ziekenhuis een alternatieve taak krijgt en dat de werk
gelegenheid blijft behouden. Maar, is de hamvraag, moeten wij ons verzet
ten tegen sluiting? Het is misschien goed even terug te keren naar de be
leidsintenties van het Ministerie van Volksgezondheid, neergelegd in
de zogenaamde A o/oo-norm„ Ik sprak daarover eerder toen de motie van de
heer Brouwers aan de orde was» Zoals u weet wordt met deze norm bedoeld
dat op 1000 inwoners A ziekenhuisbedden beschikbaar dienen te zijn.
De norm is gesteld enerzijds omdat de toenmalige staatssecretaris
Hendriks zich voor de taak zag gesteld de uit de hand lopende kosten voor
de gezondheidszorg in de dammen, anderzijds omdat werd gepoogd een ver
schuiving aan te brengen tussen de tweede lijns gezondheidszorg naar de
eerste lijns. In dit laatste streven past volledig het streven naar het
vestigen van diagnostische centra. Een zodanig centrum is een typische
uitbreiding van de eerstelijnszorg, het voorziet de huisartsen van het
instrumentarium, van extra ogen en oren als het ware. Ik kom daarop nog
terug» Het college van burgemeester en wethouders nu stelt tegenover
de conclusies van de commissie Festen dat een onderzoek moet worden in
gesteld naar de mogelijkheden tot behoud van het ziekenhuis. Ervan af
gezien dat dat wat denigrerend is tegenover de commissie, alsof die com
missie zich niet duidelijk impLiciet en expliciet met die vraag hebben
beziggehouden, denk ik dat het college zich bezig houdt met illusies.