-3- het roken eigenlijk is. Als verwoed rookster weet zij hoe moeilijk het is om van het roken af te komen. Men kan er niet genoeg op hameren dat het een kwalijke zaak is. De VOORZITTER zegt dat dat niet overwogen is, daar het niet gevraagd werd. Men kan zich afvragen - hij dacht dat het beter in de studie van de subsidiecommissie meegenomen kan worden - of een dergelijke zaak thuis hoort bij het gemeentelijk subsidie-beleid. Het lid BROUWERS zegt erg blij te zijn met de positieve reacties inzake adhesiebetuiging aan de poging tot behoud van de M.H.N.O.-school "De Schakel". De VOORZITTER zegt dat de adhesiebetuigingen door hem op 3 mei a.s. aan de voorzitter van het schoolbestuur van de N.C.B. aangeboden worden. Het lid KESSEL zegt uit het schrijven van het bestuur van de K.P.J. begrepen te hebben dat er een misverstand bestond rondom de ontwikkelingen betreffende de verbouwing van Fidei et Arti, Hij betreurt het dat deze mensen niet tijdig zijn ingelicht over de gang van zaken betreffende deze verbouwing. Het lid RUBBENS zegt te hopen dat de K.P.J. een positief antwoord kan krijgen opdat de mogelijkheid geboden wordt om in Oudenbosch een uit voering te geven. Het lid VAN DER GRAAF zegt voetstoots aan te nemen dat hier een reeks van misverstanden elkaar opgevolgd hebben. Dit blijkt ook wel een beetje uit de brief van de K.P.J. In dat opzicht wil hij geen beschuldigende vinger heffen. Hij betreurt het wel dat alleen de brief van de K.P.J ter inzage lag. Het zou het college gesierd hebben als hierbij ook een uiteenzetting van burgemeester en wethouders over hoe alles is verlopen gelegen had. Het antwoord wat gebruikelijk gegeven wordt heeft hij ook gemist. Het lid KENNINGS zegt het zelfde te willen vragen als de heer van der Graaf. Ook hij vindt dat er een uiteenzetting gegeven moet worden. Tenminste moet medegedeeld worden of men gebruik kan maken van Fidei et Arti en zo ja wanneer. De VOORZITTER zegt dat de K.P.J. zich tot de verkeerde instantie wendt. Als dit schrijven voor kennisgeving aangenomen wordt, zoals het college voorstelt, dan zal er zeker een brief uitgaan naar de K.P.J. met de achtergrond dat men zich moet wenden tot het bestuur van de Stichting Gemeenschapstehuis. Dat is de instantie die Fideï et Arti exploiteert. Overigens zijn wij allen op de hoogte van de onzekerheden waarmede dat bpstuur gezeten heeft. De goedkeuring van het besluit van uw raad, waarbij het krediet voor de verbouwing gevoteerd werd, heeft lang op zich laten wachten. Het bestuur hoopt dat het antwoord op korte termijn binnen is zodat daarna zo snel mogelijk met de al zo lang gewenste ver bouwing gestart kan worden. Men heeft alles steeds uit moeten stellen omdat de benodigde goedkeuring van gedeputeerde staten nog niet binnen was. Het voorstel van het college is dat de K.P.J. verwezen wordt naar het bestuur van de Stichting Gemeenschapstehuis alwaar men een antwoord moet krijgen betreffende de vraag hoe de mogelijkheden zijn ten aanzien van de volgende uitvoering. Het lid VAN DER GRAAF zegt het met deze gang van zaken niet eens te zijn. De voorzitter heeft gelijk als deze stelt dat de Stichting Gemeenschaps tehuis verantwoordelijk is voor deze gang van zaken. De brief had daar aan ook gericht moeten zijn. Dit is in dit geval niet geschied en hij denkt bewust niet. Hij neemt aan dat de K.P.J. wel weet hoe de vork aan de steel zit en dat men zich terecht wendt tot de gemeente omdat in feite het handelen van het gemeentebestuur de oorzaak is van de ontstane moeilijkheden Daarom acht hij het niet meer dan billijk dat het gemeente bestuur zich daarvoor verantwoordt. In een dergelijke brief kan zijdelings opgemerkt worden dat feitelijk

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1978 | | pagina 92