-27-
huisvesting voor die periode aanvaardbaar zal blijken. Hij wil overigens
de gedachte om aan decentralisatie te denken op het moment dat deze grootte
zal blijken te klein te zijn, graag, als de raad dat op prijs stelt,
doorspelen naar het bestuur en die gedachte meenemen bij het voorzieningen
niveau van de 2e fase van Albano. De heer van der Graaf heeft moeite
met de voorbereidingstijd. Hij kan zich dat voorstellen. Uit de ervaringen
met het bestuur van de bibliotheek heeft het college gemeend, daar de tijd
vóór 1 april zo kort was, het rechtvaardig te achten de raad het voorstel
te doen het plan als zodanig vast te stellen. Het plan volgt in grote
lijnen het stramien van de provinciale opzet. Voor de toekomst blijven
er natuurlijk, indien dat nodig mocht blijken, mogelijkheden aanwezig
het plan bij te stellen.
Het lid RENNINGS zegt zijn voorstel wat hij in eerste termijn heeft gedaan,
te willen handhaven. Hij vindt dat men, het plan spreekt steeds over eisen,
de werkelijkheid aan die eisen moet toetsen. Daarbij komt nog dat de raad
op grond van het verslag besloten heeft het bestuur voor te stellen
of dit kon bewerkstelligen dat het boekenbestand meer zou worden aan
gepast aan de norm. Hij zou de situatie willen vermijden dat de huisvesting
kleiner wordt gehouden omdat het boekenbestand kleiner is en dat het boeken
bestand niet uitgebreid kan worden omdat de huisvesting niet groot genoeg is.
Hij zou toch willen voorstellen dat dit aspect bij het bestuur van de
bibliotheek wordt voorgelegd.
Het lid VAN DER GRAAF zegt het vertrouwen in het beleid van de biblio
theek te delen, maar dat heeft in wezen niets te maken met zijn grief.
Hier dient een plan te worden vastgesteld. Hier dient men zich over dat
plan ook te moeten kunnen beraden.
De wijze waarop men dat soort zaken pleegt te benaderen komt er op neer
dat als er erg veel instellingen zijn die op allerlei gebied in onze ge
meente hun taken u>tvoeren men alleen een administratief apparaat nodig
heeft wat in de gaten houdt waar de gelden naar toe gegaan zijn.
Het is deze raad die beslist en die beslissen moet. Het is de raad die
de verantwoordelijkheid ontloopt wanneer men de verantwoordelijkheid
legt op de schouders van anderen. Op die grond moet hij zeggen dat hij
niet bereid io dit plan goed te keuren, daar hij onvoldoende kennis heeft
kunnen nemen van dit plan.
Het lid VAN HOOF zegt dezelfde bezwaren te hebben als de heer van der
Graaf voor wat betreft het tijdsbestek. Het vertrouwen dat het college
in het bestuur van de bibliotheek stelt wordt niet gegeven vanwege het
feit dat dat gegeven moet worden maar vanwege het feit dat de werkzaam
heden van dat bestuur optimaal zijn.
Op dit moment wil hij niet zover gaan als de heer van der Graaf om het plan
nu niet vast te stellen. Hij vindt dat het een ideale situatie zou zijn
als zou blijken dat alle taken door particuliere instellingen goed ge
regeld zouden zijn. De gemeenteraad zou dan een controlerende taak hebben.
De VOORZITTER zegt te constateren dat de raad het eens is met het voor
stel van de heer Rennings om de vragen aangaande de huisvestingsproblema
tiek door te spelen aan het bestuur van de bibliotheek.
Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen onder aan
tekening dat het lid van der Graaf tegen dit voorstel is.
19» Wijziging gemeenschappelijke regeling Hypotheekfonds Noordbrabantse
Gemeenten.
Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen.
20. Rondvraag.
Het lid BROUWERS zegt te willen vragen of er al adhesiebetuigingen aan-