-25- te zeggen dat men bereid is aan deze voorziening mede te werken onder voor waarde dat die principiële toezegging teruggeschroefd wordt. Het lid BROUWERS zegt dat men destijds gekozen heeft voor een permanente oplossing, tegen de achtergrond dat een tijdelijke oplossing bijna evenveel zou kosten. Nu komt men niet te staan tegenover een verschil van 50»000,maar wel iets meer. Daarom ondersteunt hij het voorstel van de heer van der Graaf. Daarbij wordt het schoolbestuur niet tekort gedaan en komt dit bestuur onder dezelfde noemer te vallen als elk ander school bestuur dat een eventueel nieuw schoolgebouw wil stichten. De VOORZITTER zegt in de meeste reacties te beluisteren, zij het met andere woorden, dat voor het realiseren van de voorziening, zoals deze nu ter tafel ligt, een zware verantwoordelijkheid bij het schoolbestuur berust. Wat dat betreft zou er best een formulering te vinden zijn, die in die geest zal luiden, zij het dat daar toch weer zoveel alternatieven mogelijk moeten zijn dat de verantwoordelijkheid, die het schoolbestuur vanaf het moment dat de zaak actueel gaat worden heeft te dragen, waar gemaakt moet kunnen worden. Hij gelooft dat men dan een omschrijving krijgt die zodanig is afgezwakt dat die al bij al die hardheid niet zal hebben, die de raad graag zou vriLllen. Hij heeft bij de secretaris geïnformeerd of het mogelijk was de eerder gedane toezegging in te trekken. Deze zei hem dat dat niet mogelijk is Het schoolbestuur kan best gebruik maken van de principiële toestemming. Als er dan verschil van opvatting is, en als de raad van mening is dat het schoolbestuur onvoldoende motieven aanhaalt om een nieiw schoolgebouw te realiseren dan zou de raad van de bevoegdheid om het krediet niet beschikbaar te stellen gebruik kunnen maken. Hij dacht dat er toch nog wel waarborgen zijn voor de toekomst die onverstandige besluiten kunnen tegen gaan. Met betrekking tot een vierde lokaal moet hij zeggen dat er nog wel in zal zitten. Met betrekking tot de gezamenlijkheid, zoals de heer Kok stelt, dacht hij dat de situatie, die straks ontstaat in Albano, het moeilijk is om te zeggen welke behoefte er in de derde fase zal zijn. Het is nogal speculatief om over die gezamenlijkheid te spreken. De heer van der Graaf zegt dat de kosten nu vrij hoog zijn en dat de alternatieve gebruiks mogelijkheden nu nog moeilijker zijn in te schatten. Hij gelooft dat dit onderstreept de zwaarte van de verantwoordelijkheid, die het schoolbestuur op zich neemt. Hij dacht dat het moeilijk is hieraan nu de voorwaarde te verbinden, dat men de eerder gedane principiële toezegging terug geeft of dat men te kennen geeft daar geen gebruik van te maken. Het lid VAN DER GRAAF zegt een verklaring te willen afleggen. Hij is van mening dat men de verantwoordelijkheid daar moet leggen waar deze berust. Dat is volgens hem bij de raad. Als zijn amendement niet wordt overgenomen dan moet hij helaas tegen dit voorstel zijn. Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen, onder aantekening dat het lid van der Graaf tegen dit voorstel is. 16. Voorstel tot verkoop van industrieterrein aan Legro B.V., alhier. Het lid RENNINGS zegt dit pre-advies niet alleen toe te juichen vanwege de aspecten van de werkgelegenheid, maar ook vanwege de milieu-aspecten. Jarenlang heeft de industrie gelegen aan de Industrieweg, geloosd op de haven. Verder wil hij nog even ingaan op het ontwerp-besluit. In artikel 11 is het boetebedrag wel aangepast maar in artikel 13 niet. De VOORZITTER zegt dat het college ook blij is dat de werkgelegenheid gehandhaafd blijft. Het bedrijf moet niet verplaatst worden omdat men geen ruimte heeft om een zuiveringsinstallatie te bouwen, maar omdat men een ander procédé moet gaan toepassen, hetwelk niet in het huidige bedrijf uitgevoerd kan worden. Wat betreft het niet aanpassen van het boetebeding in artikel 13 moet

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1978 | | pagina 85