-24- te eniger tijd zou worden verlaten om een nieuw gebouw in Albano te betrekken hij niet zou weten wat men met dit gebouw op dat moment zou kunnen doen. De heer Kop Jansen stelt vragen met betrekking tot het oplopen van de kosten. Of de kosten nog zullen oplopen weet hij niet. Hij neemt aan dat men van deze kosten ad. 400.000,reëel uit kan gaan. De principiële medewerking voor Albano heeft de raad reeds verleend. De raad dient te zijner tijd nog wel een krediet beschikbaar te stellen. Als de raad op enig moment daartoe geen termen aanwezig acht dan kan de raad daaraan niet meewerken. Daarbij zou kunnen komen dat het provin ciaal bestuur er ook een andere visie op na houdt. Een positieve bena dering van de raad zou op dat niveau nog tegen gehouden kunnen worden. De heer Kok vraagt of men voor die 400=000,iets anders kan doen. Hij gelooft dat het heel redelijk is om toch in deze fase rekening te blijven houden met het feit dat straks de school aan de Thorbeckestraat v/el voldoende zal zijn. In dat geval gelooft hij dat de aanpassing, zoals die hier nu ligt, zinvol is. Met Jarino-lokalen zou men eenzelfde bedrag in tien jaar verwonen. Het lid KOP JANSEN zegt, gezien de opstelling van het schoolbestuur, akkoord te kunnen gaan met dit voorstel. Verder wil hij de heer van der Graaf er op wijzen dat deze zich vergist. De heer van der Graaf dacht dat hij vorige keer tegen het voorstel had gestemd. Na rijp beraad was hij toch eigenlijk voor het voorstel. Het lid KESSEL zegt niet bedoeld te hebben dat de school niet volwaardig was maar het schoolgebouw. De voorzitter zei in zijn antwoord dat er niet veel ruimte meer over v/as voor nog een uitbreiding. Hij zou graag willen weten of er eventueel te zijner tijd een vierde lokaal gebouwd kan worden. Het lid KOK zegt te hopen dat men met die 400.000,toekomt. Verder zou hij willen zeggen dat in 1976 gepleit is voor een gezamenlijk school gebouw. Het lid VAN ELZAKKER zegt het voorstel van het college te ondersteunen, zonder dat er voorwaarden gesteld moeten worden. Het lid VAN DER GRAAF zegt dat hij destijds inderdaad voor het voorstel heeft gestemd. Overigens vindt hij dat dat de kosten dermate hoog zijn, opgelopen en het pand minder bruikbaar is voor v/i jziging.men niet licht vaardig moet zeggen dat men dit pand binnenkort maar verlaat. Hij vindt het een onjuiste benadering dat de voorzitter zegt dat de raad op moet letten als er straks een krediet gevoteerd moet worden. De principiële toezegging wordt niet voor niets gedaan. Als dat krediet gevoteerd moet worden dan zou men er alleen tegen kunnen zijn als men het met de opzet van het plan niet eens is. Wat heeft anders een principiële toezegging voor waarde De verwijzing naar gedeputeerde staten als toezichthouder aanvaardt hij helemaal niet. De raad moet zijn eigen beslissingen nemen welke goed moeten zijn. Dan heeft men ook geen last met gedeputeerde staten. Een dergelijke benadering lijkt hem ook niet nodig. Er is niemand die een schoolbestuur belet aan de raad een principiële medewerking te vragen voor de bouw van een andere school op het moment als dat nood zakelijk zal blijken. Hij heeft duidelijk laten merken dat hij niets verlangt en verwacht dat er geen nee in zou kunnen zitten. Er kunnen mogelijkheden aanwezig zijn dat die school nodig zal zijn. Het schoolbestuur zal immers gelijk andere schoolbesturen moeten kunnen aantonen dat een dergelijke school nood zakelijk is. Dit vindt hij het zwakke punt bij de principiële toestemming van de raad. Daarbij is in zijn geheel niet aangetoond dat een protestants- christelijke basisschool daar meer levenskansen zou hebben dan op de plaats, waar deze nu is gehuisvest. Zijn conclusie is dat de raad er onverstandig aan doet van het schoolbestuur te laten afhangen of men een redelijke opstellen wil kiezen. De raad behoort in dit geval, naar zijn overtuiging,

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1978 | | pagina 84