wethouders aandacht voor deze problemen vraagt» Het lid RENNINGS zegt dat hij de antwoorden, genoemd onder de punten 10,11, en 12 niet bij de ter inzage gelegde stukken heeft kunnen vinden» De VOORZITTER zegt dat deze stukken in het tweede mapje lagen» Voor alle duidelijkheid leest hij de gegeven antwoorden, genoemd onder de punten 10,11 en 12 voor» Het lid BROUWERS zegt met betrekking tot zijn schrijven namens de Werknemersfractie, hetgeen ter inzage lag, een voorstel te willen doen. Hij heeft bij alle fractievoorzitters een copie van zijn voorstel neer gelegd, zodat zij dat intussen hebben kunnen inzien. Hij stelt hierna het navolgende: "Geacht college, De door u aan onze raad ter inzage gegeven stukken over eventuele verplaatsing van het M.H.N.O. naar onze buurgemeente, geven onze fractie de overtuiging dat: - het schoolgebouw van de N.C.B. alswel het Ministerie van Onderwijs en wetenschappen onvoldoende argumenten hebben om het M.H.N.O» te ver plaatsen: - gezien de functie die Oudenbosch heeft in West-Brabant. De mogelijk heden voor uitbreiding c.q. experimenten met onderwijsvernieuwing en de relatie met andere onderwijsvormen zijn meer dan elders in Oudenbosch voorhanden. - omdat deze onderwijsvorm zijn leerlingen grotendeels werft in de plattelandsgemeenten. Verplaatsing leidt zeker tot verschraling van onderwijsvoorzieningen op het platteland. Voorts omdat Oudenbosch centraler gelegen is dan Roosendaal ten opzichte van het rekruteringsgebied en beter bereikbaar is. Zeker als men de afstanden van station en bushalten ten opzichte van het schoolgebouw in aanmerking neemt. Genoemde argumenten zullen zeker aanleiding kunnen zijn om de zogenaam de concentratienota zodanig te hanteren dat het M.H.N.O. in Oudenbosch, voor de West-Brabantse bevolking behouden blijft. Voorts blijft deze onderwijsvorm dan zo nauw mogelijk verbonden met het leefmilieu van de leerlingen» Op grond van bovenstaande stellen wij de gemeenteraad voor dat het College van Burgemeester en Wethouders: - de van belang zijnde gemeenten in West-Brabant verzoekt minstens adhesie te betuigen met het streven van de raad om het M.H.N.O. in Oudenbosch te behouden. - alle betrokken instanties in kennis brengt van de dan verkregen onder steuning om daarmee ook te attenderen op de belangen die de bevolking heeft bij het nemen van beleidsbeslissingen» - al het mogelijke in het werk stelt om verschraling van onderwijs voorzieningen op het platteland tegen te gaan. - het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen, de volksvertegenwoor diging én het schoolbestuur van de N.C.B» beweegt de door hen voor bereide verplaatsing geen doorgang te laten vinden." De leden KOP JANSEN, KESSEL, VAN DER GRAAF, DE VETH en VAN ELZAKKER zeggen dat him fractie zich geheel achter het voorstel van de heer Brouwers kan scharen. Het lid BROUWERS zegt dat bij de begrotingsbehandeling de kwestie van het ziekenhuis ter sprake is geweest. Dit is voor zijn fractie aanleiding het navolgende te stellen: "Geacht college, In onze brief van 11-1-1978 hebben wij u ook geattendeerd op vragen welke in eerste instantie door O.N.S. met betrekking tot het streekziekenhuis in

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1978 | | pagina 5