-16- In de eerste twee groepen zijn niet alleen de alleenstaanden rijkelijk vertegenwoordigd, maar ook de grotere gezinnen. Dit heeft meegespeeld in de benadering van dit voorstel. Voor deze groepen mensen moeten wij nu niet met een verhoging komen. In alle eerlijkheid moet hij stellen dat men in feite met het voorstel van zijn fractie de on- roerend-goedbelasting gaat verhogen. Het gaat er niet om de belasting te verlagen, maar het gaat om het principe dat als graadmeter voor het gebruik van het riool-stelsel niet alleen het waterverbruik moet dienen. Y/ellicht zal voor 1979 de onroerend-goedbelasting moeten worden verhoogd gezien het voorstel van z.ijn fractie. Dit zou men niet voor het jaar 1978 moeten doen. In het voorstel van het college vindt een vermindering van de opbrengst van de rioolretributie van 3^0.000,naar 307»500,plaats. Hiermede wordt bereikt, dat was voornamelijk de hoofdregel voor wij ziging van de rioolretributie, dat de bedrijven, instellingen en pen sions naar de mening van de Kroon niet eerlijk zouden worden belast. Zijn fractie heeft geen enkel probleem met die groep, waaraan de ver laging te beurt is gevallen. Op dat moment heeft men van de zijde van de V.V.D. niets gehoord. Nu zijn fractie echter tegemoet wil komen aan bejaarden, alleenstaanden en dergelijke zegt de V.V.D.stop en niet verder. Hij vindt dit van de V.V.D» een oneerlijke benadering. In het verleden is in onze gemeente een belastingsysteem opgebouwd wat naar zijn mening eerlijk was. Dit was gebeurt op draagkracht. De personele belasting, waar dit zeer goed tot uiting kwam, is wegge vallen. Dit is niet ten gunste van de grote gezinnen, maar dit is met name ten gunste gekomen van de beter gesitueerden in onze gemeente. Er is hiervoor wel iets teruggekomen. Maar in de mate, waarin een ieder betaalde, is een verschuiving gekomen. Hetgeen nu wordt voor gesteld, het v/eer verlichten van de lasten aan een kant, zou een extra bevoordeling van die groep zijn. Hij vindt dit, gezien het systeem wat in het verleden is opgebouwd, geen eerlijke zaak. De VOORZITTER zegt dat het college heel nadrukkelijk de bedoeling heeft om de post onvoorzien te besteden. Hij kan de raad nog geen concrete voorstellen doen. Bij de begrotingsbehandeling zijn voorstellen gedaan, waarvoor nogal wat geld nodig is. Het college is heel nadruk kelijk voornemens om met een pakket voorstellen c.q. voorzieningen te komen, zowel van materiële als van immateriële aard, die het volle bedrag zullen bestrijken. Als de raad daarom nu besluit de post on voorzien plotseling met 122.000,te verkleinen, dan ervaart het college dit toch als het achteraf amenderen van de begroting, in die zin dat men in 1978 het voorzieningenniveau niet zodanig moet aanpakken als in eerste instantie mogelijk was. De heer van der Graaf heeft ge zegd dat vastgesteld is dat het zwaartepunt ligt tussen 50 en 150 m3 waterverbruik» Dit zal best, maar hij gelooft niet dat men dat vast gesteld mag noemen. Als men dat met een grens wil aanduiden dan vindt hij dat het woord willekeur een te zwaar woord is. Iedere grens heeft zijn absolute werking. Het college heeft getraclt differentiatie aan te brengen. Het is altijd zo dat mensen, die wat betreft hun criteria dicht bij elkaar liggen, op een andere wijze worden belast. Hij dacht dat dit de consequentie was van het streven naar differentiatie» Als men tot een percentage van 90 komt, wat dan een en hetzelfde bedrag geeft, dan komt men bijna in hetzelfde systeem te zitten als dat waarvan wij af willen. De heer Brouwers zegt dat er meer speelt dan alleen huishoudelijk afvalwater. Dat is zeker. Er zijn goede argumenten voor om te zeggen dat wij het in de vorm van een onroerend-goedbelasting doen. Legio

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1978 | | pagina 54