-15- antwoord van de voorzitter blijft zijn fractie voorlopig voor voorstel I A. Het lid KESSEL zegt dat aan de verlangens van zijn fractie door het college tegemoet is gekomen. Hij onderschrijft de bezwaren tegen het onderbrengen van de retributie bij de onroerend-goedbelasting. Zijn fractie blijft voorstander voor voorstel I A. Het lid VAN HOOF zegt dat de voorzitter de mogelijkheid van het weg vallen van de verfijningsuitkering voor de historische stadskernen heeft genoemd. In feite is dat op dit moment niet aan de orde. Op dit moment zit er bij de onroerend-goedbelasting een ruimte van 800.000,Zijn fractie laat de retributie in stand. In het verleden, toen deze gemeente tegen een artikel 12 gemeente aan zat,zijn er naar evenredigheid grotere offers gevraagd van de burgers dan in de omliggende plaatsen het geval was. Deze raad heeft toen, zij het ongaarne, ingestemd met belastingverhoging. Wanneer wij de trend van de laatste jaren zien, namelijk dat wij op onze rekeningen 751 76 en 77 bedragen overhouden liggende tussen 500.000,en 1.000.000,dan durft hij gerust te stellen dat wij teveel van onze burgers hebben gevraagd. Er spelen ook andere factoren mee, zoals het feit dat de uitkeringen van het rijk wellicht zijn verhoogd. Dit doet niets af aan het feit dat wij die aanzienlijke bedragen trend matig overhouden. Is het dan oneerlijk op het moment dat dit mogelijk is gewoon iets terug te geven aan onze burgers Bij de algemene beschouwingen heeft zijn fractie de wens geuit dat met de post on voorzien iets gedaan moet worden. Het is niet acceptabel dat er straks iets van deze post weer naar de algemene reserve gaat, Op dit moment gaat het er niet speciaal om het bedrag van 122.000,van de post onvoorzien af te schrijven. Men begrijpt heus wel dat op dit moment de onroerend-goedbelasting niet met 1,35 per 3000,kan verhogen om het tekort ad 122.000,te dekken. Bij een overschot van ^86.000,kan men toch geen belasting verhogen. Dat is de reden dat zijn fractie zegt dat voor dit jaar die 122.000,afgeschreven kunnen worden van de post onvoorzien. Er zijn nu toch geen concrete plannen om die post te benutten. Misschien geldt deze belastingver laging alleen voor 1978. In het voorstel van zijn fractie wordt de retributie niet afgeschaft. Men moet zich wel realiseren dat de aan- legkosten van de riolering worden vergoed, hetzij door grondverkopen, hetzij door een verfijning van de algemene uitkering. De investering speelt in deze gemeente dus niet mee als kostenfactor, wel de onder houdskosten. V/at dat betreft gaat de vergelijking met de plantsoenen wel op. Mensen in Kom Noord en Pagnevaart hebben bijna geen plant soenen. Mensen in Velletri en Spui hebben riante plantsoenen. Moeten wij nu gaan twisten wie er in redelijkheid geniet van die plantsoenen. De onderhoudskosten worden toch ook door ons allen gedragen. V/at dat betreft zou tefc beginsel, dat zijn fractie voorstaat, gemak kelijk uit de algemene middelen kunnen worden bekostigd. Een meerderheid was in deze raad niet te vinden, vandaar dat zijn fractie naar een compromis heeft gezocht. Naar de mening van zijn fractie is dit gedaan op basis van een redelijke verhouding. In deze raad is meerdere malen gesteld dat de rioolretributie, zoals deze thans bestaat, 86,per aansluiting dus, niet eerlijk is. Bejaarden, alleenstaanden, kleine gezinnen betalen in verhouding te veel. Hij heeft getracht dit te vertalen»Als alleenstaanden en dergelijke de helft van het tarief gaan betalen, 40,dus, dan is dat een eer lijke benadering. Men doet dan volledig recht aan het principe dat men de alleenstaanden en dergelijke echt minder wil laten gaan betalen.

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1978 | | pagina 53