-11- een relatie moet blijven bestaan met het genot of het gebruik van iets. Hij citeert uit het voorstel: "Dan wordt weer een grondslag gehanteerd die o.i. niet als redelijk kan worden aangemerkt voor het bepalen van de mate van het gebruik of genot van de gemeentelijke riolering". Voorts voert het college aan de onroerend-goedbelasting daarvoor niet te willen gebruiken omdat de nog aanwezige ruimte gereserveerd moet worden om de eventuele ongunstige tijden te kunnen opvangen. Op zich is dit volgens zijn fractie niet zo'n sterk argument. De onroerend-goedbelasting is er ten minste gekomen om de gemeente meer autonome en meer aan de eisen van de tijd aangepaste financiële middelen te verschaffen. Ook in plaats van oude belastingen. Dit betekent dat men daaruit ook die voorzieningen mag gaan bestrijden, die duidelijk ten algemene nutte zijn. De gemeenteraad is vrij om de opbrengst van de onroerend-goedbelasting te besteden zoals hij dat wil, althans binnen het financiële kader en voorzover het finan cieel verantwoord is. Hij blijft pleiten om de lasten, voortvloeiend uit het rioolstelsel, te bestrijden uit de opbrengst van de onroerend- goedbelasting. Anderzijds is hij ervan overtuigd dat dat op dit moment geen haalbare kaart is. Binnen een aantal jaren zal het toch zo zijn dat de rioolretributie en andere retributies tot het verleden zou kunnen gaan behoren, omdat zij zo moeilijk hanteerbaar zijn. Men gaat nu toch ook niet zeggen plantsoenen te hebben en daarvoor de mensen apart te gaan belasten. Zo zijn er nog een aantal dingen te noemen, welke zo tot het normale welzijnspakket behoren dat men zegt dat bestrijdt men uit de algemene middelen. Zijn fractie vindt dat die rioolretributie goed vervangen zou kunnen worden door dit in de onroerend-goedbelasting op te nemen. Zijn fractie ziet wel in dat dit nu nog geen haalbare kaart is in deze raad. Daarom heeft men uitgekeken naar een alternatief. Het voorstel, genoemd door het college onder I A, wil men als uitgangs punt nemen, maar men wil dat wel op een bepaalde manier amenderen en wel als volgt: "Hoewel vrij voorstanders blijven van het onderbrengen van rioolretributie in de onroerend-goedbelastingen hebben wij moeten constateren dat dit voorstel in deze raad waarschijnlijk geen voldoende steun zal verkrijgen. V/ij hebben dan ook gezocht naar een compromis waarin wij toch een ge deelte van ons uitgangspunt terugvinden. V/ij stellen voor; Voorstel 1A. B en W wijzigen voor wat betreft bedragen als volgt: 0 - 100 m3 40,— tot 1000 m3 voor elke 100 m3 f 15,meer in plaats van 30, boven 1000 m3 voor elke 1000 m3 of gedeelte 150',meer in plaats van 300, Het verschil tussen de opbrengst van het voorstel onder 1A 307=500, en ons voorstel185.040,~) zijnde 122.460,— onder brengen in de onroerend-goedbelastingen, echter met dien verstande dat we de aanpas sing van de onroerend-goedbelastingen voor 1978 achterwege laten.(Dit is mogelijk gezien de post onvoorzien van dit moment 486.000, Voor 1979 en later telkenmale bezien in het licht van de totale dekkingsmiddelen voor de begroting met v/elk bedrag de onroerend-goed belasting moet worden aangepast." In de visie van zijn fractie is dit enerzijds een kwestie van geven en nemen hunnerzijds, in de hoop dat de raad anderzijds ook iets zal geven en nemen Het lid DE HAAS zegt dat zijn fractie volledig achter het voorstel van de heer Brouwers kan staan. De VOORZITTER schorst de vergadering opdat het college van burgemeester en wethouders de gedane voorstellen nader kan bekijken.

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1978 | | pagina 49