-5-
Hij dacht dat deze bestemming wel door zou gaan. De ruiling op zich
vond zijn fractie een goede zaak. Hij had enkel een probleem met
de uitrit welke gevraagd is- Hij vraagt zich af of het uit een oogpunt
van verkeersveiligheid geen problemen zal opleveren, wanneer daar een
uitrit wordt gemaakt. Voorts is hij het eens met hetgeen de heer Rennings
zojuist stelde. Men loopt nu eigenlijk vooruit op de vaststelling van
het Komplan.
Het lid VAN DER GRAAF zegt zich volledig te kunnen aansluiten bij de
woorden van de heer Rennings. Hij wil hieraan nog wel iets toevoegen.
Naar zijn overtuiging verzet er zich niets tegen dat onder een voor-
bereidingsbesluit grondtransacties plaatsvinden. In dier voege vindt
hij dat de raad een ruiling, zoals hier is voorgesteld, niet zou mogen
tegenhouden op grond van het feit dat het Komplan nog niet is vastge
steld. Anders wordt het echter wanneer het college van burgemeester
en wethouders, uiteraard na verkregen toestemming van de raad, ingaat
op voorwaarden van Historica b.v.namelijk dat die grond bebouwd
mag worden en dat er een uitrit aangelegd mag worden. Dat is naar zijn
overtuiging een beslissing die de raad zou moeten nemen en die analoog
is, althans de facto analoog is, aan een besluit om tijdens de duur van
een voorbereidingsbesluit een bebouwing toe te staan middels een artikel
19-procedure, een verklaring van geen bezwaar van gedeputeerde staten.
Men loopt nu om die verklaring van gedeputeerde staten heen. In feite
is datgene wat men nu zou doen hetzelfde. Men gaat zich, voordat het
Komplan is vastgesteld, vastleggen of binden dat er gebouwd mag worden
en nog wel onder welke noemer er gebouwd mag worden. Dat vindt hij een
zodanige poging om een regeling, die toch al zijn bezwaren heeft - de
artikel 19-procedure - te omzeilen. Hiervoor kan hij geen bewondering
hebben. Hij zou dit voorstel dus willen aanhouden tot dat het Komplan
is vastgesteld.
De VOORZITTER zegt de indruk te hebben dat er zich niets verzet tegen
het aanhouden van deze zaak. Hij wil toch in herinnering roepen wat
er gebeurt is ter plaatse. Er stonden twee pandjes, waarvan de gemeente
de eigendom in de afgelopen jaren heeft verworven en welke reeds ge
sloopt zijn. Daarop aansluitend ligt een strook grond, die gedeeltelijk
eigendom is van de betreffende B.V. en gedeeltelijk van de gemeente.
Om nu een normaal lopend geheel te krijgen, dacht het college dat het
wenselijk was dat stuk, wat daar aansluit op die gronden die vrij zijn
gekomen doordat die woningen zijn gekocht, te verwerven. Er stond
tegenover dat een van die woningen welke de gemeente gekocht heeft
een achtertuin had. Een achtertuin welke ingebouwd was tussen de muren
van het pand van Historica. Het college dacht dat het verstandig was
om te proberen tot een transactie te komen, waarbij beide stukken grond
betrokken zouden worden. Het ene stuk heeft nog de extra voorkeur, het
is namelijk gemakkelijk afsluitbaar en de emballage, kratten of con
tainers, welke anders buiten zouden staan, kunnen nu afgeschermd worden
op dat stukje voormalige achtertuin in plaats van op dat stukje tegen de
weg. Dat is de reden waarom het college deze transactie op dit moment
heeft voorgesteld. Men kan dan namelijk tot een aanpak van het West
Vaardeke komen. De heer van Hoof zegt waarom een uitrit. Als hij de
vraag van Historica goed begrepen heeft is dit om bij die containers
te kunnen komen. Het gaat niet om het creëren van een uitrit, want er
is een uitrit aanwezig. Dit blijkt ook uit de aantekening van de
directeur gemeentewerken.
De heer van der Graaf zegt onder een voorbereidingsbesluit kan men
gerust grondtransacties laten plaatsvinden. Grondtransacties worden
niet getoetst aan bestemmingsplannen en bij het ontbreken daarvan ook