-27- Rechtsongelijkheid dient men te voorkomen door de verkoop gewoon vrij te laten» Het lid KESSEL zegt te hopen dat deze richtlijnen goed zullen werken» Hij vindt het boetebeding van 50$ ook aan de hoge kant. Het lid VAN ELZAKKER zegt te constateren dat de commissie voor algemene en bestuurlijke zaken eigenlijk voor niets in het leven is geroepen» In die commissie is er uitvoerig over deze kwestie gesproken. Men is ervan uitgegaan om richtlijnen te hebben, waarmee men kan werken. Als men er mee aan het werken is en er oneffenheden blijken te zijn dan moet men deze richtlijnen bijstellen. Hij zegt geen enkele moeite te hebben om deze richtlijnen nu aan te nemen. Mocht straks in de praktijk blijken dat ze gewijzigd moeten worden dan ziet hij graag een voorstel van het college in deze tegemoet. Hij zou graag willen zien dat men met deze richtlijnen kan gaan werken, zodat zij aan de praktijk getoetst worden. De VOORZITTER zegt met dezelfde woorden als de heer van Elzakker te willen beginnen. In het pre-advies staat immers ook: "Het zal u duidelijk zijn dat na toepassing van de richtlijnen en met inachtneming van alle zich voordoende omstandigheden men van oordeel is, dat bepaalde aanvragen te hoog of te laag zijn gewaardeerd. De toetsing van de richtlijnen aan de praktijk zal terzake de nodige aanwijzingen verschaffen. Blijkt de noodzaak tot wijziging dan zullen wij u een voorstel daartoe doen." Hij gelooft dat hieruit blijkt dat het college ervan overtuigd is dat dit niet meer dan een poging is om een systeem in te brengen. Het college heeft niet de indruk dat nu een oplossing is geboden voor alle omstan digheden, die zich voordoen» Men heeft alleen een stuk objectivering gekregen in de wijze waarop op de zaken in de toekomst worden behandeld. Hij dacht dat dat toch een winstpunt moest zijn. Het college heeft niet de bedoeling gehad een verordening voor te stellen want dan wekt men toch de indruk dat men met iets bezig is waarvan men de indruk heeft dat het perfekt is. Die indruk heeft het college niet. Het is daarom niet verantwoord om er een verordening van te maken» Met betrekking tot de vraag van de heren van Hoof en van der Graaf inzake categorie c zegt hij dat het college eigenlijk bedoeld heeft die categorie van oud ingezetenen aan te merken als een eigen soort sociale binding. Dat deze groep verder geen punten scoort is jammer. Dit komt omdat men zich richt op mensen, die hier al zijn. Dat is de reden waarom deze alleen maar in aanmerking komen voor die k punten. Dit betekent dus dat het de eerste categorie is die, nadat de Oudenbosschenaren zelf een kans gehad hebben, in aanmerking komt. Hij dacht dat in die zin de wens om er een eigen categorie van te maken in feite niet door de plaats maar door het aantal punten is gehonoreerd. Aangaande de speculatie zegt de heer van Hoof dat zij al gestraft worden met 2 punten. Het gaat hier om mensen die hier even komen wonen omdat zij hier nu een huis kunnen bemachtigen en na enige tijd weer naar een andere plaats gaan. Dat zijn mensen die duidelijk niet de bedoeling hebben om deel uit te maken van onze gemeenschap. Van hen heeft het college gezegd dat men moet pro beren deze mensen weg te houden, daar er genoeg mensen zijn die zich hier willen vestigen met de bedoeling deel uit te gaan maken van onze gemeenschap. Men moet daarom toch regels hebben om mensen met specu latieve redenen af te schrikken. Dat is ook de reden dat het college ge zegd heeft dat er een flinke boete nodig is» Een boete van 10$ zal niet afschrikken. Overigens gaat het hier om 50$ van de koopsom en niet over de verkoopprijs. In het licht van de ontwikkelingen is dat boetebeding nog niet afschrikwekkend voor een speculant. Als het heel redelijk is dat iemand verhuist en zijn huis verkoopt dan kan hij ontheffing krijgen,

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1978 | | pagina 27