-23- van het werkgebied van de woningstichting., Men moet zich wel realiseren dat er waarschijnlijk meer belangstelling is vanuit Oudenbosch om te kopen dan er mogelijkheden zijn» Hij denkt dan met name aan het verkopen van de individuele kavels volgens het voorgestelde puntensysteem. Hij heeft de indruk dat men aan de hand van de spontaan binnengekomen ver zoeken niet alle Oudenbossche belangstellenden zal kunnen contenteren. Op grote schaal is er belangstelling. Hij dacht dat men niet moet streven om inwoners van Standdaarbuiten, Oud Gastel en Hoeven tot concurrenten van Oudenbosschenaren te maken. Hij dacht dat men ervoor moet waken dat Oudenbossche inwoners eerder aan bod komen om een kavel en/of huis te kopen dan mensen ven buiten onze gemeente. Het lijkt hem niet verstandig om dat uit te breiden. Hij gelooft niet dat er erg veel verschil moet zijn tussen renteverlies bij het bouwbedrijf en het rente verlies bij de koper. In feite wordt het huis ook niet goedkoper door het feit dat iemand het vroeg heeft gekocht. De heer Kessel ver bindt hieraan nog een voorstel, namelijk om de woningen te verkopen 3 maanden voor er met de bouw begonnen wordt. Als er helemaal nog niets staat gelooft hij toch dat men dan de eigen inwoners in een slechte po sitie brengt ten opzichte van anderen. Hij zou zich kunnen voorstellen dat men zegt tot drie maanden na de aanvang met de bouw of na het dtorten van de fundamenten. Hij kan zich wel voorstellen dat het onder de kap zijn wel een grote handicap kan zijn. Het is ook zo dat als een plan bekend is de gegadigden wel komen, zeker als de acquisitie daarop duide lijk is gericht. Verder wil de heer Kessel een omschrijving van behoudens ontheffing van burgemeester en wethouders. Het college heeft met opzet niet gekozen voor een voorstel v/aarbij die ontheffingsmoge lijkheden allemaal worden opgesomd. Dan zou men toch tegen een situatie kunnen aanlopen, waarbij zich een zekere mogelijkheid voordoet waarvan men zegt dat het duidelijk in het licht van de bedoeling vein de richt lijnen is dat er een ontheffingsmogelijkheid is. Stel maar voor dat de mogelijkheid van scheiding niet is opgenomen, dan zou men voor het pro bleem staan dat men geen ontheffing zou kunnen geven. Hij gelooft niet dat het moeilijk is om in de geest van de richtlijnen of voorwaarden die ontheffingsmogelijkheid toe te passen. Voorts zegt de heer Kessel dat goedkeuring van dit raadsbesluit leidt tot opdrijving van prijzen van bestaande woningen in Oudenbosch. Dit gelooft hij niet. Hij gelooft dat daardoor degenen, die tot nu toe van buiten naar Oudenbosch zijn gekomen en hier in overwegende mate de prijs van de woningen hebben be paald, uit zullen wijken naar plaatsen waar gemakkelijker aan bouwgrond of een woning te komen is. De hear van der Graaf zegt dat het een ver ordening moet zijn. Hij dacht dat dat niet nodig is, gezien de bedoeling van de opdracht van de raad aan burgemeester en wethouders om bij de voorbereiding rekening te houden met deze 'zaken. Men kan ook moeilijk zeggen dat er duidelijk bevoegdheden aan het college worden gegeven. Het is alleen maar om de zaken voor te bereiden. Naast het punten- aantal kan er ook nog een aantal andere indicaties gelden. Dit is om een afgerond geheel te hebben, waarbij men heeft geprobeerd om met alle omstandigheden rekening te houden. Het is dan aan de raad om te beoor delen of dan die voorkeur wordt gehonoreerd. Het college zal dan in het voorstel bij een gelijk aantal punten moeten zeggen dat er bepaalde omstandigheden zijn, waardoor iemand de voorkeur verdient. De raad moet dan zeggen of hij het daarmee eens is. Beroepsmogelijkheden behoeven er naar zijn mening niet te zijn. Men vraagt aan de raad om een stuk grond te kopen en niet aan het college. Er is een beroepsmogelijkheid, want als men het er niet mee eens is zou men in het kader van de wet A.R.O.B»

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1978 | | pagina 23