-21-
in dat er een categorie c in de kop dient te staan, waarin die categorie
wordt gekenschetst. Dit zou kunnen zijn, personen die op sociale gronden
aanspraak maken op een woning in Oudenbosch. Dan staat er voorts dat
verzoeken van hen die twee of meerdere malen bouwgrond van de gemeente
Oudenbosch hebben gekocht, niet ingewilligd zullen worden. Daarvan
zegt hij dat dit in principe juist is. Stel je echter voor dat er mensen zijn,die
nogaLverhuislustig zijn-zij.'verkopen hun woning maar willen wel in de gemeente blijven
wonen - en die op basis van deze richtlijnen hun woning en grond ver
kopen aan inwoners van Oudenbosch. Dit mogen zij van hem gerust tien
maal doen. Hij heeft dan geen eikel bezwaar om voor de elfde maal
bouwgrond aan hen te verkopen. Men zou deze op dezelfde wijze moeten
behandelen en dus de verkoop van hun woning aan de goedkeuring van
burgemeester en wethouders onderhevig maken. Dan zou achter dat inge
willigd een komma moeten staan en tenzij de voorgaande grond verkocht is
binnen deze richtlijnen. Hij gaat nu verder met de puntentotalen.
Hij vraagt zich af of het wel noodzakelijk is om te zeggen dat een
bedrijf of instelling waar men werkzaam is in de gemeente Oudenbosch
gevestigd dient te zijn. Hij kent een aantal voorbeelden van mensen
die echt aan Oudenbosch economisch verbonden zijn, bijvoorbeeld omdat
zij in Oudenbosch kantoor houden, terwijl hun bedrijf elders is ge
vestigd. Hij dacht dat deze zin helemaal moest verdwijnen. De vraag
of men in Oudenbosch zijn hoofdberoep heeft kan men beoordelen zonder
deze zinsnede. Verder heeft hij nog een vraag over punt b, waarin ge
steld wordt dat aanvrager c.cu aanvraagster 7 jaren in Oudenbosch woon
achtig moet zijn. Zit hier nog een diepere filosofie achter Dan staat
er in punt g: "tenzij hij toentertijd zijn eigen woning heeft verkocht,
verhuurd of in gebruik heeft gegeven aan een niet ingezetene c.':q. niet-
economisch gebondene". Dat is een verplichtstelling achteraf. Dit lijkt
hem niet rechtvaardig. Dit lijkt hem pas hanteerbaar na een overgangs
maatregel. Men kan nu niet al iemand laten boeten voor het feit dat
hij vijf jaar geleden iets heeft gedaan, wat hij toen echt niet kon
weten.
Bij punt 2 staat: degenen, die naar het oordeel van burgemeester en
wethouders een sociale of economische binding met Oudenbosch hebben."
Hij zou deze zinsnede gewijzigd willen zien in:"die voldoen aan deze
richtlijnen". Men gaat dan even loskoppelen het feit, dat wij duidelijk
bepaalde zaken omschrijven en dan gaan wij plotseling zeggen dat burgemees
ter en wethouders mogen bepalen of men een sociale of economische bin
ding heeft. Dit lijkt hem strijdig met het voorgaande. Eveneens strij
dig met het voorgaande is het gestelde onder punt 3i namelijk: "Uit
het acquisitiebeleid moet blijken dat dit naar het oordeel van
burgemeester en wethouders gedurende ten minste drie maanden in
voldoende mate is gericht op de verkoop van woningen aan personen
bedoeld onder punt 2". Vooraf zegt men dat men verlangt dat die wo
ningen gedurende de tijd dat zij niet onder de kap zijn worden aan
geboden aan Oudenbossche ingezetenen. Wat heeft nu meer prioriteit
het niet onder de kap zijn of die drie maanden Hij dacht dat de ter
mijn van drie maanden in dit geval moet verdwijnen, daar dat in dit
opzicht niet relevant is.
Bij punt 5 wordt een boetebeding genoemd. De boete van 50$ van de
koopsom van de grond woning vindt hij toch afwijken van hetgeen
over boetebedingen in deze raad is gezegd.
Voorts staat er weer behoudens ontheffing van burgemeester en wet
houders» Moet men nu bij een dergelijke ernstige zaak zo vaag omschrij
ven dat er een verschil kan bestaan tussen de waarde en een ontheffing
van burgemeester en wethouders. Hij vindt deze omschrijving te vaag.