-21-
stelling aan dat de Oudenbossche burgers te veel betaald hebben» Wan
neer deze reserve in 3 a jaar opgebouwd is dan houdt dat volgens hem
in dat men in die jaren met rekeningsoverschotten tussen 500.000,
en 1.000.000,duidelijk te veel van de burgers gevraagd heeft.
Hij zou het eerlijk vinden dat men het teveel betaalde aan de burgers
teruggeeft. Wanneer men nu op allerlei manieren moet proberen het geld,
wat beschikbaar is, op te maken, dan spreekt hem dat niet aan. Dit
voorstel sluit ook niet aan bij de politiek, die de overheid voor heeft
met de uitkering aan de gemeenten. Gemeenten krijgen van het Rijk een
hogere uitkering uit het gemeentefonds om daarmee iets te doen. Dat
moet besteed worden. Er is werkloosheid.De regering stelt extra gelden be
schikbaar om daarvoor werken te laten uitvoeren» Wanneer elke gemeente
in Nederland op dezelfde wijze zou handelen als de gemeente Oudenbosch
de laatste jaren gedaan heeft dan gaat men gelden, welke men van de
rijksoverheid krijgt, oppotten met het gevolg dat werkgelegenheid te
genen dele gestimuleerd wordt. Hij komt dan terug op hetgeen hij bij
het vorige voorstel gesteld heeft. Liever het op deze manier besteden
van de post onvoorzien dan die post naar de algemene reserve toespelen.
Het heeft wel tot gevolg dat men de komende jaren weer met nog grotere
structurele overschotten te maken zal krijgen. Dat is zijn probleem»
Men kan wel afschrijven ten voordele van volgende jaren, maar daardoor
wordt het gat/het overschot steeds groter. Naar zijn mening is duidelijk
aan de orde een belastingverlaging» Wanneer dat op een politiek ongunstig
moment niet te realiseren is - met name enkele maanden voor de verkie
zingen - dan hebben wij met z'n allen weer k jaar voor de boeg om dat
aan de kiezers te verkopen op een manier zoals men dat wil.
Het lid VAN DER GRAAF zegt dat men zich moet realiseren dat het
verlagen van de onroerend goed-belasting een totaal andere zaak is»
Het is een totaal andere zaak dan waarover gesproken werd namelijk de
rioolretributie in een bepaald dienstjaar verlagen en in dat dienst
jaar het overschot te gebruiken om het tekort te dekken. Dat is dat ver
schil. Dan gaat men een structurele belasting - rioolretributie - een
malig in een bepaald jaar verlagen. Dat besluit kan men ook voor meerdere
jaren nemen, maar dat verandert niets aan de situatie. Men gaat dan een
structurele belasting dekken met een eenmalig overschot, want men weet
niet hoe het volgend jaar zal zijn. Dat is een van de moeilijke punten
bij belastingverlaging. Ieder jaar stelt men een begroting vast. In
die begroting is een belastingopbrengst en een post onvoorzien geraamd»
Hoewel bij de laatste begroting de post onvoorzien werd verhoogd van
de gebruikelijke 5»per inwoner tot een bedrag - als hij het zich
goed herinnert - van ruim 100.000,Op dat moment had men kunnen
besluiten om voor dat gedeelte een zekere belastingverlaging toe te
passen» Wanneer de begroting normaal sluitend is met een post onvoor
zien zoals men die pleegt vast te stellen op 5>per inwoner dan
is er op dat moment geen reden tot belastingverlaging. Blijkt aan het
eind van het jaar dat er grote overschotten zijn dan moet men zich
daarop beraden om dat te voorkomen»
Het lid RENNINGS zegt dat hier sprake is van het niet oppotten. Door
het op deze manier te doen schept men de mogelijkheid om de volgende
jaren een groter bestedingspatroon van de zijde van de overheid mogelijk
te maken. Als men alleen kijkt naar de algemene reserve dan zou men
mogen overwegen om de belasting te verlagen. Als men echter ook weet
dat men staat voor de reconstructie van de haven, inrichting Komplan
e.d» dan is hij ervan overtuigd dat men geen grote post in 1978 aan de
algemene reserve kan toevoegen. De algemene reserve, welke nu aanwezig