-12- vereist men bij de provincie - het plan is inmiddels van vooroverleg terug - dat de financiële haalbaarheid wordt aangetoond. Vandaar dat deze bij het grondbedrijf in de kostprijsberekening is opegnomen. Dat is de enige reden waarom die kostprijsberekening hierbij staat. Als de vaststelling van het bestemmingsplan in de raad aan de orde komt kan men op die kostprijsberekening terugkomen. Betreffende de tweede opmerking moet hij zeggen dat de raad zich al eerder over die Mk woningen uitgesproken heeft. In deze raad is ter discussie geweest of men mee wilde werken om een aantal woningen, die in feite in de premie-sfeer zaten, in de woningwet-sfeer uit te voeren. In die discussie is heel nadrukkelijk gewezen op het feit, dat dat financiële consequenties had. De kavelprijs voor woningwetwoningen lag namelijk lager dan de kavelprijs voor premie-woningen. De raad is destijds akkoord gegaan met het voorstel om die 11*+ kavels voor premie- bouw om te zetten in kavels voor woningwetbouw. Het lid VAN HOOF zegt te willen stellen dat agendapunt 19 eigenlijk een voorstel is van De VOORZITTER zegt straks hierop terug te willen komen, als dat agenda punt aan de orde is. Hij wil de raad nu wel informeren. Als het college dat als een punt gezien had dat niet meer aan de orde was dan hadden burgemeester en wethouders het plan, wat uit het vooroverleg gekomen was ter visie kunnen leggen. Dat heeft het college bewust niet gedaan, omdat het de discussie van vanavond wilde afwachten. Het lid VAN HOOF zegt dat de kwestie betreffende die 114 woningen inderdaad eerder ter sprake is geweest. Toen is duidelijk de toezegging gedaan, dat de raad geïnformeerd zou worden over de afloop van die zaak. Die informatie heeft hij tot op heden nog niet ontvangen. De VOORZITTER zegt dat de kavelprijs voor premiebouw en voor woningwet- bouw bekend was toen die kwestie van de /\'\k woningen in de raad aan de orde was. Hij zegt graag toe na te gaan welke informatie het college de raad nog schuldig is. Het lid VAN HOOF zegt met betrekking tot het schrijven genoemd onder nummer 14 van de ingekomen stukken dat hij bij de ter inzage gelegde stukken gezien heeft dat er gewerkt wordt aan het mogelijk toch toe gankelijk maken van het paviljoen voor invalide mensen. Er wordt wel gesteld dat die toegang van binnen uit nog niet mogelijk is. Hij zou willen vragen om die mogelijkheid ook te bezien, zodat ook invalide mensen vanuit het paviljoen de toiletten kunnen bereiken. Het lid VAN DER GRAAF zegt dat hij gevraagd had een overzicht van de verkochte kavels van het Industrieterrein Bosschendijk, 1e gedeelte, te verstrekken omdat hij de indruk had dat men niet helemaal op de goede weg was met de verhoudingen, welke men daar vindt. Er staan slechts drie zogenaamde dienstwoningen. Als hij dan naar de bebouwde oppervlak te kijkt dan komt hij bij Krens bijvoorbeeld aan een terrein van 3^28 m2 waarvan ^50 m2 bestemd is voor een bedrijfsgebouw. De rest van het terrein heeft men in gebruik als dienstwoning met tuin. Hij dacht dat men hiermede toch wel de plank een beetje misgeslagen had. Enkele ondernemers zijn in de gelegenheid gesteld om voor een bijzonder ex clusief prijsje een stuk bungalow-grond te verkrijgen. Dat is nu eigen lijk hetgeen waartegen men zich wilde bewapenen. De VOORZITTER zegt dat het gedeelte van dat terrein, wat voor de tuin gebruikt wordt, geen tuin zal blijven. Bij het voorbeeld wat de heer van der Graaf genoemd heeft heeft al een uitbreiding van het bedrijfs gebouw plaatsgevonden. Hij dacht dat er pas weer een plan voor uitbrei ding binnengekomen was. De tuin is eigenlijk een reservering voor uit-

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1978 | | pagina 156