-14- dat het gemiddeld waterverbruik per woning 120 m3 bedraagt, dan zegt hij dat men op een inconsequente weg is» Wanneer men een dergelijk voor stel gaat maken om een redelijke meter voor het gebruik van de riolen te kunnen bekijken of berekenen, dan moet men consequent zijn. Dan moet men accepteren dat dit v/at meer moeilijkheden geeft dan het werken met een eenheidstarief. Dat is inherent aan het werken met gedifferen tieerde tarieven. Het past dus niet dan een bijl te gebruiken en te zeggen dan nemen we een getal waar alle bewoners, met uitzondering van 8, ondervallen, terwijl een getal van 200 m3 veel reëler zou zijn. Veel reëler, omdat men dan terecht komt op het grootste aantal bewoners van Oudenbosch, die dan een aanvaardbaar tarief betalen in overeenstemming met het waterverbruik. Hij is niet in staat geweest, vanwege het rekenwerk wat hieraan vast zit en vanwege het onbekend zijn met het gemiddeld waterverbruik per woning, om een deugdelijk amendement te bieden. Hij zou het amendement als volgt willen verwoorden. Naar zijn overtuiging dient het aantal m3 te worden gesteld om en nabij de 200, waar het eenheidstarief geldt. Uiteraard dient dan het bedrag te worden aangepast. Het zal er op neer komen dat het eenheidstarief lager zal zijn dan 86,laten we zeggen 75iDit betekent dat men bij elke 100 m3 meer de helft van 75,meer moet gaan betalen. In dat geval gaat men de andere gebruikers zodanig belasten dat dit in overeenstemming zal zijn met het totale bedrag wat tot nu toe werd ontvangen. Het zou precies uitgerekend moeten worden waarop het eenheidstarief zal uitkomen. De perceptiekosten zullen wel hoger zijn, want als men voor een gedifferentieerd tarief kiest moeten er hogere perceptiekosten worden opgebracht. Kiest men voor een eenheidstarief dan moet men dit eenheidstarief zodanig stellen dat niet alleen de bewoners van woningen hiervan de dupe worden. Tenslotte wil hij nog wijzen op een aardige bijkomstigheid. Zojuist is besloten dat er de komende 18 jaren 27.000,meer financiële ruimte is. Daar komt men dan 5191op tekort. Het lid RENNINGS zegt datgene er op nageslagen te hebben wat er over deze zaak gezegd is in de vergaderingen van december 1976 en januari 1977. Daar werd als doel voor die nieuwe regeling gesteld dat er een andere grondslag voor de berekening van de rioolretributie moest komen. Terecht is toen door de heer van Hoof gezegd dat de perceptiekosten medebepalend moesten zijn voor het systeem wat werd gekozen. Er is toen geen uitspraak gedaan over het feit of de tarieven moesten stijgen of dalen, evenzo of het totaal van de opbrengst gelijk moet blijven of niet. Andere opmerkingen, die gemaakt zijn, waren dat de eengezinshuis houdens lager moeten worden belast en dat er een gedifferentieerd tarief moet komen. Hij citeert nu het preadvies: "Teneinde u een voorstel tot vaststelling van de gedifferentieerde tarieven te kunnen doen, moeten wij over de basisverbruikgegevens kunnen beschikken". Een vast bedrag plus een proportioneel tarief is genoemd. Grote gezinnen mogen niet te veel worden belast. In dit voorstel is naar zijn mening de randvoorwaarde tot doel verheven. De perceptie kosten kunnen niet lager zijn. De grondslag is formeel in relatie tot het waterverbruik gebracht. Van de huishoudens zullen er slechts drie op de duizend merken dat er een andere grondslag is. Naar zijn opvatting is het gestelde doel niet bereikt. Eengezinshuishoudens worden niet lager belast en er is geen gedifferentieerd tarief. Op een eenvoudige wijze is aan doel randvoorwaarde en opmerkingen te voldoen. Hij heeft een tweetal varianten - hij komt hierop later terug - berekend, met als uitgangspunt dat de inwoners, die een gemiddeld waterverbruik hebben,

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1978 | | pagina 14