-5- De gevolgen daarvan heb ik te aanvaarden en te dragen hoe zeer mij dat ook ter harte gaat. Toch zal ik de taak waardoor ik door de kiezers geroepen ben met alle kracht die in mij is op dezelfde wijze als voorheen proberen ii/aar te maken» Moge de God van du Pont, Mol, Rennings en Kop Jansen, die misschien ook mijn God wil zijn, mij daarbij behulpzaam zijn»" Het lid RENNINGS zegt dat de heer van Hoof om feiten vraagt. In de brief, die zijn fraktie verstuurd heeft, zijn twee feiten genoemd. Men heeft gezegd dat het pamflet verspreid is op een moment dat er geen weerwoord meer mogelijk was en dat hij een relatie legt tussen de heren du Pont en van der Graaf alsof zij verantwoordelijk zouden zijn voor de technische mankementen aan de centrale antenne-inrichting. De heer van Hoof zegt in zijn pamflet niet dat zij verantwoordelijk zijn voor de technische mankementen maar hij zegt dat men de heren du Pont en van der Graaf eens zou kunnen bellen voor het vertroebeld t.v.-beeld. Als commissie-lid weet de heer van Hoof dat de technische mankementen niet verholpen konden worden omdat de technische voorzieningen nog niet voorhanden waren. Als de heer van Hoof vraagt welke andere halve waarheden, die erger zijn dan leugens, er nog zijn dan moet hij zeggen dat,als de partij O.N.S. en de P.v.d.A. verweten wordt dat zij het belang van de Oudenbossche kiezers niet vervullen gemaks halve vergeten wordt dat het genoemd raadsbesluit niet alleen met de goedkeuring van k stemmen van O.N.S. en 1 stem van de P.v.d.A. is genomen maar ook met de goedkeuring van de stemmen van de V.V.D» en de stem van de heer Rubbens, met wie de heer van Hoof op het moment dat het pamflet geschreven werd, een samenwerkingsverband was aangegaan. De laatste passage van de heer van Hoof waarin hij een relatie legt tot de religie wil hij verder buiten beschouwing laten. Hij wil nog wel zeggen waarom zijn fraktie die brief aan de heer van Hoof persoonlijk gestuurd heeft. De heer van Hoof heeft een persoonlijke aktie gevoerd en niet een aktie uit naam van de Werknemerspartij. In de persoonlijke aktie heeft de heer van Hoof personen o.a. uit zijn partij op een moment dat zij zich niet meer konden verweren voor zaken verantwoordelijk gesteld, waarvoor zij ter verantwoording geroepen Zijn terwijl zij daarvoor evenals de heer van Hoof politiek verant woordelijk waren» Hij vindt dat men dan iemand die een persoon lijke aktie voert, daarvoor persoonlijk verantwoordelijk kan stellen. Dat heeft zijn fraktie dan middels een open brief gedaan. Het lid VAN DER GRAAF zegt dat als na het afleggen van die verkla ring geen discussie moest ontstaan hij dan weinig behoefte had aan weerspraak op het pamflet, wat de heer van Hoof verspreid heeft. Hij gaat in z'n geheel niet in op de verhouding tussen de heer van Hoof en zijn althans vroegere fraktie. Hij heeft alleen ma~r te maken met datgene wat de heer van Hoof gemeend heeft om als politieke daad te moeten stellen voor de verkiezing. Op zich heeft hij weinig be hoefte aan weerspraak. Wanneer in een pamflet een éénmansfraktie - één van de vijftien - met een zekere herhaling naar voren gehaald wordt dan moet hij zeggen dat er eer bewezen wordt» Dan heeft men getoond dat men zijn mannetje staat; ook al zal dat niet de mening zijn van degene, die het pamflet geschreven heeft. Men heeft in ieder geval getoond dat je in de raad bezig bent met besturen en de mening van je partij te verkondigen. Dit is duidelijk uit het pamflet naar voren gekomen. Voor hem dus weinig

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1978 | | pagina 149