-16-
missen met name betreffende de verkeerssituatie. Wat is de visie van
het college ten aanzien van de noordelijke randweg en ten aanzien van het
alternatief, de zuidelijke randweg.
Het lid RENNINGS zegt blij te zijn dat het college met zijn amendement
ten aanzien van het terrein van de heer Ossenblok meegaat. Hij deelt niet
de conclusie omtrent de nota parkeren in de kom. Hij is wel degelijk van
mening dat in dat rapport staat dat in de bestaande behoefte aan par
keergelegenheid wordt voorzien. Hij heeft gezegd dat deze nota moeilijk
te gebruiken is om bij de P.P.D. te onderbouwen dat er parkeerplaatsen
bij moeten komen. Hij heeft hieraan toegevoegd dat het wordt tegenge
sproken door de trend uit de bezwaarschriften. Op grond daarvan wil hij
niet op voor hand zeggen dat eén aantal parkeergelegenheden moet worden
teruggebracht. Hij heeft een aanwijzing gegeven - ten aanzien van een
parkeergelegenheid heeft het college dat meegenomen - namelijk dat men
een zodanige bestemming kiest, waarbij men plaatselijk de bevoegdheid
behoudt om de bestemming binnen zekere grenzen te wijzigen.
Hij zou nog een suggestie willen doen. Men kan ook door het instellen
bijvoorbeeld van een blauwe zone het parkeerbeleid in belangrijke mate
beïnvloeden, zodanig dat het door de ondernemers gewenste kort parkeren
wordt bereikt. Met betrekking tor. de 95 winkels heeft hij zich enigszins
onzorgvuldig uitgelaten. Dat neemt echter niet weg dat het maximum van
95 winkels aanzienlijk hoger ligt dan het thans gevestigde aantal winkels,
daarbij betrekkende de uitbreidingsmogelijkheden van de bestaande winkels
en die gegevens leggende naar de drie rapporten betreffende de behoefte
aan winkelruimte. In al deze rapporten komt men tot de conclusie dat die
behoefte tot 1985 ligt tussen de 1500 - 2000 m2 verkoopvloeroppervlakte.
Hij weet dat er sedert het onderzoek al een aanzienlijke uitbreiding
plaats heeft gevonden. Dan handhaafd hij dat het niet opgaat te zeggen
dat die passage nodig is om te voorzien in de behoefte van aanvullende
winkelvoorzi eningen
Als die behoefte er wel is dan is deze elders in het Komplan. Als het
college bij de andere overweging zegt de passage te handhaven, door niet
enkel een pad te maken, maar dan moet men
dat pad ook aankleden of aantrekkelijk maken. Dan zou dat aantrekkelijk
maken ook elders in het gebied, waar winkels zijn, moeten gebeuren.
Hij meent dat de heer van Hoof dat reeds eerder gezegd heeft. Hij denkt
dat bij een zodanig handelen de kern van de driepoot, verlegd wordt naar
zuidelijke richting. Dat heeft men nooit gewild.
Ten aanzien van artikel 3, lid 2 van de voorschriften, waar door de
fractie van de heer Brouwers over gesproken is moet hij zeggen dat hij
niet met de argumenten mee kan gaan, waarin het college zegt dat het
voldoende beschermd is. De woorden die in het desbetreffende artikel
gebruikt worden zoals de stringente toepassing; het doelmatig gebruik e.d.
zijn zo ruim - zeker in het licht van het voorbeeld dat de voorzitter
heeft aangehaald - dat hij moet zeggen, dat men daarin terughoudend moet
zijn. Als de voorzitter toezegt dat dergelijke wijzigingen altijd vooraf
gegaan worden door een advies van een raadscommissie" dan heeft men zijn be
zwaar voor een deel al ondervangen. Met betrekking tot het parkeren op
het terrein waar thans de muziekschool gevestigd is moet hij het college
gelijk geven. Het doet ook vreemd aan in het eerste deel van zijn verhaal
te zeggen dat men daar ook de bestemming parkeren moet leggen. Als men
de bestemming open wil laten dan kan hij daarmede alsnog meegaan.
Het lid BROUWERS zegt dat hij als hij het eerste deel van de redactie
met betrekking tot de doorbraak in de Ienkelstraat leest, zich afvraagt
of een dergelijke doorbraak de relatie van het ene koopcentrum tot het