-26-
Hij zegt graag toe dat het college de bezorgdheid, die in deze raad daar
over uitgesproken is, ter kennis zal brengen aan de directie van de Zelle-
bergen en dat de reactie van de directie te uwer kennis zal worden gebracht.
Het lid RENNINGS zegt dat als hij zich niet vergist in de volgende raads
vergadering aan de orde komt de vaststelling van het Komplan. Als zijn
inschatting juist is dan zal men daaraan de nodige voorbereidingen
moeten kunnen besteden. Weliswaar hebben de raadsleden een exemplaar
van het Komplan zoals dat ter visie heeft gelegen. Hij neemt aan dat ten
aanzien van de ingekomen bezwaarschriften een standpunt ingenomen dient te
worden.
Hij vindt dat men hiervoor meer tijd nodig heeft dan de dagen die nog
resten wanneer normaal de stukken binnenkomen.
Hij zou willen verzoeken om te bevorderen dat dat preadvies voor 8 mei bij de
bij de raadsleden kan zijn.
Bij de algemene beschouwing heeft zijn fractie aangedrongen op het besteden
van de post onvoorzien. Destijds is toegezegd daaraan gevolg te geven.
Hij ziet met belangstelling tegemoet hoever men met die activiteiten
gevorderd is. Hij zou willen vragen wanneer de raad in deze een discussie
nota tegemoet mag zien.
De VOORZITTER zegt met betrekking tot het Komplan dat er nog enkele fout
jes in de tekening en in de voorschriften zaten. Deze foutjes is men aan
het verbeteren. Binnenkort kan het college over de juiste gegevens
beschikken. Hij zal trachten om het preadvies voor 8 mei toe te zenden.
Burgemeester en wethouders hebben een uitvoerig overleg gepleegd over
de bij de aLgemene beschouwingen gedane suggesties en voorstellen. Men is nu
toe aan de uitwerking. Op redelijk korte termijn komt het college op de be
steding van de post onvoorzien bij uw raad terug.
28. Sluiting.
De VOORZITTER sluit de vergadering met gebed.
Vastgesteld ter openbare vergadering van 18 mei 1978.