-10- Dat betekent dat de verkoopmogelijkheden reuze beperkt zijn» Een koop is alleen voor iemand die er graag op woont interessant, als hij ook een ligplaats heeft» Die ligplaats wil het college niet bieden» Als de gemeente de boot wil verkopen dan moet men iemand vinden die een wrakke schuit met een vergunning heeft en die daarvoor een goede schuit in de plaats wil leggen» Overigens heeft men in de formulering en in het voorlopig koopkontrakt kunnen zien dat de eigenaar nog pogingen in het werk stelt om, vóór dat het besluit is goedgekeurd, zelf nog de boot te verkopen omdat hij aan deze boot eigenlijk een hogere waarde dan de sloopwaarde toekent» De boot is wel versleepbaar» Men moet niet begrijpen dat dit niet mogelijk is» Het zit hem niet in de feitelijke onmogelijkheid, maar in het feit dat elders geen vergunning te verkrijgen is. Wat betreft de onderhandelingen., waarover de heer van Hoof spreekt, moet hij zeggen dat er geen onderhandelingen gaande zijn met de eigenaren van boten, die na de verkoop van dit schip nog over blijven. Het gemeentebestuur heeft alle eigenaren laten weten - dit reeds geruime tijd geleden - dat de vergunning die eerder was gegeven, werd ingetrokken. De vergunningen welke gegeven waren, golden in ieder geval voor korte tijd. Degenen die de boten neerlegden, hadden toegezegd dat de woonschepen zouden verdwijnen als dat gevorderd werd» Nu de vergunning is ingetrokken zit men met het probleem - wil men de boten met politiedwang wegslepen - dat deze woonboten naar een andere plaats gesleept moeten worden. Die andere plaats kan het gemeentebestuur niet bieden, althans een andere plaats buiten de haven. Er zal dus gezocht moeten wórden naar een oplossing in de haven «i wel op een zodanige plaats dat de voornemens, die de gemeente met de haven neeft gewoon helemaal kunnen doorgaan. Wat dat betreft zullen er aan de bewoners voorstellen worden gedaan» Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen. 18. Voorstel tot 158e wijziging gemeentebegroting 1977 en 12e wij ziging gemeentebegroting 1978 in verband met vrijkomende middelen wegens extra afschrijving 1976. Het lid VAN HOOF zegt deze extra afschrijving toe te juichen. Zijn fractie vindt het beter deze maatregel te nemen, dan met een overschot te blijven zitten van ruim 8 ton. Dit sluit overigens aan bij hetgeen daar omtrent bij de rekeningsonderzoeken naar voren is gekomen. Toch zou hij, voor wat betreft de gekozen objecten, welke worden af geschreven, hierop graag bij de slotwijziging 1976 terug willen komen. Het zou misschien zinvol zijn de staat L II te verschonen van al de posten, die geen enkele relatie met het heden meer hebben. De SECRETARIS licht toe dat men dat wel kan doen, maar dat dit pas in de daaropvolgende rekening wordt verwerkt. De rekening 1976 ligt helemaal klaar» De VOORZITTER zegt dat te verwachten is dat er over 1977 eveneens een aanzienlijk overschot is. Van 1977 is het saldo echter nog niet bekend. Een aantal investeringen is niet uitgevoerd. Men zit met het al in gebouwde stuk wat van het uitgangspunt over is. Men kan daarover in alle overleg praten, ten minste welke post men er uit gooit» Het lid VAN HOOF zegt dat men de komende jaren mogelijk met steeds grotere overschotten komt te zitten. Aanpassing van de begroting ge schiedt niet als zodanig. Men zou de begroting ook op een andere wijze kunnen aanpassen, bijvoorbeeld door belastingverlaging»

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1978 | | pagina 10