- 31 -
Ofdit een paar honderd gulden meer of minder moet zijn dat weet hij niet.
Hij vermoedt wel dat een schadevergoeding, die de rechter zou toepassen
als het op een onteigeningsprocedure uitdraait - dan zijn wij wel 2 a 3
jaar verder - in dezelfde orde van grootte zal liggen. Dat is de reden
geweest waarom het college gezegd heeft laten wij maar door dit kleine
stukje zure appel heen bijten.
Het lid VAN DER GRAAF zegt dat hij dit antwoord ook wel had kunnen
geven. Dat is geen probleem. De gemeente zit in een knelpositie, want ie
dereen weet dat wij die grond hard nodig hebben. Op dat moment kan men
de prijs naar hartelust opdrijven. Hij moet bij zijn standpunt blijven
dat dit een opdrijving van de prijs is» Dan kan men wel zeggen dat bij ont
eigening de verwachting wordt gewekt dat er geen lager bedrag uit zal komen.
Op de eerste plaats wil hij dat we1 zien. Op de tweede plaats vindt hij
dat men zich daardoor niet moet laten leiden. Bij een minnelijke overeen
komst moet men ook kunnen spreken van een zekere minnelijkheid van beide
zijden. Hij is van mening dat dit van de kant van de verkoper niet het
geval is. Hij zit te wachten op het moment dat wij hier in Nederland kunnen
beschikken over een stelsel van wettelijke maatregelen, waardoor wij een
grondpolitiek kunnen voeren die zodanig is dat de gemeente niet meer met
het pistool op de borst behoeft te kopen. Omdat zijn stem toch niet door
slaggevend zal zijn is hij toch van mening tegen dit voorstel te zijn.
De VOORZITTER zegt dat hij wel begrijpt dat de heer van der Graaf
hier niet gerealiseerd krijgt wat zijn partijgenoten in de Tweede Kamer
ook niet gerealiseerd krijgen» Hij gelooft niet dat het verstandig zou
zijn om te zeggen laten wij nu maar alle vertraging er bij nemen. Hij wil
toch nadrukkelijk wijzen op de vermoedelijke uitspraak van de rechter,
welke naar het idee van het college wel van belang is, want de rechter be
paalt naar geldend recht het bedrag van de schade die men lijdt. Dit moe
ten wij met zijn allen benaderen» Als men het daarover eens kan worden dan
is de minnelijkheid daarvoor de weg.
Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen, onder
aantekening dat het lid van der Graaf tegen dit voorstel is.
30» Aankoop van grond ten behoeve van de reconstructie van de Nattestraat
en vaststelling van een schadeloosstelling wegens uit de pacht nemen van
grond.
Het lid N. VAN HOOF zegt bij de ter inzage liggende stukken gezien
te hebben dat uit de informatie, die de directeur gemeentewerken gaf,
blijkt dat de gemeente Hoeven geen haast maakt met de aankoop van gronden,
die nodig zijn voor de totale reconstructie van het plan. Hij zou willen
vragen waarom nu, daarop vooruitlopend, wordt voorgesteld door ons de
gronden te kopen. Hij zegt dat in Hoeven alleen maar kredieten zijn gevo
teerd voor het maken van het plan en niet voor de uitvoering hiervan.
Misschien zal dit helemaal niet meer gebeuren omdat een gedeelte van het
plan ook in het ruilverkavelingsplan zit. Daardoor komt het hele plan op
losse schroeven te staan. Het is misschien toch riskant om daarop vooruit
lopend gronden aan te kopen.
De VOORZITTER zegt dat men wel gezien zal hebben dat de brief van
taxateur Houdringe is binnengekomen op 29 december. Vanaf toen tot nu
heeft de zaak stil gelegen. Dat gebeurde op basis van berichten die de
directeur gemeentewerken bereikt hadden. Vorige maand echter zijn wij er
tegen aangelopen dat Hoeven er wel actief mee bezig is, omdat ook daar
het belang in de verbreding van de Nattestraat werd gezien. Dat was voor
ons toen aanleiding om de zaak snel door te zetten. De opmerking van de