- 8 -
als het om huizen gaat. Bij de contacten, die er zijn met de groot-grond
bezitter in Albano, is er steeds uitgegaan van het feit dat er vanaf 1978
niet of nauwelijks koopwoningen in Oudenbosch gebouwd zullen gaan wor
den en dat het uitsluitend premiehuurwoningen zullen gaan zijn. Dit inha
kend, naar wij dachten, op de behoeften die er zullen liggen bij de in
woners van onze gemeente. De benadering om de woningstichting op een of
andere wijze te betrekken bij het bouwen in de gemeente gaat - zo dacht
hij - buiten de orde van deze vergadering om. Hij dacht dat het goed was
dat wij daar op korte termijn over gaan praten. Wellicht is dit een aar
dig punt om te betrekken bij de algemene beschouwingen. Voor die tijd
zullen wij vermoedelijk toch niet meer toekomen aan besluiten zoals deze
waarvoor wij nu staan. Met het oordeel over de brief, die naar aanlei
ding van de transaktie met Stok is geschreven, wil hij zich graag ver
enigen met de opmerking van de heer N. van Hoof in deze. Met betrekking
tot de vraag van de heer N„ van Hoof of vanaf de volgende preadviezen
steeds rekening gehouden kan worden met die wens, zegt hij dit wel te
geloven. Er is naar zijn mening momenteel niets meer in bewerking. Daar
komt bij dat bij de begrotingsbehandeling is toegezegd dat wij ook komen
met een voorstel waarin de mogelijkheid voor kopers om hun woning te ver
kopen beperkt zal worden. Dit althans als de raad die voorwaarde wil aan
nemen, omdat wij wat dat betreft de zaak weer een stuk in de hand willen
houden. Het gaat niet alleen om het collectief te koop aanbieden, maar
ook om het individueel te koop aanbieden. Wij hebben gezegd dat wij voor
wat dat betreft met voorstellen bij uw raad zullen komen.
Het lid VAN DER GRAAF zegt niet te geloven dat die woningen inder
daad aan Oudenbosschenaren verkocht gaan worden. Dat is de achtergrond
van zijn voorstel. Wanneer je een beperkt bouwprogramma hebt dan zul je
naar wegen moeten zoeken om die woningen beschikbaar te laten zijn voor
de eigen bevolking. Wanneer een van de mogelijkheden, die men op deze
manier vindt, is dat de animo om in die sfeer te gaan bouwen minder groot
wordt dan zal men - dat is de basis van zijn gedachte hierover - noodge
dwongen over moeten gaan naar andere bouwers. In dit geval denkt hij
weer aan de woningstichting, want deze heeft meer mogelijkheden. Deze
stichting kan zonder enig probleem op een gegeven moment tot verhuur
overgaan. Hij wil er juist naar streven dat de bouw voor niet-Oudenbos-
schenaren afgeremd wordt. Dat bereikt men hiermede. Dan nog een kleine
opmerking over die clausule, waarbij de voorzitter zegt dat men het col
lege onmachtig maakt, Op de eerste plaats is het college onmachtig, want
de raad kan nog steeds nee zeggen. Het is een zekerheid; het college is
in deze onmachtig. Maar wat hij gevraagd heeft is heel iets anders. Wat
hij gevraagd heeft is het bewuster maken bij de onderhandelingen aan de
aspirant-koper dat er altijd nog een addertje onder het gras zit. Dat men
daarmee de raad vrijwaard voor conflicten met aspirant-kopers wanneer de
raad eens wenst nee te zeggen. Daar gaat het hem om.
De VOORZITTER zegt dat men - nu wij het bouwprogramma voor de ko
mende jaren weten - duidelijk rekening heeft willen houden met de eigen
bevolking. Dit mag blijken uit het feit dat wij inhaken op de behoeften
van de eigen bevolking om zo veel mogelijk woningen te bouwen in de huur-
sfeer. Wij dachten dat dat inhaken was op de behoeften binnen Oudenbosch.
Of het verlengen van de termijn van drie naar zes maanden een redelijke
methode is om de bouw voor niet-Oudenbosschenaren af te remmen, terwijl
de raad de mogelijkheid heeft om aan anderen te verkopen door middel
van de besluitprocedure, meent hij te moeten betwijfelen. Hij gelooft
dat men dat dan principieel moet zeggen. Met betrekking tot het onmach
tig zijn, deelt hij mede niet gezegd te hebben dat het college onmachtig