- 15 -
Het lid No VAN HOOF zegt dat misschien uit het verslag van de commis
sie openbare werken niet met zoveel woorden gebleken is hoe zeer het de
commissie aan het hart gaat om dit advies, dat gegeven moest worden, uit
te brengen» Het rapport van de Heidemij liegt er inderdaad niet om. Al
zouden wij al het mogelijke doen wat mogelijk is, dan is er volgens dit
rapport geen zekerheidspercentage te geven dat er geen gevaar meer zou
bestaan voor de omgeving. De zinssnede in het preadvies "Het Zal niet
eenvoudig zijn ter plaatse weer jonge beplanting aan te brengen in ver
band met de aanwezigheid van veel nutsvoorzieningen en rioleringen", is
naar de mening van zijn fractie niet ondenkbaar dat wij daar niet uit
zullen komen. Wanneer wij met zijn allen vinden dat daar het nodige
aan gedaan moet worden dan dacht hij dat daar wel een oplossing voor ge
vonden kan worden. Hij heeft vanavond op de t.v. gehoord dat in het kabi
net een politieke wil aanwezig is om eruit te komen. Hij dacht dat hier
ook een politieke wil aanwezig is om voor deze kwestie een oplossing te
vinden.
Het lid DU PONT zegt dat de heer N. van Hoof hem al het nodige gras
voor de voeten heeft weggemaaid door vermelding van hetgeen er in de
commissie besproken is. Hij moet zeggen dat het niet alleen binnen de
commissie, maar ook binnen het college van burgemeester en wethouders
een moeilijk besluit was om dit voorstel te doen. De heer van der Graaf
heeft zojuist al gewezen op een aantal ongunstige factoren voor de daar
staande bomen» De bomen aan de Bosschendijk hebben daar vroeger onder
heel andere omstandigheden gestaan. Dit is misschien nog wel op oudere
kaarten te zien. Allerlei ingrepen, die in de loop der jaren gepleegd
zijn, hebben het leven van die bomen flink in gevaar gebracht. Wij heb
ben in de commissie openbare werken heel uitvoerig stil gestaan bij het
feit welk voorstel wij uw raad zouden moeten doen. Er staan drie bomen,
die onherroepelijk gerooid moeten worden omdat zij een direct gevaar op
leveren. Dan zijn er nog negen die op een iets langere termijn gerooid
moeten worden» De overige bomen hebben ook iireinig levenskansen. Dit komt
duidelijk uit het rapport naar voren» Uiteindelijk zijn wij tot de con
clusie gekomen, ook gezien het rapport van de Heidemij, dat er inderdaad
niet om liegt, dat het het beste was nu te besluiten om de bomen aan de
Bosschendijk te laten rooien. Over het terugplanten van bomen hebben wij
ook in het rapport van de Heidemij kunnen lezen dat dit niet eenvoudig
zal zijn. Hij moet de raad zeggen dat het college ook van mening is dat
er uitdrukkelijk onderzocht moet worden welke mogelijkheden er ter plaatse
nog zijn om tot terugplanten te komen. Wij hebben hierover met de direc
teur gemeentewerken en met de plantsoenendienst overleg gepleegd. Er zal
nog nader contact met de Heidemij over dit probleem worden opgenomen,
omdat er verschillende kanten aan deze zaak zitten. Uit het rapport van
de Heidemij blijkt namelijk duidelijk dat, wanneer men daar tot terug
planten van bomen wil komen - men zou dan kunnen denken aan bomen, die
een iets forser formaat hebben - er dan toch zeker iets gedaan moet wor
den aan grondverbetering, omdat de slechte toestand van de grond ook een'
van de oorzaken is, waardoor de bomen die er nu nog staan er niet zo best
meer bijstaan» Van de andere kant is het een bijzonder groot probleem om
plaatsen te vinden waar bomen terug geplaatst kunnen worden omdat met na
me in dat gebied een riolering en verschillende leidingen van nutsbedrij
ven zijn gelegen, terwijl bij het terugplanten van bomen eisen worden
gesteld, dat er alleen maar bomen geplant mogen worden op een bepaalde
afstand van die leidingen. Dit maakt het probleem niet gemakkelijker. Hij
wil de raad graag mededelen dat men intussen al bezig is met het nagaan
van de mogelijkheden, die er nog zijn om daar waar de bomen gekapt worden