- 3 - Het lid N= VAN HOOF zou over deze kwestie ook nog een vraag willen stellen,, Hij heeft gelezen dat die mensen bezwaar gemaakt hebben en dat zij ingevolge de wet AROB zijn gehoord» Nu is zijn vraag: Is dat juist geschied? Hij vermoedt namelijk dat dit horen door het college van burge meester en wethouders is gebeurd» Dit is een taak, die gedelegeerd is aan burgemeester en wethouders, maar de raad beslist eigenlijk in tweede instan tie. De VOORZITTER zegt dat, als de bevoegdheden gedelegeerd zijn, er dan sprake is van een bevoegdheid bij het betreffende besluitend college, in casu burgemeester en wethouders. Burgemeester en wethouders zullen zich dan nader op de zaak moeten bezinnen. Hen herinnert zich de discussie, die er geweest is toen wij de verordening hebben vastgesteld, waarbij het ging om besluiten van de gemeenteraad, toch nog wel? Het college, wat bevoegd is om besluiten te nemen, moet nogmaals uitdrukkelijk overwegen of het blijft bij het standpunt dat is ingenomen omdat daarna - dit wordt aan gekondigd met het bezwaarschrift - degene, die bezwaar maakt, zich kan wenden tot de afdeling Rechtspraak van de Raad van State. Daarom heeft het college de plicht, omdat burgemeester en wethouders bevoegd zijn en daar bij het bezwaarschrift wordt ingediend, de bezwaarde te horen. Zo is het ook voor de aan hem opgedragen en gedelegeerde taken. Het horen van de bezwaarde zal hij dan zelf ook moeten doen. Op basis daarvan en omdat er nieuwe feiten aan de orde zijn gekomen is er door het college van burge meester en wethouders in één geval anders beslist dan in eerste aanleg. In een ander geval ook weer niet. Het lid N. VAN HOOF zegt toch nog een beetje te zitten met het feit dat het gaat om een bevoegdheid, welke is gedelegeerd aan burgemeester en wethouders, maar waarbij de raad uiteindelijk beslist. De VOORZITTER zegt dat het niet zo is, dat de raad een stuk bevoegd heid aan zich heeft gehouden. Aan burgemeester en wethouders is het be sluiten over dit soort zaken gedelegeerd. Op het moment dat burgemeester en wethouders een besluit hebben genomen kan de wet AROB in beeld komen. In het kader van het systeem van de wet AROB moet het bevoegde college op nieuw bezien of het bij de beslissing in eerste aanleg blijft. Het ging niet om een bezwaar, ingediend bij de gemeenteraad, maar om een bezwaar, ingediend op grond van de wet AROB. Daarom is dit geen beroepschrift maar een bezwaarschrift. Het lid N. VAN HOOF zegt dat aan burgemeester en wethouders deze zaak wel is gedelegeerd, maar dat het besluit pas rechtsgeldig is wanneer de raad er kennis van heeft genomen. De SECRETARIS zegt eigenlijk niet dieper op de kwestie te willen in gaan. Hij is van mening dat het destijds door de raad genomen besluit ei genlijk niet goed is. Dit ±s echter weer wat anders. De praktijk redt zich wel eens omdat er zoveel besluiten komen. Het college van gedepu teerde staten gaat hiermee akkoord. Dit is een praktische oplossing, die men doet» Men aanvaart gewoon dat de praktijk een oplossing zoekt omdat dit zo dikwijls voorkomt. Volgens de gemeentewet kan dit niet, maar toch neemt men er genoegen mee; ook het provinciaal bestuur in casu gedeputeer de staten» Dit gebeurt ook niet alleen in Oudenbosch. Hij gelooft dat dit zo in alle gemeenten van Nederland gebeurt. Het is een beschikking van burgemeester en wethouders waartegen een bezwaarschrift is ingediend en dan moet dit college ingevolge de wet AROB daarop een beslissing nemen. Het lid VAN DER GRAAF zegt dat wat de heer N„ van Hoof zegt een beetje mosterd na de maaltijd is. Toen de verordening in het kader van de wet AROB hier behandeld werd, heeft hij met name de vraag gesteld of, wanneer de raad een bepaalde zaak delegeert aan het collegede behandeling dan ook

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1977 | | pagina 49