- 17 -
De VOORZITTER zegt te vallen beginnen met de opmerking van de heer
van der Graaf» Hij heeft de indruk dat deze andere grond op het oog heeft
dan wordt bedoeld» Er ligt in het bestemmingsplan Velletri een stuk grond,
dat de bestemming heeft van winkels» Dat is niet het stuk grond dat
hier wordt bedoeld. Als zich daar deze ontwikkeling zou voordoen, dan zou
den wij daar persé niet aan willen tornen. Het gaat om de terreinen, die
de bestemming hebben van handels- en ambachtelijke bedrijven. Nu staat
er we1 dat het én handel én ambacht moet zijn, maar omdat de redactie juri
disch niet helemaal sluitend zou kunnen zijn, zouden wij tegen een situa
tie zoals in Etten-Leur kunnen aanlopen, met alle moeilijkheden van dien.
Vandaar hebben wij gezegd: laten wij niet wachten tot de stedebouwkundig
adviseur, in casu Bouwtoezicht V/est-Brabantkomt met, naar het idee van
de P.P.D. sluitende formuleringen, maar de zaak gaan bevriezen zodat
deze situaties, zoals in Etten-Leur, zich hier niet kunnen voordoen. Het
gaat dus om de terreinen die, de bestemming hebben van én handels- én
ambachtelijke bedrijven. Dus niet om de terreinen, die bestemd zijn voor
winkels. Dat deze aangelegenheid reeds al geruime tijd bekend was klopt.
De opdracht aan Bouwtoezicht West-Brabant was overigens een algemene, na
melijk om de plannen aan te passen aan de nieuwe opvatting. Wij hebben re
centelijk ontdekt dat het bij Velletri niet uitsluitend gaat om een aan
tal formaliteiten, die niet direct bepaalde ontwikkelingen op het oog heb
ben. Bij Velletri gaat het om een aantal fabriekshallen, die in dat plan
liggen. Wij zouden eigenlijk vallen voorkomen dat die fabriekshallen aan
hun bestemming worden onttrokken en via, misschien langlopende procedures
uiteindelijk een andere bestemming zouden krijgen. Dat is de reden waar
om wij hebben gezegd: nu hebben wij een duidelijke bedoeling met de omgeving
en laten wij nu zorgen dat die, misschien niet complete, redactie een ont
wikkeling, v/elke v/ij niet bedoeld hebben, in de weg gaat staan. Het is
niets anders dan de bestemmingen, die er lagen, te continueren.
Het lid RENNINGS zegt dat hij geen bezwaar had tegen de bedoelingen,
maar wel tegen het zo laat ter inzage leggen van de stukken.
De VOORZITTER zegt dat dit inderdaad waar is. Had bedoeld stuk eerder
ter visie gelegen, dan was misschien duidelijk gebleken dat het om een ander
terrein ging dan is gesuggereerd. Daarvoor excuus.
Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen.
23° Rondvraag.
Het lid BROUWERS zegt dat hij in een vorige vergadering naar aanlei
ding van een begrotingswijziging, heeft gepleit voor een oplossing voor
de kinderen van buitenlandse werknemers, die in het lager-onderwijs zit
ten. Dat betrof, als de minister de komende schaalverlaging toe gaat pas
sen, precies een klas. Heeft het college hieraan al iets gedaan, zo vraagt
spreker.
De VOORZITTER zegt dat hij deze maand geen maand gewerkt heeft en
dat hij al moeilijkheden genoeg had om de prioriteiten te bepalen in de
twee weken, die resteerden. Deze kwestie krijgt zijn aandacht.
Het lid VAN ELZAKKER zegt dat in 19?^ een voorstel van de heer Meijers
ter tafel werd gebracht om de parkeergelegenheid voor het gemeentehuis nog
eens te bezien. Hiervan heeft hij kennis genomen. Nadien is meerdere malen
verzocht of het niet mogelijk is dat de auto's, die 's-morgens vroeg wor
den weggezet en er 's-avonds nog staan, geweerd kunnen worden omdat dit
niet de bedoeling is. Hij vindt het een gevaarlijke zaak, wanneer men
uit de Past.Hellemonsstraat komt en de Markt op moet rijden. Hij heeft
beluisterd dat de verkeerscommissie dit alles zou onderzoeken» Deze com-