- 16 - van het bestemmingsplano Het lid VAN DER GRAAF zegt dat uit het verslag van de hoorzitting is gebleken dat de heer Rockx geen nieuwe elementen heeft kunnen toevoegen aan datgene wat de raad reeds wist op het moment dat hij het bezwaarschrift ongegrond heeft verklaard» Hij zou; het op die grond alleen al een juiste zaak vinden dat, wanneer er geen nieuwe elementen in het geding zijn, deze raad ook nu niet dezelfde lijn zou volgen. Voor het overige is hij het eens met het gestelde door de heer Rennings. De VOORZITTER zegt te begrijpen dat de raad geen verdere behoefte voelt om aan het gestelde nog iets toe te voegen en zich met het voor stel kan verenigen. Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen. 22. Vaststellen van een voorbereidingsbesluit voor een gedeelte van het bestemmingsplan Velletri. De VOORZITTER zegt dat al enige tijd geleden van de zijde van het provinciaal bestuur naar aanleiding van ontwikkelingen die er her en der geweest zijn het verzoek is ontvangen om alle bestemmingsplannen aan te passen aan de nieuwe inzichten met betrekking tot de bestemmingsbepalingen, daar waar fabriekshallen staan. Een paar van deze staan er ook op het be stemmingsplan Velletri. Omdat wij willen voorkomen dat zich daar een cash en carry-bedrijf zou gaan vestigen dachten wij dat aan de aanpassing van de suggesties van het provinciaal bestuur ook gevolg zou moeten worden ge geven binnen dat bestemmingsplan. De opdracht daartoe is overigens al ge ruime tijd geleden uitgegaan, alleen is er met betrekking tot Velletri geen voorbereidingsbesluit genomen. Om nu te voorkomen dat er zich ontwik kelingen zouden aandienen, die strijdig zouden zijn met wat wij toch ei genlijk graag willen, ligt thans dit voorstel ter tafel. Het lid RENNINGS vraagt, daar deze zaak al geruime tijd bekend was, waarom men dit voorstel dan op zo'n laat tijdstip moet ontvangen» Als meri in het weekend de stukken komt inzien dan treft men dit stuk niet aan. Hij heeft de indruk dat dit er gisteren pas lag. Daar heeft hij toch wel pro blemen mee. Met het voorstel op zich niet, maar als er geen gegronde re denen zijn waarom is dit voorstel dan op zo'n laat tijdstip naar de raads leden gezonden en waarom is dit zo laat ter visie gelegd als men dit al geruime tijd wist, zo vraagt spreker. Het lid VAN DER GRAAF zegt als vervolg op een vorig voorstel dat de raad heeft laten blijken er geen behoefte aan te hebben om te informeren of het ene bedrijf het andere de nek omdraait. Nu komt de adder onder het gras vandaan. In de wijk Velletri ligt een stuk grond wat destijds bestemd was voor neringdoenden. Hij neemt aan dat het om deze grond gaat, want hij kan op dit moment geen ander gevolg trekken. Wat gaan wij nu doen? Gaan wij ons keren tegen cash en carry-bedrijven? Hij zegt dat hij daaraan geen behoefte heeft. Hij verdient er niets aan» Hij vraagt zich alleen af welke serieuze overwegingen er kunnen gelden om cash en carry-bedrijven te kun nen weren wanneer deze zich willen vestigen daar waar volgens het bestem mingsplan neringdoenden zich kunnen vestigen. Hij ziet de voorzitter nee-^ schudden, maar dan hoort hij graag met belangstelling waarom hij het in dit opzicht fout heeft. Hij zou nog graag een vraag willen toevoegen, namelijk wat er in hemelsnaam op tegen is wanneer zich een cash en carry- bedrijf vestigt daar waar andere neringdoenden zich eveneens mogen vestigen Hij heeft er destijds mee ingestemd dat op het industrieterrein aan de Blauwe Hoefweg getracht moet worden soortgelijke bedrijven te weren, omdat daar een dergelijk bedrijf niet thuishoort.

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1977 | | pagina 44