- - Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen» 20. Voorstel tot verkoop van industrieterrein aan Smitfish B»V» te Moer dijk» Het lid KESSEL zegt verheugd te zijn over de verkoop van industrie terrein, waardoor mogelijke arbeidsplaatsen worden geschapen. Hij vraagt of de gemeente ook naar de te vestigen bedrijven informeert. Wordt er eventueel een bankgarantie gevraagd? Hij zou er naar willen streven dat gezonde bedrijven zich hier vestigen» Het lid VAN DER GRAAF zegt niet te weten dat het een beleid van deze raad was om bedrijven te weren, indien daardoor schade gedaan zou kunnen worden aan reeds in Oudenbosch gevestigde bedrijven. Hij dacht dat wij en dat is niet met zijn volledige instemming, een maatschappij-structuur hebben waarin de bedrijven de volkomen vrijheid hebben elkaar af te maken. Hij heeft zich daarom wat gestoord aan de regel in het preavies luiden de: "Het te vestigen bedrijf schaadt geen concurrerende bedrijfsactivi teiten in Oudenbosch of onmiddellijke omgeving Hij dacht dat dit een zaak was van de bedrijven, tenzij deze raad zich wenst uit te spreken om dit bij het vestigingsbeleid mede als norm te hanteren» Wanneer dit niet het geval was dan dacht hij dat het niet juist was deze overweging mede te laten gelden. De VOORZITTER zegt dat er wel informatie over de te vestigen bedrij ven wordt ingewonnen, met name de aard van het bedrijf en of het een be drijf is dat vervuilt. Er wordt ook een bezoek gebracht aan het bedrijf dat"zich wil vestigen. Op basis van positieve bevindingen is er de bereid heid tot het sluiten van een voorlopige koop-overeenkomst. Bankgaranties zijn, althans in het verleden, niet gevraagd. Het is misschien geen onaar dige suggestie om dit mee te nemen. Hier zo direct op reageren kan hij niet. Mag hij toezeggen dat hij die gedachte mee neemt naar burgemeester en \tfethouders en dat deze er dan eens op piekeren om bij de selectie van de bedrijven in de toekomst een bankgarantie te vragen? De presentatie van het systeem wat op dit moment in het bedrijfsleven in Nederland geldt wordt door de heer van der Graaf misschien wat erg ongenuanceerd gesteld. Wat hij bedoelt is wel duidelijk, maar het komt zo zeker duidelijk over. Hij kan zich voorstellen dat de raad zegt: De overheid behoeft eigenlijk toch niet te voorkomen dat zich op het industrieterrein een bedrijf vestigt dat hier een ander kapot maakt. Toen het ging om de herverkaveling van het industrieterrein heeft de raad zeer nadrukkelijk gesproken over de waarde die hij hechte aan het aantrekken van arbeidsplaatsen. Daar aantrek ken en ze elders laten wegvloeien hebben wij geïntepreteerd als zijnde niet in overeenstemming met betrekking tot het streven naar het creëren van arbeidsplaatsen. Een echt selectie-criterium is er in deze fase toch echt niet geweest. Er is met betrekking tot de koper geconstateerd dat er van een concurrentie-positie met andere geen sprake was. Wij zijn blij dat er zeven arbeidsplaatsen bijkomen» Wij hopen dat het bedrijf goed draait, zodat op korte termijn die twaalf arbeidsplaatsen er komen. Wij zijn ook blij dat er daarmee geen andere wegvallen. Het lid VAN DER GRAAF zegt dat hij al meerdere malen gezegd heeft dat dergelijke toekomstige burgers, daar horen ook rechtspersonen bij, van de gemeente mogen verlangen dat er rechtszekerheid en rechtsgelijkheid is. Vanuit die visie vindt hij het antwoord onbevredigend, omdat door het opnemen van deze regel de suggestie wordt gewekt als zou het een stukje beleid van deze raad zijn als wij dit preadvies op deze wijze volgen. De voorzitter stelt zelf al dat het in feite niet mogelijk is om dit als een stuk beleid te hanteren» Dat is de reden waarom naar zijn overtuiging het

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1977 | | pagina 42