- 12 - 17. Voorstel tot 119e wijziging der gemeentebegroting 1976, Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen. 18. Voorstel tot voorlopige vaststelling van de rekening 197^ van de takken van dienst en van de gemeente. Het lid KESSEL zegt dat zijn fractie het volledig eens is met het rapport van de commissie van onderzoek. Hij spreekt de hoop uit dat de belofte van burgemeester en wethouders ook daadwerkelijk wordt nagekomen. Het lid N. VAN HOOF zegt aan hetgeen door de commissie van onderzoek is gerapporteerd en het antwoord van burgemeester en wethouders als frac tielid nog het een en ander te willen toevoegen. Het is een zeer ernstige zaak dat over een bepaald jaar een batig dienstsaldo van ruim 780.000, ontstaat. Dit is ook gebleken uit het antwoord, dat gegeven is. Dit is in feite een teken van een onvoldoend goed beleid of wel een slecht bud- gettair-beleid. Dit is niet voor één jaar gebeurd. Er zijn tekenen aan wezig dat het ook in het jaar 1975 op deze manier is gegaan. De opmer kingen van de commissie zijn zeer serieus geweest. Het college heeft daarop gelukkig een positief antwoord gegeven. Zijn fractie hoopt dat het college hierin volledig zal slagen, teneinde tegemoet te komen aan het^ goed functioneren van de gemeenteraad en het gemeentebestuur als zodanig. Hij heeft de stukken, die ten grondslag liggen aan de rekeningen, nog eens nageslagen. Dit is in feite de begroting. Hij heeft het verslag van de begrotingsvergadering erop nageslagen. Het is frappant dat bij die begro tingsbehandeling op voorstellen, gedaan van de zijde van zijn fractie om de rioolretributie te verlagen van 86,naar 751dit ging toen om een bedrag van 3^°500»in zijn totaliteit - als argument hier tegen werd ingebracht dat dit een onmogelijke zaak was, want dan kwam men met een nadelig saldo voor het betreffende jaar te zitten. Het is toch wel frappant dat men nu met een overschot zit van 78O.OOO, Hij wil hiermede gelijk bekennen dat ook hij op dat moment goed fout heeft gezeten, want hij praatte over een belastingverlaging van ongeveer 3^.500, terwijl er voor dat jaar eigenlijk helemaal geen onroerend-goedbelastingen geheven hoefden te worden. Hij heeft namelijk in het vorige voorstel ge lezen dat, wat de gemeente in zijn totaliteit aan onroerend-goedbelastingen heft, een bedrag van 702.000,— bedraagt. Men zit nu te kijken met een overschot van 78O.OOO,en, naar hij zich heeft laten vertellen, be draagt dit bedrag voor 1975 om en nabij de negen ton. Dan zegt hij dat^ het niet zo goed zit. Het heeft goed fout gezeten die jaren. Als men ziet dat het beïnvloedbare inkomen van de gemeente - dit zijn de onroerend- goedbelastingen en nog een paar andere belastingen- het totale bedrag is wat overblijft, dan betreurt hij dat dit op deze wijze is geschied. Na deze gedachte neemt hij het nog ernstiger op dat het dit jaar en ook de komende jaren duidelijk heel anders zal moeten om de gemeenteraad goed te doen functioneren. Hij moet er echter bij zeggen dat hij met de toe- zegging van burgemeester en wethouders niet alleen blij is, maar dat hij hier ook op staat. Hij dacht dat de raad in zijn totaliteit daar ook achter staat. Het lid RENNINGS zegt dat zijn fractie ook heel zwaar tilt^aan tus sentijdse informatie met betrekking tot de stand van de financiële mid delen. Tot troost van de heer N. van Hoof stelt hij het volgende. Als men aan het begin van het jaar J>k.000,— aan belastingen wil bezuinigen en na drie jaren tot de conclusie komt dat men acht ton overhoudt, is niet geheel te vermijden. Aanvankelijk - dan praat hij over de situatie van vandaag - was de raad van mening dat er in 1979 een tweetal straat-

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1977 | | pagina 40