- 10 - voegdheden nu verlegd worden? Heeft het andere niet gewerkt? Op welke wijze heeft het schap zijn neus gestoten? Dan een andere gedachte - de heer van der Graaf heeft al een gedachte meegegeven - namelijk als de gemeenschappelijke regeling toch mogelijk geamendeerd gaat worden, dan zou men ook kunnen voorstellen dat het algemeen of dagelijks bestuur zijn huiswerk ten aanzien van de verdeling nog eens opnieuw maakt en niet nog eens een aantal criteria op een rij zet. Ten aanzien van de vraag of men al dan niet principieel de bevoegdheden naar een hoger bestuur moet leg gen staat hij wat terughoudender» Het is hem nog niet gebleken dat het noodzakelijk is om die bevoegdheden naar een hoger bestuur te verleggen» Zijn alle mogelijkheden, pogingen en voorstellen aan een lager bestuur gedaan, niet overgenomen? Welke invloed en welke activiteiten hebben wij ontwikkeld om binnen het kader van de huidige regeling tot oplossingen te komen zo vraagt spreker» Het lid BROUWERS zegt dat de heer van der Graaf zijn suggestie wel ondersteunt en op dezelfde gronden eigenlijk waarover de overigen praten, namelijk dat je naar een intergemeentelijke samenwerking moet. Overigens dacht hij dat de voorzitter wel de opmerking maakte dat men rekening moet houden met de verdeling, die gemaakt is. Het doel dat men voor ogen heeft om dit te bereiken, is het opheffen van een minderheidsgroep en die min derheidsgroep verheffen tot deelgroep. Dit benadert de zaak, zo dacht hij, toch min of meer negatief. Dit duidt namelijk op een niet voldoende geïntegreerd zijn en dat is nu juist hetgeen dat hij bij zijn eerste idee ventileerde, namelijk te gaan kijken waar deze mensen mee geholpen zijn. Bedoelde groep mensen onderscheidt zich juist daardoor van andere groepen. Het is de vraag of men daarmee recht doet aan de vrije beslissingen om je eigen leven in te richten. Hij heeft weieens de indruk dat overheidsmensen - dan denkt hij ook aan mensen die met dit soort regelingen werken- alle maal een soort moderne missionaris willen zijn, die andere mensen ertoe willen bewegen om binnen hun gedachtengang te gaan leven. Hij vindt dit wel een mooie levensopdracht, maar daar gaat het niet om. Het duidt er al lemaal wel op dat er heel veel haastwerk bij deze zaak is. Reeds in 197^ kwam men tot een dezastreuze wijziging van het beleid, want dat was het, en 3 jaar later doet men pas wat toen de opponent heeft geadviseerd. Hij heeft in 197^+ gezegd dat die schaalvergroting niet juist was, maar daar is men aan voorbij gegaan» Drie jaar later laat men het beleid volkomen los, althans voor wat betreft die schaalvergroting. Hij is bang dat het nu een klein beetje haastwerk wordt en men steeds maar al te veel definitief zaken gaat verordenen. Daar is hij beslist niet voor. De VOORZITTER zegt dat bij het nieuwe beleid, dat er gaat komen en waar nu duidelijk op ingespeeld wordt, te verwachten is, althans zo heeft hij het uit publicaties, dat de gemeenschappelijke regelingen allemaal op de helling zullen moeten. Er komt dus een moment waarop de oude rege ling gewijzigd zal moeten worden» De heer van der Graaf komt met een voorstel waardoor het laatste en beslissende woord, dat bij het algemeen bestuur is, wordt ondervangen door de mogelijkheid van dringend advies te geven en een beperking op te leggen aan het gemeentebestuur, in die zin dat slechts om dringende reden mag worden afgeweken en dat dat goed ge motiveerd moet zijn. Hij wil dit voorstel direct wel in stemming brengen als de heer van der Graaf dit op prijs stelt» Er is nog een amendering van de heer Rennings» Als men over een dergelijke wijziging zou willen praten dan wil de heer Rennings in het pakket toch ook graag zien dat eerst het huiswerk met betrekking tot de verdeling wordt overgedaan. Hij komt hierop direct terug» De suggestie van de heer Brouwers vindt de heer van der Graaf een argument te meer voor regionale samenwerking.

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1977 | | pagina 38