- 9 - positie van de bewoners zelf» V/ij hebben op dit moment in overleg met het schap, de provincie, de P.P.D. en C.R.M» een nieuwe lokatie gevon den» Hij dacht dat het niet goed was om dit nu in de openbaarheid te brengen» Overigens zal hij de raad daarover nog nader inlichten. Het is in ieder geval op korte termijn op komst» Voor wat dat betreft zal de raad binnenkort de gelegenheid krijgen de bij hem gevoelde verantwoor delijkheid waar te maken. Hij dacht dat hij de opmerking van de heer Kok intussen ook al had beantwoord, evenals al de vragen, die de raad in eerste instantie ter tafel heeft gebracht. Het lid VAN DER GRAAF zegt het volkomen eens te zijn met de stelling van de voorzitter dat het schap de regeling, zoals deze nu geldt, in wezen achterhaalt. In het preadvies staat dit eveneens. Wanneer de plan nen, zoals deze er nu liggen, een wettelijk kader krijgen dan is dit wel achterhaald. Als hij het goed begrijpt dan is in ieder geval de grondgedachte van deze wijzigingsvoorstellen wel degelijk inspelen op de nieuwe situatie. Dan kun je als raad stellen dat in feite in de oude situatie het schap overbodig is geworden of overbodig wordt zodra het v/ettelijk kader er is. Hij zou zich kunnen voorstellen dat de zaak voor de meeste gemeenteraden en ook voor deze raad aanvaardbaar zou zijn wan neer artikel 26 in deze redactie er niet in zou staan» Dit is toch eigen lijk het knelpunt. Hij zou toch niet willen nalaten om een gedachte mee te geven of wel een alternatief, dat voor hem in ieder geval v/el aan vaardbaar zou zijn, namelijk wanneer in artikel 26 vermeld zou staan dat het algemeen bestuur van het schap de bevoegdheid heeft om een drin gend advies aan de gemeentebesturen te geven omtrent de onderscheiden zaken, zoals de plaatsen en aantallen» Een regel zou er dan nog bij moe ten staan, namelijk dat de gemeentebesturen niet zonder dringende redenen en met argumenten omkleed van dat advies mogen afwijken. Hiermede be reikt hij twee dingen die hij zou willen bereiken. Op de eerste plaats dat inderdaad de greep op wat er gebeurt toch wat regionaler is, terwijl de autonome bevoegdheid van de gemeenteraad niet wordt aangetast. Hij stelt dit nu zo maar even luchtig op, maar men begrijpt zijn bedoeling wel. Als hij even mag terugkeren naar de gedachte, die de heer Brouwers ventileerde - de gedachte dat wij eigenlijk niet zouden moeten kijken naar inwonertallen, maar naar de wensen van de mensen waarover wij nu praten - dan kan hij met deze gedachte volledig meegaan. Daartegenover moet hij wel stellen dat juist dat de reden is waarom dit regionaal ge regeld zou moeten worden, want hij ziet de gemeente al die op grond van zijn specifieke aantrekkelijkheid 30 tot ^0 woonwagens zou moeten opne men en dit dan nog een keer doet ook. Dat is een van de redenen waarom hij over de hoofden van de raden heen, stelt dat hij niet principieel tegen deze regeling is. Die autonome bevoegdheid van de gemeenteraden is wel leuk, maar je bent toch altijd naar binnen bezig, binnen dat eigen straatje en je bent al gauw geneigd om te zeggen van wat er buiten ligt is mij een zorg. Die zorg zal dan inderdaad overgenomen moeten worden door een provinciaal, regionaal of landelijk lichaam. Dat is de reden waarom hij toch dat onderscheid wil maken. Hij is er niet principieel op tegen, maar men had wel andere waarborgen moeten hebben in deze. Het lid RENNINGS zegt dat de voorzitter de vraag gesteld heeft of men had mogen verwachten dat er bij deze voorstellen ook voorstellen waren toegevoegd om de leefbaarheid te verhogen» Op zich zelf heeft de voorzitter gelijk» Maar voordat je nu een dergelijke regeling als deze ingrijpend gaat veranderen vindt hij dat je dan toch een stuk argumenta tie moet opbouwen waarom de oude niet gefunctioneerd heeft. Dat heeft hij nu willen terugvinden» Waarom moet het nu zo? Waarom moeten die be-

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1977 | | pagina 37