- 7 -
moesten stabiliseren en dat het voorzieningenniveau van de grote gemeen
ten moest worden aangepast» De conclussie is dat het schapbestuur nu niet
het vertrouwen wekt dat het daarheen moet leiden dat die bevoegdheden
aan het bestuur moeten worden overgedragen, althans wij hebben dit ver
trouwen niet» Wij zouden andere voorstellen willen doen» Wij zouden dan
in onze eigen gemeente moeten kijken wat v/ij daar aan verbeteringen kun
nen doen» In welke mate mate kunnen wij het kamp verbeteren? Kan het
kamp worden uitgebreid? Kan er een tweede kamp komen? Zijn hier plaatsen
voor? Op welke wijze kunnen wij de voorzieningen verbeteren? Hij gelooft
dat viij dan een grotere bijdrage leveren aan het bereiken van de doelen
dan alleen maar te praten over het verdelen van de bevoegdheden» Tot
slot wil hij nog een opmerking maken over de brief van Woensdrecht» Hij
kan zich vinden in hetgeen collega van der Graaf daarover heeft gezegd»
Het lid KOK zegt dat zijn fractie zich kan vinden in het preadvies
van burgemeester en wethouders» Hij wil met nadruk duidelijk stellen dat
wij geen voorstel van een dergelijke strekking moeten indienen bij het
woonwagenbestuur
De VOORZITTER zegt dat hij de opmerkingen, gemaakt door de heren
van der Graaf en Rennings met betrekking tot de gemeente Woensdrecht
voor kennisgeving wil aannemen» Hij vindt dat dit moeilijk een onderdeel
van de beraadslaging kan uitmaken. Wat betreft de overige bemerkingen
beluistert hij in zijn algemeenheid dat de raad de bezwaren, die van de
kant van het college zijn aangevoerd, wil onderschrijven» Dit gaat voor
een stuk met reserves, begrijpt hij en voor een stuk van harte» Hij be
grijpt dat het totaal-resultaat toch in ieder geval is dat de leden van
de raad het voorstel om het uiteindelijk laatste woord met betrekking
tot de plaatsbepaling en de omvang van het in Oudenbosch te realiseren
kamp niet wil overlaten aan een schapbestuur» Overigens heeft de raad
viel vooropgesteld dat het delen in de opvang van de woonwagenbevolking
ook tot zijn verantwoordelijkheid meent te moeten laten behoren. De heer
van der Graaf heeft met betrekking tot de regeling gezegd dat de be
staande regeling in de praktijk eigenlijk al achterhaald is» Dit is toch
eigenlijk niet helemaal waar omdat viij een provinciaal beleid in ontwik
keling hebben. De provincie loopt als het ware wat voor op het Rijk. Hij
dacht dat wij nu beter zouden kunnen spreken van wij hebben een landelijk
beleid in ontwikkeling. In grote lijnen is dat wel bekend. In grote lij
nen komen de gedachten", die wij vinden in het provinciale beleid, ook
daarin zeker terug. Het uitgangspunt, dat iedere gemeente recht heeft op
een eigen kamp, zal ook daarin wei doorklinken» Hij dacht dat men nog
niet kan zeggen dat de huidige regeling nu achterhaald was. Deze is ge
baseerd op de bestaande woonwagenwetDe heer van der Graaf zegt dat wan
neer het voorstel, zoals in artikel ?6 verwoord, een bestuur van gekoze
nen zou betreffen, dit voor hem wellicht toch viel aanvaardbaar was. Nu
vindt de heer van der Graaf, begrijpelijk deze kwestie toch ook in
strijd met de beginselen van de democratie om de eigen verantvioordelijk-
heid van de gemeenteraad te delegeren aan dat bestuur» Hij begrijpt dat
het benaderen van de aantallen, zoals deze in de toelichting aan een gemeen
te als de onze zou zijn toebedacht, verwondering heeft gewekt. Het is
overigens in het algemeen zo dat binnen het streekgewestelijk verband
- daar kan men het in grote lijnen toch wel mee vergelijken, zij het dat
Klundert en Rucphen er dan ook bij horen - de grotere plaatsen zoals
Roosendaal en Bergen op Zoom hun uiterste best doen om zich groot te
voelen» Bij de opvang van de woonwagens hebben z'ij kennelijk een hoop
collega's en voelen zij zich allemaal even groot. Laten wij ons wel rea
liseren dat dit overigens niet helemaal vergelijkbaar is, want de slot-