- 5 -
kan namelijk, gewoon doorredenerend, stellen dat een gemeente als Rot
terdam - en dan gokt hij een beetje - recht heeft op 500 woonwagens,
waarvan iedereen zal zeggen dat dat niet helemaal juist is. Men kan dan
zeggen dat een gehucht recht zou hebben op één woonwagen. Zelfs dat zou
moeten worden afgewezen. Wanneer hij dan naar die aantallen kijkt en er
voorgesteld wordt in ieder geval tot 30 woonwagens te gaan voor de ge
meente Halsteren en Oudenbosch en noem er nog maar een paar, terwijl er
ook maar 30 woonwagens voor Bergen op Zoom en Roosendaal zijn opgenomen,
dan heeft hij toch het gevoel dat het algemeen bestuur met dit lijstje
niet helemaal op de goede weg zit. Hierbij wilde hij het in eerste in
stantie laten.
Het lid GOUVERNEUR-LAMERS zegt dat haar fractie volledig met het
voorstel, zoals dit hier ter tafel ligt, accoord kan gaan. Haar fractie
is met burgemeester en wethouders van mening dat men als gemeentebestuur
niet kan toestaan dat een intergemeentelijk orgaan beslissingen zou kun
nen nemen, die tegen het eigen beleid, in dit geval de ruimtelijke orde
ning, ingaan. Haar fractie is er ten stelligste van overtuigd dat straks,
als de nieuwe gewijzigde woonwagenwet in werking treedt, dit ook de nodige
problemen voor de gemeenten met zich zal brengen. Dit is uit landelijke
publicaties al wel gebleken. Dit alles neemt niet weg dat men zich nu dan
maar in een vaag avontuur zou moeten gaan begeven met het regionale
"woonwagenschap". Haar fractie wil daarom gaarne voorliggend voorstel
ondersteunen.
Het lid BROUWERS zegt dat hij in deze de nodige voorzichtigheid wil
betrachten, omdat het eigenlijk een vreemde kwestie is om over deze zaak
te gaan praten. Men is namelijk bezig om over de woonplaats van medebur
gers te praten. Dit is eigenlijk een normaal recht, dat men niet af kan
dwingen. Overigens heeft deze hele zaak toch wel een geschiedenis, die het
misschien verklaarbaar maakt waarover men zit te praten. Zijn fractie wil
wel het voorstel van burgemeester en wethouders volgen en daarmee niet te
kort doen aan de intergemeentelijke samenwerking. Het is inderdaad een
zaak die men niet gemeentelijk moet regelen, maar regionaal moet oplos
sen. Overigens zou men er helemaal uit zijn, wanneer dit een zaak was
die door de minister geregeld zou worden. Dan waren er in ieder geval
een aantal garanties met betrekking tot een zo'n rechtvaardig mogelijke
verdeling van de beschikbare woonplaatsen. Hij denkt dat er dan minder
over gediscussieerd behoefde te worden. Dit is echter toekomst-muziek.
Voorlopig zal men deze kwestie intergemeentelijk moeten oplossen. Als het
gaat om het waarom zijn fractie het voorstel wil volgen, dan moet hij
zeggen dat ook zijn fractie kritiek heeft op de voorgestelde wijziging
om een aantal bevoegdheden over te dragen. Dit zou toch op een gegeven
moment de belangen van een gemeente zodanig doorkruisen dat men opnieuw
in een andere problematiek terecht komt, die verre van verkieslijk is.
Daar zijn dus twee belangen, die men in ieder geval zo niet moet regelen.
Met betrekking tot de verdeling van de plaatsen - de heer van der Graaf
heeft daarover al gesproken - dacht hij dat men zou kunnen stellen dat
hët mogelijk moet zijn om ook op grond van ervaringscijfers tot een
bepaalde verdeling te komen. Men kan zo maar niet zeggen dat op grond van
het aantal vierkante meters of oppervlakte van een gemeente, bepaald moet
worden binnen welke marge daar mogelijkheden geschapen moeten worden.
Men kan zijns inziens veel beter zeggen: Ga eens bekijken welke plaatsen,
welke gemeenten, aantrekkelijk zijn voor de mensen om er te blijven staan.
Wanneer men bijvoorbeeld onze eigen gemeente neemt dan is dit typisch een
gemeente waar slechts enkele mensen vast vallen verblijven. Alle anderen
zijn doortrekkende mensen, die binnen k8 uur de gemeente weer uit zijn.